Jean Sibelius was de componist die Finland een eigen geluid gaf, toen deze natie zich aan het begin van de vorige eeuw ontworstelde aan de greep van Rusland. Sibelius schreef een aantal indrukwekkende symfonische gedichten – o.a. Finlandia, Lemminkäinen-suite, Oceaniden, Tapiola - waarbij hij inspiratie ontleende aan de Kalevala, het Finse nationale epos. Minstens zo origineel was hij als symfonicus: zijn zeven symfonieën zijn evenzovele antwoorden op de vraag hoe het genre na de dood van Tsjaikovski moest worden voortgezet.
Velen associëren Wagners opera's met gesnuif en gebrul van mannen in beestenvellen. Hoe anders is het oordeel van Wagners grootste criticus, de filosoof Nietzsche, die zijn voormalige vriend de 'grootste miniaturist van de muziek' noemt, 'die in de kleinste ruimte een eindeloze hoeveelheid zin en zoetheid perst.' Voor Nietzsche was dit alles een symptoom van decadentie; en toch geeft zijn uitspraak heel mooi weer welke schatten je gaat ontdekken wanneer je je in Wagners wereld begeeft: mysterieuze 'fantasy'-verhalen rond de liefdesdrank van Tristan en Isolde, de speer van Wotan, de vlammenzee rond Brünhilde, het zwaard van Siegfried... Maar de eigenlijke hoofdpersoon is het orkest, dat vanuit de diepte de werkelijke intenties en gevoelens van al die helden met moedercomplexen belicht. Beginnende Wagnerianen doen er goed aan eerst een cd te beluisteren met orkestrale highlights, om zo een beetje in deze complexe, maar fascinerende wereld thuis te raken. (HJ)
De eerste internationale sterdirigent. Toscanini dankte zijn fenomenale roem vooral aan zijn radio-opnames. In de Verenigde Staten had hij jarenlang een monopolie op het iedere zondagmiddag uitgezonden concert, dat door hem met ‘zijn’ NBC Orchestra werd verzorgd. Het was een gelukkige vorm van kruisbestuiving: Toscanini werd nog beroemder dan hij al was en de radio kreeg eersteklas concertopnames. Maar Toscanini’s stijl was daarvoor ook bij uitstek geschikt. Hij eiste het uiterste in gedisciplineerd samenspel en streefde een maximale helderheid na; eigenschappen die in de vroege dagen van de radio voorwaarden waren om een enigszins acceptabel resultaat voor uitzending te krijgen. De typische Toscanini-uitvoering is gedreven, helder en ritmisch uiterst precies, op het fanatieke af. (JvG)