De Finse componist Kalevi Aho staat vooral bekend om zijn symfonieën en soloconcerten. Zijn vijf strijkkwartetten daarentegen nemen een bescheiden plek in binnen zijn oeuvre, maar markeren wel het begin van zijn carrière. Lange tijd verbood Aho de uitvoering van zijn Eerste Strijkkwartet (1967), dat hij als schoolgaande tiener schreef. Te schools en te klassiek georiënteerd, oordeelde de componist
… destijds. Pas recent kwam Aho op zijn oordeel terug. Zijn Tweede Strijkkwartet (1970) componeerde Aho als student aan de Sibelius Academie in Helsinki. Dit kwartet, waarin de geest van Sjostakovitsj duidelijk rondwaart, bestaat uit drie contrasterende fuga’s die het verloop van het stuk een zekere psychologische dramaturgie geven, aldus de componist. Met zijn Derde Strijkkwartet (1971) breekt Aho het duidelijkst met het verleden en gaat op weg naar een eigen geluid. De acht deeltjes goot Aho in de vorm van een palindroom. Materiaal uit de eerste vier delen komt in omgekeerde volgorde, al dan niet gevarieerd, in de laatste vier delen terug. Het stuk laat zich, aldus Aho, beluisteren als een reis van eenvoud naar complexiteit, waarbij de aanvankelijke onschuld gaandeweg verloren is gegaan. Het is een metafoor die eveneens opgaat wanneer je Aho’s eerste drie strijkkwartetten, hier meesterlijk gespeeld door het Stenhammar Quartet, in chronologische volgorde beluistert. Samen met zijn Eerste Symfonie betekende dit Derde Strijkkwartet Aho’s definitieve doorbraak als componist. Mooi dat Aho’s compositorische ‘voorland’ met dit album nu ook te beluisteren is. (JWvR)meer