Terug naar boven

Basiscollectie klassiek: Porgy and Bess

De Amerikaanse componist George Gershwin is vooral bekend van de populaire liedjes die hij componeerde voor de uitgevers van Tin Pan Alley en de musicals op Broadway. Ook de liedjes van zijn opera Porgy and Bess zijn jazzstandards geworden. Toch wordt dit werk zelden opgevoerd op de manier zoals het bedoeld is, als opera. Dat is jammer want het is een opera van een zeldzaam hoge kwaliteit.

Gershwin, een zoon van Russische immigranten in New York, had altijd al interesse gehad in de klassieke muziek. In 1924 componeerde hij zijn eerste orkestwerk Rhapsody in Blue. Niet veel later ging hij naar Parijs om nog meer te leren over klassieke muziek. Hij was toen al een rijk en beroemd man door liedjes als Swanee en Fascinating Rhythm. Gershwin wilde compositielessen nemen bij Ravel, maar het verhaal gaat dat de Franse componist - toen hij hoorde hoeveel Gershwin verdiende - hem iets antwoordde in de trant van: 'Misschien moet je mij maar les geven’. Wellicht hebben opmerkingen als deze Gershwin bewuster gemaakt van de vernieuwende kwaliteit van jazz en van zijn eigen muziek. Toen hij een aantal jaren later besloot een ‘grand opera’ te componeren, was hij in ieder geval zo wijs om niet iets te componeren in een Europese klassieke stijl (ook al is de invloed ervan onmiskenbaar), maar uit te gaan van zijn eigen krachten.

Gershwin koos de roman Porgy als basis voor het verhaal, dat zich afspeelt in een kleine Afro-Amerikaanse gemeenschap in Charleston in het zuiden van de Verenigde Staten. Het verhaal gaat over de kreupele bedelaar Porgy die verliefd wordt op Bess, de aan drugs verslaafde vriendin van de plaatselijke schurk Crown. Als Crown onder invloed van ‘happy dust’ een lokale inwoner van Catfish Row vermoordt, moet hij vluchten. De achtergelaten Bess vindt onderdak bij Porgy, de enige die haar wil helpen. Al snel beseft Bess dat zij bij de liefdevolle Porgy beter af is dan bij Crown. Ze wil bij hem blijven.

Porgy en Bess zijn echter niet de enige belangrijke personages in de opera. Er zijn maar liefst acht glansrollen. De weduwe van de door Crown vermoorde man, Serena, speelt een hoofdrol in wat oorspronkelijk de finale was van de eerste akte. De finale wordt afgesloten met een door Gershwin zelf gecomponeerde spiritual, die door Bess ingezet wordt.

De beroemdste aria uit de opera, het wiegelied Summertime, wordt gezongen door Clara. Haar man Jake is visser. Het gaat goed met zijn zaak en het jonge gezin heeft goede hoop de armoede te ontstijgen.

Het koor speelt een grote rol in Porgy and Bess. De opera zit vol ‘couleur locale’: gebedsliederen, spirituals, werkliederen... zelfs de muzikale kreten van de marktverkopers hebben een plek gekregen in de partituur. Gershwin had ter plekke de sfeer en de muziek bestudeerd, maar hij componeerde alle muziek zelf. Hij citeerde niet.

Porgy and Bess werd geschreven voor operazangers, maar Gershwin legde ook een rol weg voor een vaudevillezanger. Sportin’ Life is de plaatselijke drugskoerier die dankzij een onweerstaanbare charme veel mensen voor zich weet te winnen.

Het was een opmerkelijke keuze: een opera speciaal voor Afro-Amerikaanse operazangers in een tijd dat de meeste operatheaters geen zwarte zangers op hun podia toelieten. Porgy and Bess ging dan ook niet in première in The Metropolitan maar op Broadway in 1935. Gershwin had toen al veel muziek geschrapt, omdat de opera bij de eerste concertopvoering te lang bleek, maar het werk had nog steeds een duidelijke operavorm met gezongen recitatieven. In 1951 verscheen een eerste studio-opname van de ingekorte opera. In 1942 (na Gershwins dood) verscheen de eerste musicalversie met een gehalveerd orkest, een sterk gereduceerde cast en gesproken dialogen. Deze versie was financieel succesvoller.

In 1952 werden operazangeres Leontyne Price en William Warfield (bekend van de film Showboat) verliefd op elkaar, toen ze samen op tournee waren in een operaproductie van Porgy and Bess die in navolging van de musicalversie veel gesproken dialogen bevatte. Van deze productie bestaat een live-opname. In 1959 kwam een verfilming uit met Sammy Davis jr. als Sportin’ Life. Voor de soundtrack werd Gershwins muziek echter zodanig veranderd dat de familie Gershwin er zijn handen van af trok.

Gesproken dialogen maken Porgy and Bess wellicht toegankelijker voor een groter publiek, maar ze veranderen ook het karakter van de gemeenschap van Catfish Row. In de opera worden de inwoners immers verenigd door zang. Alleen de blanke buitenstaanders spreken. En de zwarte begrafenisondernemer als hij bruut tegen Serena zegt dat hij haar man nooit kan begraven voor achttien dollar. Verder zingt iedereen in Catfish Row, altijd. Ze klinken in harmonie samen. Het is een muzikale weergave van de hechtheid van de gemeenschap, waarvan de leden voor elkaar instaan ondanks alle verschillen. Het is een van de roerendste facetten van de opera, die verloren dreigt te gaan als de recitatieven vervangen worden door gesproken dialogen.

In de jaren zestig en zeventig werd Porgy en Bess zelden opgevoerd omdat het verhaal racistisch zou zijn. Toen operadirecteur David Gockley de opera in 1976 opnieuw wilde opvoeren was het zelfs moeilijk om nog Afro-Amerikaanse operazangers te vinden die mee wilden werken. Zijn Houston-productie zorgde echter voor een opleving. In 1985 werd Porgy and Bess voor het eerst in The Met opgevoerd. In 1993 verscheen een televisiebewerking van de opera. Voor de soundtrack werd gebruik gemaakt van een studio-opname uit 1989 met dirigent Simon Rattle en Willard White als Porgy. In 2006 verscheen een opname van de door Gershwin zelf ingekorte versie. In 2014 verscheen de eerste dvd van een live-opvoering, aan de San Francisco Opera, wederom onder de hoede van operadirecteur David Gockley.

(CP)