Josef Neruda, organist van de kathedraal in Brünn, had zulke muzikale kinderen dat hij tournees met ze kon maken. Twee van zijn dochters speelden viool, en zoon Viktor speelde cello. En samen vormden ze een kwartet, waarbij vader de altviool voor zijn rekening nam. Er was echter nog een zoon, en om hem draait het op deze cd. Deze zoon, Franz genaamd, speelde aanvankelijk viool, net als zijn beide
… zusters. Familieomstandigheden noopten hem echter om de viool om te ruilen voor de cello, omdat zijn broer Viktor tijdens een tournee in St. Petersburg overleed. Tijdens die tournee vond de familie een enthousiaste bewonderaar in niemand minder dan sprookjesverteller Hans Christian Andersen. Het zal dan ook geen toeval geweest zijn dat de familie vervolgens naar Scandinavische streken afreisde. Ze hadden niet beter kunnen doen, want de beide zusters trouwden met Zweedse musici en Franz werd lid van de koninklijke kapel in Kopenhagen. Op deze uitgave leren we Franz Neruda kennen als de componist van vijf innemende celloconcerten in de trant van Saint-Saëns of van Lalo. Bij al deze concerten gaat het om ééndelig doorgecomponeerde werken. (HJ)meer