Terug naar boven

Met Bach door het jaar : De Johannespassion

Op Witte Donderdag wordt traditiegetrouw het tv spektakel The Passion uitgezonden. Veel mensen vinden dit inspirerend, deze evangelisatie met popmuziek en een heel legertje BN’ers. Anderen zien het als een treurige mix van wansmaak en opportunisme. Ironisch genoeg had Bach in zijn tijd ook met zulke dilemma’s te maken. De dominante muziekstroom was toen niet de popmuziek, maar de opera.

In Bachs tijd waren de autoriteiten van Leipzig vrij conservatief. Men hechtte toen aan een sobere vorm van passiemuziek, die feitelijk terugging op de middeleeuwen. Men had niet meer nodig dan de letterlijke Bijbeltekst. Die tekst leende zich namelijk prima voor een passiespel, met speciale rollen voor Jezus, Pilatus, Petrus en een verteller. Het was dus een vorm van Bijbelverkondiging met scenische middelen, die het Bijbelse kader nergens overschreed.

Lukaspassie, begin 15e eeuw

De Hamburgse dichter Brockes echter brak met deze traditie. Hij bewerkte het Bijbelse verhaal al rijmend, alsof het een operalibretto betrof. Brockes’ vrije bewerking zat vol bloederige effecten die we tegenwoordig tamelijk smakeloos vinden. Toen echter vond men het prachtig en vernieuwend.

Brockes-Passion van Telemann

De autoriteiten in Leipzig waren niet gelukkig met deze ontwikkelingen. Vanwege de publieke druk ontkwam men er echter niet aan om de passiemuziek te moderniseren. Men besloot dan maar tot een compromis. Ook in dit compromis bleef de letterlijke Bijbeltekst de norm. Daarnaast echter stond men vrijere muzikale vormen toe, afkomstig uit het oratorium en de opera (aria’s, arioso’s, koren). Die vrije muziek mocht echter niet te theatraal zijn. Het moest om bespiegelende commentaren gaan die zowel theologisch als pastoraal verantwoord waren.

Elly Ameling zingt Ich folge dich gleichfalls

Vanaf 1721 werd dit type ‘compromis-passie’ toegestaan voor de hoofdkerken (afwisselend in de Thomas- en Nicolaikerk). In dat jaar klonk op de Goede Vrijdag de Markus-Passion van Bachs voorganger Kuhnau. Ook Bach moest zich houden aan dit compromis. Hij deed dat 1724 op magistrale wijze met zijn Johannespassion.

Openingskoor van de Johannespassion

En dat hebben de Leipzigers geweten. Alleen al het openingskoor (Herr, unser Herrscher) was ongehoord dramatisch. De strijkers klinken alsof er een niet te stuiten raderwerk in beweging wordt gezet. Twee klagende hobo’s trekken een lijnenspel, alsof ze het kruis voor de luisteraar uittekenen. Boven dit alles uit scandeert het koor een klacht, die ook een lofzang is: Herr, Herr, Herr, unser Herrscher. Al met al is Bachs Johannespassion een stuk dramatischer dan de latere Matthäuspassion.

Koor Sei gegrüßet, lieber Jüdenkönig!

De enorme felheid van de Johannespassion laat zich goed verklaren vanuit het karakter van de Bijbeltekst. De tekst van het Johannesevangelie speelt met het contrast tussen licht en donker. Het licht staat voor Christus, dat de duisternis schrik aanjaagt. Bach heeft de dramatiek van dat conflict maximaal benut, waarmee hij overigens keurig binnen de lijntjes van het evangelie kleurde. Het was dus theologisch en pastoraal verantwoord, zou je denken…

Erwäge wie sein blutgefärbter Rücken (tekstueel aangepaste versie van 1749)

Toch valt het op dat Bach die dramatiek deels afzwakte toen hij in 1725 de Johannespassion voor de tweede keer opvoerde. Heeft hij dit onder druk moeten doen? Was hij te ver gegaan? Nuchter beschouwd weten we dat niet, alles wat we erover zeggen is speculatief. Laten we niet vergeten dat dit Bachs eerste proeve was, waarbij hij het wel heel veel mensen naar de zin moest maken. Misschien dat Bach daarom bleef sleutelen aan deze passie, alsof hij er nooit helemaal tevreden over was.

Alternatieve openingskoor O Mensch, bewein dein Sünde groß (1725)

Men onderscheidt meestal vier versies. Twee zijn er al genoemd, namelijk van 1724 en 1725. In 1739 begon Bach aan een net afschrift, waarmee hij de wijzigingen van 1725 weer terugdraaide. Bach maakte het karwei echter niet af, omdat het stadsbestuur toen geen toestemming gaf voor een opvoering. In 1749 voerde Bach de Johannespassion voor het laatst uit. Ook toen draaide hij de wijzigingen van de tweede uitvoering terug, maar hij breidde wel de bezetting uit.

Slotkoraal Ach Herr, laß dein lieb Engelein

(HJ)