Zondag is het in de Lutherse kerk de derde zondag na Epifanie. In deze periode van het kerkelijk jaar staat de rondgang van Jezus op aarde centraal.
Bach schreef maar liefst vier cantates voor deze zondag, die elk inhaken op de lezing uit Mattheüs 8: 1-13 (Jezus geneest een melaatse). Zo ook Ich steh mit einem Fuß im Grabe. De cantate opent met een Sinfonia die u waarschijnlijk zult herkennen als het langzame middendeel van het Klavecimbelconcert BWV.1056.
(Het openingsdeel o.l.v. Masaaki Suzuki)
In de daaropvolgende aria vereenzelvigt de tenor zich met de melaatse uit de evangelietekst. Op geraffineerde wijze doorkruist Bach deze aria met een door sopraan gezongen koraalvers van de voormalige Thomaskantor Johann Hermann Schein (1586-1630).
(De aria van dezelfde cd, gezongen door Gerd Türk)
Twee basrecitatieven omlijsten de volgende alt-aria begeleid door hobo, viool en continuo.
(De alt-aria gezongen door Paul Esswood, op deze historische opname)
De cantate sluit af met een vierstemmige koorzetting van de eerste strofe van het koraal Herr, wie du willt, so schicks mit mir. Bach had deze melodie in 1724 al eerder gebruikt in het openingsdeel van cantate BWV.73, een van de andere cantates voor de derde zondag na Epifanie.
(JWvR)