Sla een willekeurige biografie over Franz Liszt (1811-1886) open en je leest vooral over zijn rusteloze bestaan als pianovirtuoos, zijn gepassioneerde liefdesleven en de terugkeer naar zijn katholieke wortels aan het eind van zijn leven. Dat mag allemaal waar zijn, toch schept het maar een beperkt beeld van zijn veelomvattende muzikale persoonlijkheid. Naast pianist, dirigent, docent en organisator was Liszt bovenal componist van een even omvangrijk als grillig oeuvre. Hoewel pianowerken zijn ‘core business’ waren, stond hij aan de wieg van het symfonisch gedicht, rekende hij af met het stoffige imago van het orgel en gaf hij het oratorium een nieuwe impuls. Daarnaast was Liszt met zijn pianotranscripties van onder andere Bachs orgelwerken en Berlioz' Symphonie Fantastique een warm pleitbezorger van zowel oude als nieuwe muziek. Samen met schoonzoon Richard Wagner stond hij in de voorhoede van de romantische beweging en anticipeerde met nieuwe compositietechnieken op de muzikale revoluties van de vroege twintigste eeuw. (JWvR)
György Ligeti geldt als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de na-oorlogse avant-garde, naast Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, Luciano Berio en Iannis Xenakis. Hoewel de science-fiction-klassieker 2001: A Space Odyssey vooral de bekendheid van Strauss' Also sprach Zarathustra heeft bevorderd, is de meest indrukwekkende muziek van de film toch afkomstig van Ligeti (Atmosphères, Lux aeterna en het Requiem). Ligeti's sombere klanken konden ook voor vrolijker zaken worden aangewend: in zijn obscene en doodsverachtende opera 'Le Grand Macabre' zou hij op hilarische wijze de spot drijven met de griezeleffecten van de experimentele muziek. Ligeti's maniakale experimenten overschreden vaak de menselijke maat (denk aan de extreem virtuoze Etudes voor piano). Misschien was zijn meest consequente stuk wel de louter mechanische Poème Symphonique voor 100 langs elkaar heen tikkende metronooms. Naar verluidt werd de in Hilversum gemaakte opname van de première (1963) meteen in het archief weggestopt met de aantekening: verboden uit te zenden! (HJ)
De muziek van Olivier Messiaen is een combinatie van vroom katholicisme, extravagante verbeelding en liefde voor de natuur. Aanvankelijk maakte hij naam met grootschalige cycli (L'Ascension, La Nativité du Seigneur, Les Corps Glorieux, Quatuor pour la fin du temps, Vingt Regards sur l'Enfant-Jésus, Turangalîla-Symfonie) en breedsprakige titels ('Transport de joie d'une âme devant la gloire du Christ qui est la sienne', om een bescheiden voorbeeld te noemen). Bij verschillende gelegenheden lichtte Messiaen zijn bedoelingen toe, waarbij theologie, symboliek, kleur, modi en ritmiek de revue passeerden. Ironisch genoeg wist deze kleurrijke figuur eveneens zijn stempel te drukken op de niet zo kleurrijke avant-garde van de jaren 1950. Met zijn 'Mode de valeurs et d'intensités' (deel 4 van de Quatre études de rythme) wees Messiaen het pad aan dat zijn leerlingen Stockhausen en Boulez verder zou volgen. Veel kenmerkender voor Messiaens eigen ontwikkeling is de integratie van de vogelzang, die hij, gewapend met schetsboek en bandrecorder, opnam in de vrije natuur. Het hoogtepunt van Messiaens oeuvre is, hoe zou het ook anders, de opera Saint François d'Assise. In dit kolossale werk van meer dan vier uur is de langste scène ingeruimd voor een gigantisch vogelkoor, met soorten van Umbrië (het thuisland van de heilige) tot Nieuw Caledonië. (HJ)