Het grootste deel van de loopbaan van Johann Caspar Ferdinand Fischer (1656-1746) speelde zich af in het Zuid-Duitse Rastatt, waar hij hofkapelmeester was aan het hof van de graven van Baden. Hij was afkomstig uit Bohemen, genoot zijn opleiding waarschijnlijk in het klooster van Schlackenwerth en leerde waarschijnlijk via daar werkzame musici de actuele Franse stijl van Lully kennen. Via enkele
… omwegen kwam Fischer aan het hof in Rastatt terecht, waar hij vooral kerkmuziek moest schrijven, aangezien zijn werkgevers religieuze muziek belangrijker vonden dan het onderhouden van een hofcultuur vol (muzikale) pracht en praal. Op deze cd klinkt een selectie uit die kerkmuziek, aangevuld met enkele vroegere werken. Het opvallendst aan deze muziek is de grote rijkdom aan uitdrukkingsvormen, die met relatief bescheiden middelen tot stand komt. Van grote feestelijkheid getuigen de trompetten in het ‘Concertus de Sancta Cruce’, waarin het kruisoffer verheerlijkt wordt. Ook in de antifoon ‘Regina coeli laetare’ spelen de trompetten een prominente rol. Rastatt is niet bepaald een mondain oord en was destijds ook al een hof van slechts bescheiden importantie. Maar het is tekenend voor de rijkdom van de kerkmuzikale tradities van weleer, dat men een musicus van het formaat van Fischer aanstelde en muziek van een dergelijke kwaliteit liet componeren en uitvoeren. (JvG)meer