De Franse componiste Thérèse Brenet studeerde eerst in Reims en vervolgens in Parijs bij onder anderen Milhaud, Duruflé en Dutilleux; een studie die zij besloot met het behalen van de Prix de Rome. In 1970 werd ze benoemd als docente aan het Conservatorium van Parijs. Ondanks deze indrukwekkende carrière is Brenet nog nauwelijks bekend buiten Frankrijk, maar wellicht kan deze cd daarin enige
… wijziging brengen. Het Poolse orkest Filharmonie Sudecka speelt onder leiding van Dominique Fanal een viertal concertante werken van Brenet. Alle duren ruim een kwartier en hebben een duidelijke programmatische achtergrond. Zo is in "Odi et amo" voor viool en orkest, met Jérôme Akoka (viool), een vers van Catullus de emotionele leidraad voor het werk geweest. In dit vers vraagt de Romeinse dichter zich af hoe hij tegelijk kan liefhebben en haten, en deze dualiteit heeft Brenet in dit stuk proberen te verwerken. Ook "Le retour de Quetzalcoatl" voor cello (gespeeld door Jérôme Pinget) en orkest heeft een buitenmuzikaal gegeven als ruggengraat, namelijk de ontvangst van Cortèz door de Azteken, die deze Spaanse kolonist aanzagen voor de god Quetzalcoatl, waarvan hun religie de terugkomst voorspelde. Ook het "Poème" en "Aeterno certamine" hebben een achterliggend verhaal, zij het minder expliciet. Brenet benadrukt dat zij een spontaan vloeiende muziek schrijft, zonder gebruik van klassieke doorwerkingstechnieken. Het resultaat is kleurrijk, maar veel behoudender dan dat van bijvoorbeeld haar leraar Dutilleux en doet in de langzame delen soms aan Messiaens zoete klanken herinneren. De uitvoeringen zijn goed. (JvG)_meer