Jennifer Lopez begon haar carrière als danseres in de tv show In Living Color. Pas echt beroemd werd ze als actrice, en later ook als zangeres van pop en dance. Rond de millenniumwisseling was Lopez één van werelds grootste beroemdheden. Ze onderhield een turbulente relatie met Puff Daddy, op het punt dat de carrières van de twee geliefdes omhoogschoten. Het duo was dan ook veelvuldig op de voorpagina van de roddelbladen te vinden.
meer
Als er één zanger was, die rond 2000 het geluid van de latinpop bepaalde, dan was dat Ricky Martin wel. De geboren Puertoricaan (1971) werd al op jonge leeftijd bekend, eerst als lid van de boyband Menudo en later ook als acteur in soapseries. Met (Un Dos Tres) Maria en Livin’ La Vida Loca scoorde Martin ook in Nederland twee grote zomerhits. In 1999 maakte Martin de stap naar de Engelstalige markt en ook daarmee bleek hij ook succes te hebben. Nobody Wants To Be Lonely, een duet met Christina Aguilera werd een hit in 2001.
Carlos Santana is een van de zeldzame gitaristen met een direct herkenbaar geluid. Zijn band Santana boekte internationale successen met een soulvolle mix van blues, rock en latin. Zijn psychedelische platen uit de jaren zestig, fusionalbums uit de jaren zeventig en popcrossovers rond 2000 zorgden ervoor dat Carlos Santana uitgroeide tot een gerespecteerde en invloedrijke artiest. Hoewel Santana hits scoorde van de late jaren zestig tot de vroege jaren tachtig, bleef hij daarna uit het zicht van het grote publiek totdat hij in 1999 een grote hit scoorde met zijn comebackalbum Supernatural. Op dit album werkte Santana samen met een nieuwe generatie popsterren die hem introduceerden bij een heel nieuw publiek.
In zijn eigen Brazilië kennen ze Sergio Mendes amper, maar in Europa en de VS is hij één van de best verkopende Braziliaanse artiesten. Reden voor Mendes om ook naar Miami te verkassen. In de jaren zestig werd hij bekend met luchtige bossa nova-bewerkingen van de bekendste pophits (onder meer van the Beatles en Simon & Garfunkel). Door de opkomst van lounge werd Mendes’ werk in de late jaren negentig herontdekt door een jonge generatie. Wat uiteindelijke leidde tot een nummer-1-hit in zijn samenwerking met The Black Eyed Peas.
Xavier Cugat (1900-1990) was vanaf de jaren 1920 één van de belangrijke ambassadeurs van latin-muziek. Hij wist die dansmuziek zo te polijsten, dat ze ook aantrekkelijk werd voor een blank publiek. Cugat, de zoon van Catalaans/Cubaanse migranten, woonde vanaf zijn vijftiende in New York waar hij viool leerde spelen. Hij toonde zich een muzikale omnivoor die net zo makkelijk cha-cha-cha, mambo, tango als easy listening speelde. Hij had gevoel voor drama en show. Zo trouwde hij maar liefst vijf keer en droeg hij soms tijdens optredens een chihuahua op zijn linkerarm.
Los Lobos uit East L.A. speelde aanvankelijk traditionele Mexicaanse muziek. Geïnspireerd door de Californische punkbeweging verlegde de band haar geluid. Begin jaren tachtig was Los Lobos een rockband om rekening mee te houden. De opgevoerde rootsrock van de band werd ingekleurd met invloeden uit conjunto en andere populaire Latijnse stijlen. Aan de hand van producer Mitchell Froom verkende Los Lobos in de jaren negentig nieuwe terreinen, zowel op tekstueel als muzikaal gebied.
Tussen de (post)punkbands die eind jaren zeventig de New-Yorkse club CBGB’s onveilig maken is Mink DeVille,onder aanvoering van voorman Willy DeVille, een vreemde eend in de bijt. Toch wordt het debuutalbum Cabretta, geproduceerd door Jack Nitzsche, meteen herkend als een meesterwerk waar rhythm and blues en rock and roll een fraai verbond aangaan met de romantische teksten van Willy. Als de single Spanish Stroll vervolgens een wereldhit wordt is de naam van Mink DeVille definitief gevestigd. In 1987 gaat frontman (en enige contante bandlid) Willy DeVille onder eigen naam verder.
Harry Belafonte werd in 1927 geboren in New York, maar groeide op in Jamaica. Begin jaren vijftig keerde hij terug in de VS, waar hij ging zingen om zijn acteursopleiding te kunnen betalen. In 1952 introduceerde hij met zijn hit The Banana Boat Song de calypsomuziek aan het grote Amerikaanse publiek. Later zong Belafonte ook blues, folk, gospel en showtunes. Daarnaast was Belafonte te zien in musicals en speelfilms. Belafonte werd ook bekend als actievoerder tegen racisme en ambassadeur van diverse goede doelen zoals Unicef.
