(bron: wikipedia)Franz Peter Schubert (Wenen, 31 januari 1797 – aldaar, 19 november 1828) was een Oostenrijks componist.Hij stierf al op 31-jarige leeftijd, maar toch schreef Schubert meer dan 1000 muziekstukken met als bekendste werken Die schöne Müllerin en de Onvoltooide...
meer
Robert Schumann was groot in het kleine: zijn piano- (Papillons, Carnaval, Humoreske, Kreisleriana, Kinderszenen) en liedcycli (Dichterliebe) zijn als het ware lange ketens van wisselende stemmingen, variërend van lieflijke dromerijen tot stormachtige razernij. In zijn Davidsbündlertänze deed hij het voorkomen alsof de dansen afwisselend geschreven waren door twee tegengestelde alter ego's: de energieke Florestan en de melancholische mijmeraar Eusebius. Deze Davidsbündlertänze waren een uitdrukking van Schumanns liefde voor de 10 jaar jongere Clara Wieck, de dochter van Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck (die overigens fel tegen de verloving gekant was). Schumanns compositorische arbeid bleef overigens niet beperkt tot het maken van miniaturen alleen. Mede op aandringen van Clara ging Schumann zich toeleggen op meer grootschalige vormen. Vandaar dat hij ook op het terrein van de kamermuziek, concerten, symfonieën en oratoria belangrijk werk heeft nagelaten (Symfonieën nr.2 & 3 'Rheinische', Celloconcert, Kwintet voor piano en strijkers, Das Paradies und die Peri). Schumanns laatste jaren waren triest: op 27 februari 1854 gooide de manisch-depressieve componist zijn trouwring in de Rijn, om vervolgens zelf in het ijskoude water te springen. Na zijn redding verbleef hij vrijwillig in een gesticht, waar hij op 29 juli 1856 overleed.
Hugo Wolf behoort samen met Gustav Mahler tot de grootmeesters van het laat- romantische lied. Beiden sloten aan bij de liedtraditie van Schubert en Schumann, maar intensiveerden het genre dankzij de verworvenheden van Wagner op het gebied van tekstdeclamatie en harmonische ontwikkeling. Bijzonder aan Wolfs liedcycli is dat ze vaak gewijd zijn aan één dichter, zoals de Mörike-Lieder (1889), Eichendorff-Lieder (1889) en Goethe-Lieder (1890). Van elke tekst maakte hij een grondige studie en baseerde daarop zijn compositorische beslissingen. Harmonische nuances, vorm, vocale declamatie en pianistische textuur zijn onlosmakelijk met de tekst verbonden. Hierin was Wolf een ware meester. Mede door het psychologisch raffinement laten zijn liederen zich beluisteren als miniatuuropera’s. Hoewel hij verschillende pogingen heeft ondernomen wilde het met ‘echte’ opera’s echter niet zo vlotten. Alleen Der Corregidor (1896) werd voltooid. Direct daarna ging het snel bergafwaarts. In 1897 kreeg Wolf een zenuwinzinking als gevolg van een in zijn tienerjaren opgelopen syfilisinfectie. Na een mislukte zelfmoordpoging werd hij opgenomen in een Weense kliniek. De sombere Michelangelo-Lieder (1898) zou zijn laatst voltooide compositie zijn. Wolf overleed in 1903, drie weken voor zijn 43ste verjaardag. (JWvR)
Henri Duparc is wellicht één van de efficiëntste componisten uit de muziekgeschiedenis: met slechts een handjevol werken heeft hij zich beroemd gemaakt. Duparc was namelijk ook een ontzettende perfectionist, jarenlang kon hij broeden op en schaven aan een enkel lied. Dat was namelijk zijn specialiteit: liederen, voor solozang en piano. In 16 jaar had Duparc 13 van zulke liederen naar tevredenheid voltooid, en stopte vervolgens in 1885, toen hij 37 jaar oud was, geheel met componeren. Hij trok zich terug in een rustig familieleven, en hield zich vooral bezig met lezen en het schilderen van acquarellen. Deze stap werd mede veroorzaakt door zijn steeds groeiende hypersensitiviteit. De extreme gevoeligheid, het perfectionisme en de verfijnde artistieke smaak van Duparc is goed te horen in zijn liederen: deze zijn uniek om hun afgewogenheid, subtiliteit en concentratie. Ook de teksten koos hij zorgvuldig, van vooraanstaande dichters als Baudelaire, Gautier en Armand Silvestre. (TC)