Het is niet denigrerend bedoeld, maar Harrison Birtwistle behoort tot de voormalige modernisten die we zo langzamerhand als ouderwets kunnen beschouwen. Zijn na-oorlogse generatie had het ideaal om de muziek ‘from scratch’ op te bouwen, los van tradities en herkenbaarheid. Tegelijkertijd had dat modernistische ook iets primitiefs, zoals een abstracte sculptuur in een landelijke omgeving iets
… van een omineuze totempaal krijgt. Dat dubbele weerspiegelt ook Birtwistle’s achtergrond, afkomstig als hij is vanuit het even landelijke als industriële Accrington. Voor wie naar herkenbare melodieën en harmonieën zoekt is deze kamermuziek zo gesloten als een steen. Maar toch opent ook deze klankwereld zich gaandeweg. Vaak cirkelen de klanken rond een centrale toon of een ritmische beweging, zoals bijen in een bruidszwerm de koningin nazitten. Het meest toegankelijk zijn de verstilde, lyrische slotfases. Zoals in het laatste deel van het Oboe quartet. (HJ)meer