Leonard Salzedo (1921-2000) behoort tot de vele Britse componisten van de 20ste eeuw die in eigen land een bescheiden reputatie opbouwden met hun gematigd moderne muziek, maar in het buitenland nagenoeg onopgemerkt bleven. Salzedo werd geboren in Londen en stamde uit een Spaans-Joodse (sefardische) familie. Hij studeerde met succes aan het Royal College of Music en behaalde prijzen voor zijn vioolspel
… en zijn composities. Zijn muzikale carrière omvatte verschillende facetten. Hij was lange tijd de assistent van de beroemde dirigent Thomas Beecham en trad later ook regelmatig als dirigent op. Daarnaast profileerde hij zich vooral in de balletwereld: hij leidde verschillende gezelschappen en schreef muziek voor maar liefst zeventien balletten. Op deze cd speelt het Archæus Quartet een selectie uit de kamermuziek van Salzedo. Geopend wordt met het Strijkkwartet nr.2, op.3, voltooid in 1943, maar in later jaren verschillende malen herzien. De opzet heeft de reguliere vier delen en het idioom is gematigd modern: een vrije omgang met de tonaliteit en een overwegend traditionele behandeling van de thema’s, die op 19de-eeuwse wijze worden ‘verwerkt’. Tot Salzedo’s laatste werken hoort de Sonate voor viool en altviool op.132, een stuk behoort tot de in de 20ste eeuw zeldzame categorie van duo’s voor twee melodie-instrumenten, waaronder ook Prokofjevs Sonate voor twee violen valt. Met zijn effectieve schrijfwijze vermijdt Salzedo dat het klankbeeld iel wordt; meermalen kan men zich nauwelijks voorstellen dat er slechts twee instrumenten spelen. Tenslotte komt het Strijkkwartet nr.7, op.123 uit 1969 aan bod. Het heeft als ondertitel ‘Cuatro voces Ladinos’ en dat verwijst naar de autobiografische achtergrond van dit werk, dat werd geschreven naar aanleiding van het overlijden van Salzedo’s vader. ‘Ladinos’ is Spaans voor sefardische Joden en hier worden de vier kwartetinstrumenten als dergelijke stemmen aangeduid. De muzikale voorkeuren van Salzedo’s vader worden geschilderd in met name het derde deel, waar diens favoriete ‘Kaddish’-melodie in de cello klinkt, volgens aanwijzing in de partituur te spelen met overdreven gevoel, net zoals Salzedo’s vader, zelf cellist, placht te doen. Net zoals veel van zijn land- en tijdgenoten hield Salzedo zich verre van avant-gardistische extremen. Dit is dus tamelijk conservatieve muziek, maar wel geschreven met vakmanschap en soms ook met een ‘drive’ die het beluisteren aantrekkelijk maakt. (JvG)meer