Anders dan bij de Westerse religieuze muziek heeft Russische kerkmuziek steeds weer de neiging gehad om zich naar binnen te keren. Deze kerkmuziek kent dan ook geen Bach, zoals de traditionele iconenkunst feitelijk ook geen Rembrandt kent. In dit isolement schuilt echter ook haar directheid en expressie, alsof er niets tussen het koor en de luisteraars instaat. Zelfs zeer wereldse figuren als
… Tsjaikovski, Rimski-Korsakov en Rachmaninov beproefden hun krachten op dit terrein, al had hun interesse waarschijnlijk meer te maken met het zoeken naar de Russische identiteit dan met vroomheid. In 1988 voltooide Sjtsjedrin (Shchedrin) zijn pseudo-orthodoxe De Verzegelde Engel, naar een kort verhaal van Leskov. Ook hier horen we dus een ‘werelds’ componist die zich geheel voegt naar de kerkelijke gebruiken (al zondigde Sjtsjedrin wel door een dwarsfluit toe te voegen). Sjtsjedrin had De Verzegelde Engel vooralsnog voor de bureaula gecomponeerd, zo ging dat onder het communistische regime. Niemand kon toen voorspellen dat hij enige jaren later voor nota bene dit werk de staatsprijs in ontvangst nemen uit handen van Boris Jeltsin. Het Letse Staatskoor weet uitstekend de spanning vast te houden in deze trage en gedragen muziek. Vandaar ook Sjtsjedrins enthousiaste aanbeveling in het booklet. (HJ)meer