De muziek van Georg Böhm (1661-1733) is voornamelijk nog bekend bij klavecinisten en organisten, die zich bij tijd en wijle ontfermen over het bescheiden aantal werken dat is overgeleverd van deze organist en cantor, die het grootste deel van zijn leven werkzaam was in Lüneburg. Böhms faam is voornamelijk gered door een van zijn leerlingen: van 1700 tot 1702 leefde Bach onder zijn muzikale hoede.
Op deze cd wordt een tot dusver grotendeels onbekende kant van Böhm gepresenteerd: die van de componist van kerkcantates. Van de vele stukken die Böhm tijdens zijn dienstverband moet hebben gecomponeerd zijn er slechts negen overgeleverd, en daarvan klinken er hier vier. Aan alle stukken valt op dat zij een mengeling zijn van de Duitse kerkmuzikale traditie van Schütz en nieuwere, voornamelijk Italiaanse invloeden. Dat dit repertoire nog steeds in kerkelijke omgeving wortelt, blijkt uit de ondersteuning van Chrismon, die deze cd mogelijk heeft gemaakt: een Duits 'evangelisches Magazin', dat bij onze oosterburen wordt verspreid als bijlage in verscheidene zaterdagkranten. Of Böhms cantates ook in concertante context kunnen doorbreken, mag worden betwijfeld. Het is fraaie en welluidende muziek, maar niet bijzonder fantasierijk, en met name de strikt strofisch opgezette stukken als Mein Freund ist mein und ich bin sein missen een zekere afwisseling. Als welluidende documentatie van de Duitse kerkmuzikale traditie en de voedingsbodem van Bach is de opname echter zonder meer geslaagd. (JvG)meer