Astor Piazzolla (1921-1992) is één van de belangrijkste tangocomponisten uit de geschiedenis. Verrassend is dat hij een groot deel van zijn jeugd doorbracht in New York. In 1937 keert Piazzolla terug naar zijn geboorteland Argentinië. Daar richt hij zich op een carrière als klassiek pianist terwijl hij ’s avonds accordeon speelt in tangocabarets. Vanaf 1955 werkt hij aan zijn eigen composities die deze twee invloeden verweven tot een vernieuwend geluid, de ‘neuvo tango’. Op de bruiloft van kroonprins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta maakte Carel Kraayenhof goede sier met Piazzolla’s compositie Adios Noniño. Piazzolla overleed in 1992.
Django Reinhardt is een monumentale figuur binnen de Europese swingmuziek. Hij werd in 1910 in Liberchies (België) geboren in een artistieke familie van Sinti-zigeuners. Hoewel Reinhardt amper kon lezen of schrijven, was hij een virtuoze speler op de akoestische gitaar. Door zijn onnavolgbare spel werd de gitaar meer geaccepteerd als solo-instrument. Het was bijzonder dat Reinhardt zo goed speelde, zeker omdat hij anderhalve vinger miste, die hij verloor na een brand in zijn woonwagen. Samen met violist Stéphane Grapelli richtte hij in 1934 het Quintette Du Hot Club De France op. Het duo pionierde in een stijl die later ‘hot jazz guitar’ en ‘gypsy swing’ werd genoemd. Reinhardt was een onberekenbare figuur. Zo zijn er anekdotes dat hij optredens op het laatste moment afzegde, omdat hij liever ging wandelen. Reinhardt stierf jong, hij werd slechts 43 jaar, maar zijn invloed op artiesten na hem (zoals Rosenberg Trio) was groot.
Malcolm Arnold componeerde talloze symfonieën, balletten en concerten, maar werd met name beroemd dankzij de fluitende krijgsgevangenen van The Bridge on the River Kwai. Arnolds arrangement ging terug op een patriottistische mars uit WO I. Het Britse bioscooppubliek associeerde het deuntje echter vooral met het scabreuze 'Hitler has only got one ball'. Vulgair of niet: de componist hield er in 1958 een Oscar aan over.