Van alle artiesten die opkwamen in de jaren zestig boezemde niemand meer ontzag in dan Jimi Hendrix. Na te hebben getoerd met enkele rhythm-and-bluesbands verhuisde de gitarist in 1966 naar Londen en formeerde de Jimi Hendrix Experience. Zijn terugkeer naar de VS, tijdens het Monterey Festival, was het begin van een dollemansrit van roem, drugs en muzikale triomfen die eindigde met zijn dood op 27-jarige leeftijd. Tijdens zijn korte leven leverde Hendrix drie uitzonderlijke studioalbums af en bracht een ongehoorde hoeveelheid vuur en emotie in de rockmuziek. De wereld kan zich alleen maar afvragen wat hij nog meer zou hebben gedaan als hem wat meer tijd zou zijn gegund.
Van alle Beatles was Paul McCartney veruit het meest succesvol als soloartiest. Hoewel velen (waaronder John Lennon) zijn werk na de Beatles als oppervlakkig bestempelden, sprak Pauls buitengewone populariteit voor zichzelf. Mull Of Kintyre stond een tijdje te boek als de meest succesvolle single aller tijden. In de jaren negentig waagde McCartney, die inmiddels tot ridder van het Britse rijk was benoemd, zich aan klassieke composities en soundtracks, en werkte hij samen met bewonderaars als Elvis Costello. Tegelijkertijd bleef hij het soort rock-'n-roll maken dat hij mede heeft helpen ontwikkelen, echter zonder het hitsucces dat hij in de voorgaande decennia had.
(bron: wikipedia)New York
John Winston Ono Lennon (geboren als John Winston Lennon), (Liverpool, 9 oktober 1940 – New York, 8 december 1980) was een Britse popmusicus en -componist, vredesactivist en oprichter van de Liverpoolse popgroep The Quarrymen, die na enkele wijzigingen in de bezetting evolueerde tot de wereldwijd succesvolle The Beatles. Samen met Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr had Lennon met deze band niet alleen groot commercieel succes, maar ook een belangrijke en richtinggevende rol in de popmuziek.-... meer
De honderdste verjaardag van Elliott Carter op 11 december 2008 zal wereldwijd tot de nodige concerten leiden (o.a. een driedaagse in Amsterdam). Het is maar de vraag of hij hiermee alsnog geliefd zal worden bij een breed publiek. Het maakt ook niet uit: in meer dan één opzicht heeft deze modernist van de oude stempel de tijd aan zijn kant. Hij vond zijn eigen stijl pas vanaf eind jaren ’40 in werken als de Sonate voor cello en piano en het Eerste Strijkkwartet: composities waarin de verschillende instrumenten vaak onafhankelijk van elkaar verschillende tijdspaden lijken te bewandelen. Het was het begin van een oeuvre dat schatplichtig was aan zowel het Europa van Schönberg, Debussy en Stravinski als aan het Amerikaanse modernisme van Ives, Varèse en Nancarrow. (HJ)