Terug naar boven

Met Bach door het jaar (34): Zondag rustdag

De zondag is niet voor iedereen een genoegen. In de psychoanalyse kent men de term 'zondagsneurose', de beklemmende leegte die sommigen ervaren wanneer de wekelijks verplichte rustdag aanbreekt. Een strikte naleving van de zondagsrust roept bij veel mensen associaties op met huichelachtigheid en vrome zelfrechtvaardiging.

In de Bijbel staan meerdere verhalen over hoe Jezus met de farizeeërs in conflict kwam over een al dan niet passieve beleving van de sabbat. Zo vertelt de evangelist Lucas over de genezing op een sabbat van een 'waterzuchtige' man. Het was dit verhaal dat in Bachs tijd gelezen werd op de zeventiende zondag na Trinitatis.

Bach had als cantor uiteraard geen tijd voor de zondagneurose. Zijn cantate Bringet dem Herrn Ehre seines Names is één grote lofzang op de wekelijkse kerkgang. Het openingsdeel is een imposante koorfuga met een feestelijke solo voor de trompet (tekst naar Psalm 29).

(Het openingsdeel o.l.v. Harnoncourt)

De tenor haast zich vervolgens naar kerk om aldaar te leren en te zingen, dit alles in het (overigens wereldse) tempo van een gigue.

(De tenor-aria hier gezongen door Mark Padmore)

De aria van de alt wordt opgeluisterd met de welluidende klanken van de hobo-familie (oboe d'amore, oboe da caccia). Opvallend zijn de rusten in het continuo, op momenten dat de solist inzet. Misschien dacht Bach hierbij aan de tekst van de alt: ‘Geloof, liefde, geduld en hoop zullen mijn rustplaats zijn’.

(De alt-aria op deze cd onder Suzuki)

Het werk eindigt met een koraal waarvan de tekst helaas niet is overgeleverd. De invulling van dit deel zal dus per uitvoering verschillen.

(Het slotkoraal op deze opname o.l.v. Ton Koopman)

(HJ)