In 1712 publiceerde de Hamburgse dichter Barthold Heinrich Brockes zijn Der für die Sünde der Welt Gemarterte und Sterbende Jesus. Het nogal bloederige gedicht diende als libretto voor een bepaald type passie-oratorium, waarbij de traditionele tekst uit het evangelie vervangen werd door een op rijm gezette parafrase. Reinhard Keiser was de eerste die deze tekst toonzette; na hem volgden Telemann,
… Handel en Mattheson. En, last but not least, Bach! Ook diens Johannes-Passion bevat duidelijk herkenbare, maar niettemin aangepaste elementen van Brockes’ tekst. Aangepast, omdat Brockes’ modieuze effectbejag destijds met argwaan werd bekeken door de Leipziger kerkenraden (vandaar dat Bach in zijn deels moderne, deels traditionele passies de evangelietekst als uitgangspunt nam). Ook de onderhavige passie van de aan de Thomasschule gevormde Johann Friedrich Fasch – hij was een leerling van Kuhnau en een bewonderaar van Telemann – is een zogenaamde ‘Brockes-Passion’. De Grove meldt dat deze passie in 1723 geschreven zou zijn. Volgens het booklet stamt het werk waarschijnlijk uit de periode 1717-1719. (HJ)meer