Pas nu de 20ste eeuw achter ons ligt, lijkt men in Nederland bereid enige serieuze aandacht te besteden aan Nederlandse muziek uit de 19de eeuw, getuige deze cd van het Radio Symfonie Orkest onder leiding van Jac van der Steen. Geopend wordt met twee "Ouvertures" van Johannes Bernardus van Bree (1801-1857), de meest vooraanstaande Nederlandse componist van zijn tijd. Van Bree's vizier stond voor
… verschillende buitenlandse muzikale stijlen open, hetgeen uit de hier opgenomen werken duidelijk blijkt: de "Ouverture in b" gaat vooral terug op het voorbeeld van Von Weber en, in mindere mate, Beethoven, terwijl de "Ouverture 'Le bandit'" (1836) veel meer Franse invloed verraadt. Latere Nederlandse componisten waren veel meer exclusief op Duitsland gericht en daarvan was Johannes Verhulst (1816-1891) een goed voorbeeld. Aan zijn "Ouverture op.3, 'Gijsbrecht van Aemstel'", een bekroonde inzending uit 1837 op een prijsvraag, hebben voornamelijk de modellen van Von Weber, Spohr en Mendelssohn ten grondslag gelegen. Net als Verhulst ontving ook Jan van Gilse (1881-1944) een groot deel van zijn muzikale opleiding in Duitsland, hetgeen in de "Concertouverture in c" ondubbelzinnig blijkt. Het is wel een aardig stuk, maar mist een beetje de spankracht die Van Gilse in meer grootschalige werken ten toon kon spreiden. Johan Wagenaar (1862-1941) zou in zich uiteindelijk weer wat meer openstellen voor Franse invloeden, maar in de hier opgenomen werken, "'Frithjof's Meerfahrt' op.5" en de "Ouverture op.11 'Frühlingsgewalt'" is daarvan, zoals de titels al doen vermoeden, nog geen sprake. Het gaat hier allemaal om opnamepremières en het verschijnen van deze cd is voor de vaderlandse discografie dan ook toe te juichen. Het orkestspel is redelijk, maar niet meer dan dat. (JvG)_meer