Musicus, filosoof, componist, theoloog, advocaat, taalkundige, schrijver: dat alles was Johann Kuhnau. En in zijn vrije tijd deed hij ook nog eens aan zelfstudie en leerde zichzelf wiskunde, grieks en hebreeuws… Zijn gigantische eruditie maakt vandaag de dag net zo veel indruk als in zijn eigen tijd. Rond zijn veertigste vond hij de baan die bij deze cv paste: hij werd cantor aan de beroemde Thomaskirche van Leipzig. Vanaf dat moment kon hij zijn enorme ervaring in de praktijk brengen. Hij gaf lessen, dirigeerde, musiceerde, en, ‘last but not least’, componeerde. Het beroemdst is Kuhnau om zijn klaviermuziek, en dan vooral zijn ‘Biblische sonaten’. In deze bundel laat hij horen hoe instrumentale muziek, zonder gezongen tekst, toch emoties kan uitbeelden. Van de ruim honderd cantates die Kuhnau schreef, zijn meer dan de helft verloren geraakt, en van de andere helft is slechts zelden iets te horen of opgenomen. Hopelijk komt daar verandering in: de enkele voorbeelden die we kennen, doen naar meer verlangen. (TC)
Dieterich Buxtehude is bij het grote publiek vooral bekend door Johann Sebastian Bachs bewondering voor zijn orgel- en componeerkunsten: hiervoor reisde Bach naar het noord-Duitse Lübeck, om er maar liefst vier maanden te verblijven. Dit feit zegt iets over de kwaliteit van Buxtehude's kunsten, maar ook over de invloed van Bach op de muziekgeschiedenis - niet alleen die na hem, maar ook vóór hem… De muziek van Buxtehude (van oorsprong een Deen!) blijkt echter ruimschoots op eigen benen te kunnen staan. Buxtehude heeft bijna veertig jaar in Lübeck gewoond en gewerkt, en heeft daar in deze tijd grotendeels het muziekleven bepaald. Beroemd werden zijn zelfbedachte en georganiseerde 'Abendmusiken' - muziekuitvoeringen buiten de kerkelijke liturgie om. Van Buxtehude's vocale muziek is het meeste overgeleverd, en hier is dan ook het beste zijn enorme fantasie en creatieve vrijheid te zien. Als organist was Buxtehude's faam wijd verspreid, en als je zijn orgelpreludes beluistert hoor je snel waarom: ook hier is de variatie enorm. Gecombineerd met een ongekende virtuositeit was hiermee zijn roem snel gevestigd. Dan verbaast het ook niet meer, dat Bach hier een flinke reis voor over had! (TC)
Menigeen glipt 's ochtends vroeg zijn bed uit om voor school of werk nog even iets van het Wohltemperierte Klavier te oefenen of een stukje cantate te beluisteren: iedere dag Bach! Vanaf 1723 was hij cantor van de Thomasschule in Leipzig, waarbij hij verantwoordelijkheid droeg voor de muziek in de vier belangrijkste kerken. Deze post was niet alleen muzikaal, maar ook organisatorisch zwaar: zijn meesterlijke Johannes- en
Matthäus-Passion en de vele cantates vroegen niet alleen om muzikale inventiviteit, maar ook om organisatorisch inzicht en een nauwgezette planning. Zijn ervaringen als organist, orkestmusicus en orkestleider in Arnstadt, Mühlhausen, Weimar en Köthen zullen hem hier goed van pas zijn gekomen. De Brandenburgse Concerten, de
Passacaglia in c, de
Toccata en fuga in d en het eerste boek van Das Wohltemperierte Klavier stammen uit Bachs tijd als organist en hofmusicus. Tot de vruchten van zijn Leipziger tijd behoren de Goldbergvariaties, de Hohe Messe, Das musikalisches Opfer en
Die Kunst der Fuge. (HJ)
Johann Sebastian Bach mag tegenwoordig dan wel de belangrijkste componist van zijn tijd zijn; in die tijd zelf was Telemann overduidelijk het belangrijkst. Tijdgenoten waren enthousiast over de toegankelijke en kwalitatief hoogstaande muziek van Telemann. Hij deed er bovendien alles aan om bekend te worden: in tegenstelling tot andere componisten liet hij een grote hoeveelheid van zijn muziek uitgeven, om het zo door heel Europa te verspreiden. Er is ook veel meer over Telemanns biografie en persoonlijkheid bekend, omdat hij maar liefst drie autobiografieën produceerde! Het grootste deel van zijn leven woonde Telemann in Hamburg, waar hij een gigantische hoeveelheid cantates maar ook opera’s en kamermuziek componeerde. Bovendien was hij zeer actief als organisator van concerten in de stad. Door zijn omvangrijke oeuvre is het voor de nieuwkomer lastig om te zien waar te beginnen. Voor de vocale muziek is een verzamel-cd met cantates heel geschikt voor een kennismaking; voor zijn instrumentale muziek kan men beginnen bij (een selectie van) zijn Musique de Table. (TC)
De zonen van Bach hadden het niet makkelijk: vader Johann Sebastian was ongetwijfeld streng, en als je compositieambities had, moest je ook nog eens uit de schaduw van de grote Bach zien te blijven. Gelukkig hadden de zoons het muzikale tij mee. Waar de muziek van vaderlief volgens een hardnekkig cliché steeds ouderwetser werd, haakten de meeste zoons aan bij de nieuwste trends van de vroeg-klassieke periode. Oftewel: relatief eenvoudige, melodieuze en niet al te ernstige maar wel gepassioneerde en flitsende muziek. Carl Philipp Emanuel werd de opvallendste Bach-zoon. Zoals alle zoons kreeg hij natuurlijk een gedegen muziekopleiding van zijn vader, en Carl Philipp ontwikkelde zich tot een uitzonderlijk getalenteerde klavier-speler. Daarnaast was hij een productieve componist, en van de zonen was hij het die de kwaliteit van zijn vader het meeste benaderde, ook al was dat in een heel andere stijl. (TC)