César Franck was tegelijkertijd een wonderkind en een laatbloeier. Zijn ouders zagen al snel zijn enorme talent, maar hadden vooral interesse in het geld en de roem die zij hiermee zouden verwerven… Zijn ouders bleven hem dan ook vooral zien als pianovirtuoos, waardoor het componeren op de tweede plaats kwam. Helaas ging het met zijn virtuosendom minder florissant dan zijn ouders hadden gehoopt, en ging hij zijn geld meer en meer verdienen als docent en organist. Componeren bleef op de achtergrond, maar intussen kreeg hij wel prominente leerlingen als Henri Duparc. Tegen wil en dank ontstond er zelfs een soort ‘Franck-school’ van leerlingen, die hem liefkozend hun ‘Pater seraphicus’ noemden. Pas tegen zijn vijftigste begon Franck als componist enige bekendheid te krijgen, en vanaf zijn 52e begon eindelijk een vruchtbare en productieve periode als componist, die tot aan zijn dood (op zijn 68e) duurde. Franck is vooral beroemd geworden met zijn instrumentale muziek, met als hoogtepunt de populaire vioolsonate in A. Daarnaast werd zijn kleine verzameling orgelwerken bijzonder invloedrijk. (TC)
In de jaren '40 en '50 beleefde operacomponist Gian Carlo Menotti successen op Broadway met de producties The Medium, The Consul en The Saint of Bleecker Street. Voor zijn levensgezel Samuel Barber schreef hij het libretto van diens opera Vanessa.
Voor de een was hij een collaborateur, voor de ander het artistieke geweten tijdens de stalinistische terreur: ondanks zijn traditionele en makkelijk in het gehoor liggende stijl weten we nog steeds niet wie hij eigenlijk was. In 1936 kwam Sjostakovitsj in conflict met Stalin zelve vanwege de al te gewaagde opera Lady Macbeth van Mtsensk. Noodgedwongen besloot de componist zich te conformeren aan het regime: zijn Vijfde Symfonie van het jaar daarop droeg als ondertitel: 'De reactie van een Sovjetartiest op gerechtvaardige kritiek'. Om de arbeider cultureel te verheffen ontwikkelde Sjostakovitsj een eenvoudige stijl; tegelijkertijd wist hij met dit toegankelijke materiaal enorm geladen spanningsbogen te creëren. Ogenschijnlijk voegde de componist zich dus naar de wensen van de macht, maar tegelijkertijd is er maar weinig muziek die het lijden van het Russische volk op zo'n indringende wijze heeft weten te peilen. (HJ)
Robert Schumann was groot in het kleine: zijn piano- (Papillons, Carnaval, Humoreske, Kreisleriana, Kinderszenen) en liedcycli (Dichterliebe) zijn als het ware lange ketens van wisselende stemmingen, variërend van lieflijke dromerijen tot stormachtige razernij. In zijn Davidsbündlertänze deed hij het voorkomen alsof de dansen afwisselend geschreven waren door twee tegengestelde alter ego's: de energieke Florestan en de melancholische mijmeraar Eusebius. Deze Davidsbündlertänze waren een uitdrukking van Schumanns liefde voor de 10 jaar jongere Clara Wieck, de dochter van Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck (die overigens fel tegen de verloving gekant was). Schumanns compositorische arbeid bleef overigens niet beperkt tot het maken van miniaturen alleen. Mede op aandringen van Clara ging Schumann zich toeleggen op meer grootschalige vormen. Vandaar dat hij ook op het terrein van de kamermuziek, concerten, symfonieën en oratoria belangrijk werk heeft nagelaten (Symfonieën nr.2 & 3 'Rheinische', Celloconcert, Kwintet voor piano en strijkers, Das Paradies und die Peri). Schumanns laatste jaren waren triest: op 27 februari 1854 gooide de manisch-depressieve componist zijn trouwring in de Rijn, om vervolgens zelf in het ijskoude water te springen. Na zijn redding verbleef hij vrijwillig in een gesticht, waar hij op 29 juli 1856 overleed.
De zonen van Bach hadden het niet makkelijk: vader Johann Sebastian was ongetwijfeld streng, en als je compositieambities had, moest je ook nog eens uit de schaduw van de grote Bach zien te blijven. Gelukkig hadden de zoons het muzikale tij mee. Waar de muziek van vaderlief volgens een hardnekkig cliché steeds ouderwetser werd, haakten de meeste zoons aan bij de nieuwste trends van de vroeg-klassieke periode. Oftewel: relatief eenvoudige, melodieuze en niet al te ernstige maar wel gepassioneerde en flitsende muziek. Carl Philipp Emanuel werd de opvallendste Bach-zoon. Zoals alle zoons kreeg hij natuurlijk een gedegen muziekopleiding van zijn vader, en Carl Philipp ontwikkelde zich tot een uitzonderlijk getalenteerde klavier-speler. Daarnaast was hij een productieve componist, en van de zonen was hij het die de kwaliteit van zijn vader het meeste benaderde, ook al was dat in een heel andere stijl. (TC)
Chopin behoort tot de grootste componisten uit de romantische pianotraditie. Hij was een meester in het ‘groots maken van de kleine vorm’. Zijn ballades, mazurka’s, polonaises, preludes, etudes en nocturnes behoren tot de populairste standaardwerken ooit geschreven voor piano.
Het wonderkind groeide op in een middenklasse gezin dat vertoefde in de wereld van de Warschau intelligentsia. Toen in 1830 de Novemberopstand in Polen uitbrak, verbleef de twintigjarige Chopin in Wenen. De banneling zou zijn vaderland nooit meer terugzien, hij settelde zich in het bloeiende culturele Parijs.
Hij vermeed publieke concerten, maar speelde wel graag in intieme settings als exclusieve salons en thuis voor vrienden. Zo bouwde Chopin een reputatie op als exceptioneel pianist, pianoleraar en componist.
Tijdens zijn tien jaar durende relatie met de feministische schrijfster George Sand schreef hij in haar zomerverblijf Nohant zijn belangrijkste composities. Door oplopende spanningen en onenigheid gingen Sand en Chopin uit elkaar, en de altijd al aan een zwakke gezondheid lijdende Chopin teerde langzaam weg en overleed op 39-jarige leeftijd aan tuberculose.
Chopin bracht een unieke synthese tot stand tussen de Weense ‘bravura/briljante’ stijl en de Frans/Engelse lyrische stijl. Ondanks zijn technisch veeleisende stukken lag de nadruk op zangerige expressie en een poëtische atmosfeer. Hij creëerde de instrumentale ballade en bracht salongenres door vernieuwingen en verfijningen op een hoger plan. (SvdP)