De piano heeft een indrukwekkende voorgeschiedenis. Rond 1700 werd zijn directe voorganger, de fortepiano, uitgevonden. Deze fortepiano had als belangrijkste voorlopers het clavichord (in de vroege 14e eeuw uitgevonden) en het klavecimbel (rond 1400 voor het eerst genoemd).
Bij de (forte)piano worden de snaren door hamertjes aangeslagen en bij het clavichord worden de snaren door een ijzeren pinnetje (die lijkt op de kop van een platte schroevendraaier) aangetikt. Bij het klavecimbel, tenslotte, worden de snaren getokkeld door een plectrum.
Met het tokkelen van snaren doemt een voorgeschiedenis op die je doet duizelen. De geschiedenis van de gitaar begint in de 12e eeuw en met de harp gaan we meteen nog een paar duizend jaar terug in de tijd... Maar wanneer ontstond eigenlijk het idee om via een toetsenbord te tokkelen? Het toetsenbord zelf was niet nieuw: we zien het ook op het orgel, een instrument dat ook al in de derde eeuw voor Christus opduikt.
Het is in 1323 dat het zogenaamde clavicymbalum wordt genoemd. Het wordt beschreven als een psalterium (ook wel cymbalum) met een toetsenbord (vandaar clavi-). Het psalterium, een soort harp, is uitstekend te beluisteren op deze cd.
In onze collectie is, zo lijkt het, precies één opname te vinden van het clavicymbalum als solo-instrument. Op een cd met muziek van Ludwig Senfl vinden we een instrumentale versie van zijn lied Mein Fleiss und Müeh.
Een vergelijkbaar instrument vinden we op de schitterende cd-box A guide to period instruments. We horen hier een chanson van Guillaume Dufay, Mille bonjours je vous présente. Dit wordt gespeeld op het zogenaamde clavicytherium, een soort klavecimbel waarbij de snaren verticaal gespannen zijn (net zoals bij de staande piano).
(TC)