José Feliciano groeide op als één van elf kinderen in een Puertoricaans immigrantengezin in New York. Hij ging in de vroege jaren zestig aan de slag als folkzanger in de Greenwich Village waar hij werd ontdekt. De platenmaatschappij adviseerde hem ook Spaanstalig repertoire op te nemen. En met succes, zijn vertaling van Light My Fire van The Doors werd in 1968 een grote hit. Feliciano was één van de meest succesvolle latinzangers maar schreef daarnaast ook filmmuziek. Rond kerst is elk jaar zijn andere grote hit, Feliz Navedad, vaak te horen op de radio.
(bron: wikipedia)Compay Segundo (Siboney, 18 november 1907 – Havana, 14 juli 2003) was een Cubaanse muzikant en componist. Hij werd geboren als Máximo Francisco Repilado Muñoz, zijn artiestennaam komt voort uit 'Los Compadres', een duo bestaande uit hem en Lorenzo Hierrezuelo. Daarin zong hij altijd de tweede stem (segundo = tweede). Compay Segundo groeide op in de stad Santiago de Cuba.
Compay Segundo bespeelde de armònico; een zeven-snarige gitaar waarbij de G-snaar is verdubbeld. Hij werd een populair componist en muzikant;... meer
De Haïtiaanse rapper en gitarist Wyclef Jean vergaarde roem als lid van de Fugees, de hiphopgroep die halverwege de jaren negentig grote hits scoorde met Fu-Gee La, Ready Or Not en Killing Me Softly. Ook als soloartiest was Jean succesvol. Hij schreef de wereldhit Maria, Maria voor Carlos Santana, zong een duet met Mary J. Blige (911), produceerde Destiny's Child (No, No,No) en bezorgde Whitney Houston een hit met My Love Is Your Love. Ondanks het hitsucces is het Wyclef Jean gelukt geloofwaardig te blijven als integer artiest. Op zijn album The Eclectic - II Sides To A Book (2001) toont hij zich opnieuw een veelzijdig muzikant met een brede smaak, die moeiteloos rock, country, folk, ska en reggae in zijn muziek verwerkt. (MS)
(bron: wikipedia)Juan Francisco Secada (Havana, 4 oktober 1962) is een Afro-Cubaans zanger en songwriter. Secada werd geboren in Havana, Cuba, en groeide op in Hialeah, Florida. Hij won twee Grammy Awards en verkocht meer dan 20 miljoen albums sinds zijn Engelstalige debuutalbum in 1992. Zijn muziek combineert funk, soul, pop en latin. Secada is ook songwriter geweest voor onder andere Gloria Estefan, Jennifer Lopez, Ricky Martin en Mandy Moore.
Secada arriveerde als negenjarige met zijn ouders in de Verenigde Staten. Secada... meer
(bron: wikipedia)De Gibson Brothers is een muziektrio, bestaande uit de broers Chris, Patrick en Alex Francfort die 'Gibson' als artiestennaam aannamen. Het drietal werd geboren in Lamentin Acajou op het Caribische eiland Martinique, maar verhuisde al op jonge leeftijd naar Frankrijk. De groep scoorde met een mengeling van disco en salsa enkele hits aan het eind van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig.
In 1987 werd nog een album uitgebracht. In de jaren 90 volgden nog enkele... meer
Na de dood van Amalia Rodrigues, Portugals bekendste fadozangeres, streden er meerdere zangeressen om haar troon. Dulce Pontes (Montijo 1969) liet voor het eerst van zich horen toen ze in 1991 haar land vertegenwoordigde op het Eurovisie Songfestival. Haar Cançao Do Mar dook op in een Hollywoodfilm en zorgde er voor dat haar indrukwekkende stem plots door veel mensen werd gehoord. Pontes combineert de fado met een veelvoud aan andere genres en werkte samen met Ennio Morricone, Andrea Bocelli en George Dalaras.
Bandleider met de bijnaam ‘koning van de mambo'. Prado (1916-1989) werd geboren in Cuba, maar maakte furore in Mexico als uitvinder van de mambo, een versneld ritme van de Cubaanse danzón. Prado's grootste hit was Mambo no.5 (uit 1949, en precies vijftig jaar later nogmaals een grote hit voor Lou Bega). Ook vormde hij veel Mexicaanse volksliedjes om tot mambo's. De jaren vijftig waren de gouden jaren voor Prado en zijn orkest waarin ook latere bekendheden als zanger Beny Moré en percussionisten Johnny Pacheco en Mongo Santamaria speelden. Na de overname van Fidel Castro in 1959 was Prado een persona non grata op Cuba. Hij overleed in Mexico, waar zijn zoon Perez Junior het werk van zijn vader voortzette.