Terug naar boven

Popmuziek: The Passion van Adrian Snell

Iedereen heeft weleens van de rockopera Jesus Christ Superstar gehoord, maar ken je ook The Passion van Adrian Snell? Behalve dat beide stukken over het lijden van Jezus gaan, verschillen ze van elkaar als dag en nacht. In de periode richting Pasen richten we de spot op The Passion, dat in Nederland regelmatig te beluisteren is.


Gospelzanger Adrian Snell is vooral in de gospelwereld bekend van grote projecten als Alpha and Omega (1986), Song of an Exile (1989) en City Of Peace (2000). Ook The Passion (1980) is een groots opgezet muzikaal project. Het stuk vertelt het lijdens- en opstandingsverhaal van Jezus. Vocale solisten, onder wie Snell zelf, vertolken de hoofdrolspelers en worden ondersteund door orkest, rockband en koor. The Passion sloeg direct in als een bom. Vooral in Nederland was het stuk de afgelopen decennia regelmatig te beluisteren, vaak met Adrian Snell zelf aan de piano.


Hoewel The Passion een afgeronde en in zichzelf gesloten compositie is, kwam het stuk in fasen tot stand. De eerste aanzet was het nummer Getsemane, dat Snell als vijftienjarige schreef. In een interview met het Algemeen Dagblad vertelt hij: ‘Het was toen helemaal niet mijn bedoeling om een musical of iets dergelijks te schrijven. Dat lied weerspiegelde toen alleen maar mijn gedachten over het lijden van Jezus.’ In de daaropvolgende jaren kwamen er steeds meer liedjes bij en ontstond een soort vijfluik: Gethsemane, Judas Song, Simon Carry My Cross, Golgotha en Jesus - Alive! Samen met Song for John kwamen de nummers terecht op Snells debuutalbum Fireflake (1975).


Tijdens zijn concerten merkte Snell dat deze set van vijf liederen voor veel fans het hoogtepunt van de avond was. Deze vroege versie van The Passion bereikte ook de BBC, die de radiopremière verzorgde. Het leidde tot nog grotere bekendheid van de muziek, met als gevolg uitvoeringen in kerken en theaters tot ver buiten het Verenigd Koninkrijk. Dankzij de toegenomen financiële middelen kon Snell het stuk niet alleen opnieuw op de plaat zetten, maar ook uitbreiden, zowel wat betreft het aantal nummers als de bezetting. Naast hemzelf als leadzanger en pianist, kwamen er extra zangers bij voor de overige rollen naast Jezus. Bovendien werkten het Royal Philharmonic Orchestra en de latere Toto-drummer Simon Phillips mee. In deze uitvoering werd The Passion het bekendst.


Een serieus album dus, met vocale solisten, koor, rockband en symfonieorkest. Het roept de vraag op wat voor stuk Adrian Snell eigenlijk heeft gemaakt. In ieder geval geen musical. Sterker nog, Snell gaat iedere vergelijking met de musical Jesus Christ Superstar het liefst uit de weg. Beide stukken gaan weliswaar over Jezus van Nazareth, maar de uitgangspunten zijn totaal verschillend. Van Jesus Christ Superstar stond vanaf het begin vast dat het vooral een commercieel succes moest worden. Adrian Snell, aan de andere kant, wilde met The Passion zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijk Bijbelverhaal blijven. Jesus Christ Superstar is qua muziek een echte rockopera, terwijl The Passion een meer hybride stuk is, waarin Snell zich van verschillende stijlmiddelen bedient om het verhaal zo krachtig mogelijk te vertellen.


Als je The Passion beluistert, valt je ongetwijfeld op hoe divers de muziek is. De openingstrack Long Live The King is verwant aan gospel, terwijl de daaropvolgende instrumentale track The Last Supper bijna als klassieke muziek klinkt. In de meer heftige scènes, zoals Golgotha en Judas Song, bedient Snell zich van elementen uit de toenmalige progrock. Son of the World, aan de andere kant, is juist weer een echte ballad. Ondanks de veelheid aan stijlen weet Snell de structuur te behouden door verschillende muzikale motieven te laten terugkeren. Zo klinkt muziek van Betrayal (Judas en Petrus) twee nummers later opnieuw in The Trial (Pilatus). En in Song for John speelt de gitaar op een gegeven moment (5:00) het motiefje uit het eerdere instrumentale nummer Golgotha.


Echt symfonisch wordt het in het een-na-laatste nummer, Jesus Alive. Nadat een vertwijfelde Maria van Magdala de opgestane Jezus heeft gezien, valt Jezus' moeder Maria haar bij: ‘I’ve seen the Lord’. Na een kort instrumentaal intermezzo bouwt het stuk op naar een enorme climax. Eerst zet het orkest in met een rifje in de lage strijkers en een karakteristiek motiefje in de koperblazers. Vervolgens voegt het koor er een vocale laag aan toe, afgetopt door een fanfare van de trompetten. De muziek, die telkens een toontje hoger gaat, bereikt een apotheose. Dit is vaak het moment dat het publiek in applaus uitbarst. The Passion eindigt echter met het ingetogen Peace be with you.


The Passion van Adrian Snell heeft vanaf het begin een breed publiek aangesproken, ook liefhebbers buiten de christelijke popwereld. Bovendien werkten gerenommeerde muzikanten mee aan de eerste grote uitvoeringen van The Passion. Zoals gezegd tekende voor de eerste opname het Britse Royal Philharmonic Orchestra voor de orkestpartijen. Simon Phillips, de latere drummer van Toto, speelde mee in de Adrian Snell Band. Ook in Nederland kent het stuk legendarische uitvoerders. Onder meer het Metropole Orkest met dirigent Rogier van Otterloo en zangeres Margriet Eshuijs brachten in 1982 een van de eerste Nederlandse uitvoeringen, die indertijd door de NCRV op tv werd uitgezonden. Nog steeds kun je The Passion in de periode voor Pasen op verschillende plekken in Nederland beluisteren. Vanwege zijn jarenlange band met Nederland keert Adrian Snell vaak naar ons land terug om zijn passie uit te voeren.

Jan-Willem van Ree

Ook rond Pasen 2025 komt Adrian Snell naar Nederland om zijn werk uit te voeren. Meer informatie vind je hier.