Deze cd is alleen al opmerkelijk vanwege de Sonate en ré pour violoncelle et piano van de ten onrechte vergeten Pierre Onfroy de Bréville (1861-1949). Hij behoorde tot de eerste generatie compositiestudenten van César Franck, waardoor hij in de klas zat met Duparc, Chausson, Lekeu, Ropartz en D’Indy. De Bréville componeerde drie werken voor de combinatie cello en piano: de Poème Dramatique,
… de Fantaisie appassionata en de onderhavige sonate, die in 1931 door Gérard Hekking in première werd gebracht in de Salle Pleyel. Charles-Marie Widor is vooral bekend vanwege een reeks magistrale Symfonieën voor orgel, maar hij componeerde veel meer dan dat. Zijn tweede Pianokwintet ontstond in 1896, een jaar na de Symphonie Gothique voor orgel (nr.9 in rij). Gabriel Pierné, tenslotte, was de opvolger van César Franck als organist van de St. Clotilde. Pierné’s compositorische werk staat in de schaduw van zijn ijver om andermans werk voor het voetlicht te brengen. Zo dirigeerde hij ondermeer Ravel’s Daphnis et Chloë, en bracht hij Stravinski’s L’Oiseau de Feu in première. Zijn Trois Pièces en Trio pour violon, alto et violoncelle werd opgedragen aan het fameuze Trio Pasquier. (HJ)meer