Terug naar boven

Klassiek: The Three Tenors in Concert

Voetbal en klassieke muziek hebben op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken. Toch zorgde het WK van 1990 voor een ongekende doorbraak in de klassieke muziekindustrie. Op 7 juli 1990, de avond voor de finale tussen Duitsland en Argentinië, gaven drie van de grootste operazangers van dat moment – Luciano Pavarotti, Plácido Domingo en José Carreras – een spectaculair openluchtconcert bij de Thermen van Caracalla in Rome. Wat begon als een eenmalige samenwerking groeide uit tot een wereldwijd fenomeen dat de grenzen tussen klassieke muziekcultuur en voetbal wist te doorbreken.

Het idee voor een gezamenlijk concert was geen spontane ingeving. Carreras had al jaren de wens om met zijn twee collega’s samen te werken. Oorspronkelijk ontstond het plan om een eerbetoon te brengen aan de legendarische Italiaanse tenor Giacomo Lauri-Volpi, maar toen bij Carreras in 1988 leukemie werd vastgesteld, kwamen deze plannen stil te liggen. Na zijn voorspoedige herstel en de naderende Wereldbekerwedstrijd in Italië, werd het concept in een andere vorm nieuw leven ingeblazen.

Carreras’ manager, de Italiaanse impresario Mario Dradi, speelde een cruciale rol in de organisatie van het concert. Hij wist dirigent Zubin Mehta te strikken en regelde de samenwerking met het Orchestra del Maggio Musicale Fiorentino en het Orchestra del Teatro dell'Opera di Roma. De logistieke uitdagingen waren enorm, van vergunningen en bureaucratische rompslomp tot de enorme technische vereisten voor een grootschalig openluchtconcert. ‘De grootste uitdagingen waren van politieke aard, want in Rome is uiteindelijk alles een politiek vraagstuk’, merkte Dradi later op.

Een andere kwestie was het repertoire. Dirigent Mehta stond erop dat de drie tenoren niet alleen solo zouden zingen, maar ook samen. Omdat er weinig klassieke stukken voor drie tenoren bestaan, werd de Argentijnse componist en arrangeur Lalo Schifrin ingeschakeld. Schifrin, vooral bekend van de titelmuziek voor de televisieserie Mission Impossible, bewerkte bestaande stukken en stelde een toegift samen van ruim twintig minuten. Deze werd het absolute hoogtepunt van de avond: een mix van operetteklassiekers (Wien, Wien, nur du allein), musicalhits (Tonight uit West Side Story) en Italiaanse volksliederen, met als uitsmijter O Sole Mio. Maar het nummer dat het concert echt legendarisch maakte, was Puccini’s aria Nessun dorma, gezongen door Pavarotti. Zijn krachtige vertolking, met de iconische slotnoot op vincerò (ik ga winnen), raakte onlosmakelijk verbonden met het WK.

Het concert trok in Rome ruim zesduizend toeschouwers, maar het wereldwijde publiek was vele malen groter. Dankzij de live-televisie-uitzending keken miljoenen mensen over de hele wereld mee. De registratie van het concert werd uitgebracht op cd onder de titel Carreras Domingo Pavarotti in concert en groeide uit tot een van de bestverkochte klassieke albums ooit. In de Verenigde Staten alleen al verkocht het album meer dan drie miljoen exemplaren, een ongekend succes in de klassieke muziek.

Het succes van de drie tenoren zorgde voor een verschuiving binnen de muziekindustrie. De cd-branche ontdekte een nieuwe afzetmarkt. Naast de gebruikelijke albums met complete uitvoeringen van opera’s en symfonieën, werd ingezet op herkenbaar klassiek repertoire waarbij de artiest centraal stond. In het kielzog van de drie tenoren traden andere musici voor het voetlicht die klassieke muziek in een hipper en zelfs sexy jasje staken. De bekendste onder hen waren Nigel Kennedy en Vanessa-Mae met flitsende uitvoeringen van Vivaldi’s Vier Jaargetijden.

Niet iedereen was enthousiast over deze ontwikkeling. Sommige critici vonden dat het project te commercieel was en dat het mengen van opera, musicals en volksmuziek de ‘serieuze’ klassieke muziek verwaterde. Dit soort kritiek bleef ook later bestaan bij andere crossover-artiesten, onder wie Andrea Bocelli en Il Divo. Andere zangers probeerden het succes te evenaren en gingen onder artiestennamen als The Three Baritones en The Three Sopranos gelijksoortige samenwerkingsverbanden aan.

Het succes van de drie tenoren leidde tot herhalingen bij de volgende drie WK’s. In 1994 trad het trio op in het Dodger Stadium in Los Angeles (HED0001), waar 1,3 miljard kijkers wereldwijd meegenoten. In 1998 stond de Eiffeltoren in Parijs centraal, met 150.000 toeschouwers op de Champ de Mars en 2 miljard tv-kijkers. Het vierde en laatste WK-concert vond plaats in 2002 in Yokohama, Japan.

De concerten waren niet alleen een succes in populariteit, maar bleken ook een financiële goudmijn. De combinatie van klassieke muziek en een massapubliek was commercieel lucratief. Platenmaatschappijen en concertorganisatoren zagen hierin een nieuwe markt. De live-opnames en vervolgalbums verkochten in miljoenen aantallen, waarmee de drie tenoren uitgroeiden tot een wereldwijd merk.

Hoewel Carreras, Domingo en Pavarotti in de jaren daarna nog enkele keren samen optraden, kwam er me het overlijden van Pavarotti in 2007 een definitief einde aan het tijdperk van het trio. Toch blijft hun invloed onmiskenbaar. Carreras Domingo Pavarotti in concert behoort nog altijd tot de bestverkochte klassieke albums ooit, en de unieke mix van opera en populaire muziek inspireert tot op de dag van vandaag musici wereldwijd.

Jan-Willem van Ree