In 1921 reisde Kurt Schwitters naar Praag, samen met Raoul Hausmann, Hannah Höch en Schwitters' echtgenote. In Praag voerde Raoul Hausmann een fonetisch gedicht uit, beginnend met "fmsbwtäzäu". Deze opening zou als impuls gaan fungeren voor de "Ursonate" van Kurt Schwitters (gepubliceerd in 1932). Door toevallige omstandigheden kwam de beeldend kunstenaar Jack Ox op het spoor van een zeldzame
… registratie van de "Ursonate" door Schwitters zelf. Deze uitvoering is op cd uitgebracht door Wergo. Het ruim 40 minuten durende fonetische werk bestaat uit vier delen en is opgebouwd uit klanken als "Rattatata tattatata tattatata / Rinnzekete bee bee nnz krr müüü? / Fümms bö / Fümms böwö / Fümmes bö wö täää???? (gekreischt). Heel bijzonder, maar je moet er wel tegen kunnen. Naschrift: In 1993 schreef het label Wergo deze historische opname toe aan Kurt Schwitters zelf, dit op gezag van diens zoon Ernst. Sindsdien zijn er echter twijfels gerezen aan de identiteit van de spreker. Na onderzoek van Prof. Dr. Jens-Peter Köster (Universiteit van Trier) in opdracht van de Kurt und Ernst Schwitters Stiftung lijkt het aannemelijker dat de opname is ingesproken door Ernst Schwitters. Het blijft een raadsel waarom de zoon zijn eigen stemgeluid heeft willen toeschrijven aan zijn vader. Bron: Kurt und Ernst Schwitters Stiftung & Der Spiegel: Wer spricht die Ursonate? (HJ)meer
