(bron: wikipedia)Michael Praetorius (eigenlijk Michael Schultheisz of Schulze), (Creuzburg, bij Eisenach, 15 februari 1571 – Wolfenbüttel, 15 februari 1621) was een Duits componist uit de beginperiode van de barokmuziek.Hij is zeer bekend vanwege zijn kerkmuziek, en was ook muziektheoreticus. Zijn...
meer
Jean Titelouze (1563-1633) was priester en organist. Hij was de eerste Franse componist die een editie van slechts eigen werken liet uitbrengen. In zijn twee orgelboeken publiceerde hij twaalf Hymnen (1623) en acht Magnificats in de verschillende kerktoonsoorten (1626) voor orgel. Enkele missen die hij schreef voor vier en zes zangstemmen zijn verloren gegaan. Hij was als organist onder meer verbonden aan de kathedraal van St. Omer en van Rouen. Deze laatste betrekking had hij bemachtigd door zijn medekandidaten te overtreffen wat betreft improvisatorisch vermogen en hij bleef er tot zijn dood. Als orgeldeskundige was hij betrokken bij orgelrestauraties in Rouen, Amiens en Poitiers. (RS)
Nicolas Lebègue (1631-1702) werd geboren in Laon (Frankrijk) en kreeg waarschijnlijk orgelles van zijn oom, die meesterbespeler van het instrument werd genoemd. In 1661 werd hij betaald voor een muzikale bijdrage in de kathedraal van Troyes. Hij was toen een beroemd organist uit Parijs, maar het is onduidelijk of en in welke kerk hij een vaste post bekleedde. Vanaf 1664 tot aan zijn dood was hij in elk geval organist van de St. Merri en daar kwam in 1678 de verplichting bij om mee te spelen in de hofkapel als organiste du Roi. Tijdens zijn leven was hij een tamelijk succesvol componist, getuige het aantal herdrukken van zijn klaviermuziek. Hij schreef drie Livre’s d’orgue (met daarin onder meer acht suites, een orgelmis en Magnificat-versetten), twee Livre’s de clavecin en motetten voor solozang met begeleiding. Zijn dubbelkorige vespermuziek is verloren gegaan. (RS)
Hij introduceerde het begrip subdominant en verdeelde akkoorden in drieklanken en septiemakkoorden. De Fransman Jean Philippe Rameau (1683-1764) is een van de belangrijkste muziektheoretici geweest in de Westerse muziekgeschiedenis, de grondlegger van de harmonieleer. Maar hij was ook een belangrijke componist, wiens invloed op de ontwikkeling van de opera niet onderschat mag worden. Rameau leidt de eerste veertig jaar van zijn leven een obscuur bestaan in de provincie, waar hij werkzaam is als organist. In 1722 vertrekt hij naar Parijs waar hij zijn theorietraktaat Traité de l'Harmonie uitgeeft. Rameau wordt erkend als een belangrijk muziektheoreticus en leraar, en spoedig ook als componist van klavecimbelmuziek. Maar zijn ambities reiken verder. Hij wil operacomponist worden. Zijn opera's Hippolyte et Aricie, Castor et Pollux en zijn opera-ballet Les Indes Galantes slaan in als een bom. De muziek is harmonisch zoveel complexer dan wat het operapubliek gewend is, minder natuurlijk maar wel dramatischer en expressiever. Rameau krijgt de steun van de steenrijke financier La Pouplinière en de banden met het hof zijn goed. Rond 1750 is hij op de piek van zijn roem. Zijn werken worden overal in Frankrijk opgevoerd. Langzamerhand verliest hij echter de steun van de verlichtingsfilosofen en na zijn dood in 1764 raken zijn opera's in de vergetelheid. Rameau blijkt teveel verbonden met het Ancien Régime om na de Franse revolutie geëerd te kunnen worden door zijn landgenoten. Pas de afgelopen decennia krijgt hij weer de aandacht die hij verdient. (CP)