Voor veel orgelliefhebbers is het legendarisch: de Cantilena (bijnaam: tante Lena) van Josef Rheinberger, gespeeld door Feike Asma op de vox humana van het orgel in de Oude Kerk in Amsterdam. Het laat negentiende-eeuwse orgel van Voit & Söhne in Durlach klinkt misschien minder etherisch, maar het lieflijke stuk (uit Sonate nr.11) is er niet minder expressief om. Dankzij deze box van organist
… Christian von Blohn kunnen we kennis maken met al die andere orgelsonates van Rheinberger, twintig in getal. Deze overdaad aan orgelromantiek is in zijn geheel nooit echt bekend geworden, Rheinbergers reputatie ten spijt. Voor hedendaagse luisteraars zal het geheel al snel klinken als ‘meer van hetzelfde’. Het is echter geen schande om naar hoogtepunten te zoeken, want die zijn er beslist. Zoals de imposante Passacaglia van Sonate nr.8, ingeleid door een fantastisch Scherzoso. Of het meeslepende Preludium waarmee de Sonate nr.19 opent. En ook met de voornoemde Cantilena is niets mis. Rheinberger droeg zijn Negende Sonate op aan Guilmant, een componist waarmee Rheinberger te vergelijken is qua kwaliteit en kwantiteit. De bewondering was wederzijds. Guilmant bedankte Rheinberger per brief, waarin hij ook zijn bewondering uitte voor de Sonate nr.8. (HJ)meer