Samen met Arnold Schönberg en Alban Berg heeft Webern de basis gelegd voor een groot deel van de 20e-eeuwse muziek. Hij deed dat echter op een compleet eigen manier. Waar Berg nog een echte romanticus en Schönberg een echte expressionist was, ging Webern opvallend nieuwe wegen bewandelen. Natuurlijk was zijn muziek even atonaal als die van zijn vakgenoten, maar hij keerde zich op nog veel meer manieren af van de klassiek-romantische traditie. Zijn stukken zijn doorgaans kort, klein bezet en vooral erg leeg. Webern is dé man van de miniaturen geworden, en zijn Variaties voor piano op.27 zijn wellicht de beroemdste voorbeelden. In zijn rigide muziek is hij bovendien sterk beïnvloed door middeleeuwse muziek - iets waarin hij componisten als Arvo Pärt voorging. Maar Weberns muziek is niet zo warm als die van Pärt, maar een stuk koeler en afstandelijker. Webern creeërt een werkelijk eigen en nieuw muzikaal universum, waardoor zijn muziek ook nu nog steeds spannend klinkt. (TC)
Astor Piazzolla (1921-1992) is één van de belangrijkste tangocomponisten uit de geschiedenis. Verrassend is dat hij een groot deel van zijn jeugd doorbracht in New York. In 1937 keert Piazzolla terug naar zijn geboorteland Argentinië. Daar richt hij zich op een carrière als klassiek pianist terwijl hij ’s avonds accordeon speelt in tangocabarets. Vanaf 1955 werkt hij aan zijn eigen composities die deze twee invloeden verweven tot een vernieuwend geluid, de ‘neuvo tango’. Op de bruiloft van kroonprins Willem-Alexander en Máxima Zorreguieta maakte Carel Kraayenhof goede sier met Piazzolla’s compositie Adios Noniño. Piazzolla overleed in 1992.