Net als bij de evolutionaire stamboom wordt ook de muziekgeschiedenis eerder bepaald door takken en zijtakken dan door een centrale stam. Zo was Hieronymus Praetorius een belangrijke voorloper van de Noord-Duitse orgelschool, onafhankelijk van de Amsterdammer
Sweelinck en diens leerlingen. In 1586 volgde Praetorius zijn vader op als organist van de Sint-Jacobikerk in Hamburg, een post hij tot aan
… zijn dood in 1629 vervulde. De belangrijkste bron voor Praetorius' orgelmuziek is de Zweedse Visby orgeltabulatuur (een vroege verzameling met orgelmuziek voor de Lutherse kerkdienst). Het boek bevat onder andere acht Magnificat bewerkingen volgens de acht kerktoonsoorten (1611). Feitelijk vormen deze de eerste samenhangende orgelcyclus van een Noord-Duitse componist. De muziek is vaak vijfstemmig, wat een groot orgel met pedaal suggereert. Het was voor Léon Berben soms puzzelen hoe hij die laat-renaissancistische klankpracht moest verdelen over de klavieren en het (dubbel-)pedaal. In de bewerking van het lied Wenn mein Stündlein zitten zelfs passages die door één hand op twee klavieren gespeeld moeten worden, wat voor die tijd (en ook grotendeels daarna) waarschijnlijk een unicum was. (HJ)meer