Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
IDM staat voor ‘intelligent dance music’, ofwel dansmuziek die niet alleen bedoeld is om op te dansen maar ook om naar te luisteren. Omdat de term nogal zelfingenomen klinkt, prefereren veel idm-artiesten de meer neutrale omschrijving ‘electronica’. Het genre ontstond eind jaren negentig. In idm/electronica zijn invloeden terug te horen uit breakbeat, synthipop en techno. Het tegendraadse karakter van de muziek zorgde ervoor dat veel idm-artiesten veroordeeld waren tot een zelfverkozen bestaan in de underground. Neemt niet weg dat er in deze hoek van elektronische dansmuziek veel vernieuwers zaten, die de grenzen van de popmuziek oprekten. Onder die pioniers zitten gevestigde namen als Aphex Twin, Autechre en Four Tet.
Jonge loot aan de boom van elektronische genres, eind jaren negentig ontstaan in Londen. De naam van het genre is een samentrekking van ‘dub’ en ‘2-step’. Met het eerste genre deelt dubstep de voorliefde voor diepe baslijnen en spookachtige echo’s. Vanuit de 2-step (een subgenre van drum & bass) komen de ritmes, al zijn de beats bij dubstep trager dan in drum & bass. Veel artiesten hullen zich in een mysterieuze waas, ze geven amper interviews of treden niet op (zoals Burial). De releases van het label Hyperdub gelden als toonaangevend binnen het genre. Veel dubstep is instrumentaal, in combinatie met rappers wordt de muziek ‘grime’ genoemd.