Op 11 juni 2014 is het 150 jaar geleden dat Richard Strauss geboren werd in München. Hij geldt als de belangrijkste Duitse componist van de generatie na Wagner en Brahms. Zijn symfonische gedichten en opera’s zijn het beroemdst geworden. Strauss excelleerde echter in alle vocale en instrumentale genres.
Richards belangrijkste muzikale voorbeeld was zijn vader, Franz Strauss. Deze briljante musicus had zich weten op te werken tot eerste hoornist van het hoforkest in München.
Vroege symfonische gedichten
Zijn periode in Meiningen als Hofmusikdirector van oktober 1885 tot april 1886 was cruciaal voor Strauss’ muzikale ontwikkeling. Dankzij Hans von Bülow en Alexander Ritter had hij kennisgemaakt met de moderne muziek van Brahms, Wagner en Liszt.
Vroege symfonische gedichten - vervolg
In september 1889 accepteerde Strauss een aanstelling als tweede dirigent aan het Hoftheater in Weimar. Sopraan Pauline de Ahna, een leerlinge, ging met hem mee. Strauss trouwde deze temperamentvolle dochter van een hoge generaal in september 1894, vlak voordat hij opnieuw in dienst kwam als dirigent bij de Hofopera in München.
Grensverleggende muziek in Salome
Salome is de mooie dochter van Herodias. Als zij op een dag danst voor haar stiefvader Herodes, mag zij alles vragen wat ze maar wil, waarna zij het hoofd eist van Johannes de Doper op een zilveren schotel. In Wilde's versie kust Salome vervolgens het bebloede hoofd, waarna Herodes haar vol afschuw laat executeren.
Liefde voor het alledaagse
In 1894 verloofde Strauss zich met de operazangeres Pauline de Ahna. Tot verbijstering van de aanwezigen vroeg Strauss haar ten huwelijk nadat de driftige diva de partituur van de opera Guntram naar zijn hoofd had geslingerd. Het incident werd het begin van een langdurige en gelukkige relatie, waarin de temperamentvolle Pauline en de flegmatische Richard elkaar perfect aanvulden.
Rosenkavalier en Ariadne auf Naxos
Salome werd spoedig erkend als een meesterwerk. Met het succes van deze opera kon Strauss zijn villa in Garmisch financieren. Met Elektra (1909) ging hij nog een stapje verder in het gebruik van chromatiek en wrange samenklanken. Te ver, vond hij zelf later en met zijn volgende opera's keerde hij terug naar de taal van zijn symfonische gedichten.
Strauss en het Derde Rijk
Het verhaal gaat dat Strauss zich in 1942 met auto en chauffeur naar het concentratiekamp Theresienstadt begaf om informatie in te winnen over de geïnterneerde grootmoeder van zijn (joodse) schoondochter. De verbijsterde poortwachters gaven echter nul op het rekest, waarna de componist onverrichter zake terugkeerde.
Strauss componeerde veel van zijn liederen voor zijn vrouw Pauline, die hij als pianist begeleidde in liederenrecitals. Ter gelegenheid van hun huwelijk componeerde hij zijn opus 27 waaronder zich bekende liederen bevinden als Ruhe Meine Seele en Morgen. De meeste liederen zijn liefdesliederen. Zo nu en dan componeerde Strauss een sociaal-kritisch werk. Nadat Pauline in 1906 besloten had een punt te zetten achter haar carrière, daalde de interesse van Strauss voor het liedrepertoire.