Velen zullen het ermee eens zijn dat er zonder Chuck Berry geen rock-'n-roll was geweest. Berry’s debuutsingle Maybellene (1955) was een energieke tophit. Aan het einde van de jaren vijftig volgden al snel meer hits. Berry stopte met veel succes boogie en blues in de rockmuziek. Zijn stijl beïnvloedde toekomstige grote namen als The Beatles en The Rolling Stones (om er slechts een paar te noemen). Met zijn karakteristieke ‘duck walk’ bewees hij tot de meest originele entertainers van de rock te behoren.
meer
De blanke dertiger Bill Haley was in 1956 een onverwachte rock-'n-rollheld. Toch wist hij als eerste een wereldwijde rock-'n-rollhit te scoren met het aanstekelijke Rock Around The Clock. Andere bekende liedjes waren Shake, Rattle & Roll en See You Later Alligator. Tussen 1954 en 1958 waren Bill Haley en zijn groep The Comets een van de meest omstreden groepen ter wereld. Mede vanwege het feit dat hij zijn eigen nummers niet schreef, wist Haley niet uit te groeien tot een popicoon. Nadat de rock-'n-rollrage was overgewaaid, raakte de zanger in de vergetelheid en aan de drank. Hij overleed in 1981 aan een hersentumor.
De enige echte wildeman van de rock'n-roll had minstens zo veel te danken aan worstelaar en enfant terrible Gorgeous George als aan Elvis Presley. Hij speelde niet zozeer rock-'n-roll, hij speelde Jerry Lee Lewis. Deze heftige honkytonkpianist en zanger is zo'n zeldzame ster wiens talent minstens zo groot is als zijn ego. Hij was een van de eersten die bewezen dat de piano het op kon nemen tegen de gitaar als belangrijkste rock-'n-rollinstrument. Samen met Elvis, Roy Orbison, Johnny Cash en Carl Perkins vormde hij halverwege de jaren vijftig de stal van Sun Records, een club artiesten die voor altijd het gezicht van de populaire muziek zou veranderen.
Midden jaren vijftig was Little Richard de schrik van braaf Amerika. Met zijn bezeten pianospel, suikerspinkapsel en extreem luide stem groeide deze rock-'n-rollpionier uit tot een ware jeugdheld. Richard Penniman werd in 1932 geboren in Macon (Georgia) als derde in een gezin van twaalf. Armoede en racisme waren schering en inslag tijdens zijn jeugd. De kerk, en dan vooral de extatische gospelmuziek, boden uitkomst voor de excentrieke maar talentvolle Richard. Zijn hits uit de jaren vijftig (Tutti Frutti, Good Golly Miss Molly, Long Tall Sally) blijven tijdloze klassiekers. Little Richard had grote invloed op de generatie rocksterren na hem. John Lennon, Jimi Hendrix, James Brown en The Rolling Stones droegen hem op handen. Vanaf de jaren zeventig nam zijn populariteit af. Later in zijn loopbaan zwoer Richard de popmuziek meerdere keren af om gospels te gaan zingen.
“Vóór Elvis was er niets”, sprak John Lennon ooit. Een overdreven stelling, maar Elvis Presleys plotselinge beroemdheid, halverwege de jaren vijftig, ontketende een muzikale en sociale revolutie waarvan de impact nog altijd wordt gevoeld. De charmante jongeman uit Tupelo, Mississippi werd ontdekt door labelbaas Sam Phillips van Sun Records. Phillips nam de jonge zanger onder zijn hoede, wat resulteerde in de eerste single That’s All Right (Mama). De rest van het verhaal is goed vastgelegd. Elvis veroverde de hitlijsten en won later ook het bioscooppubliek voor zich. Presley was een ware ‘king’ en zijn unieke mix van country, pop en rhythm & blues was de hoeksteen van de rock-'n-roll.
Aan het einde van de jaren zestig werkte Andre Williams (1936) als liedjesschrijver voor beroemde labels als Motown en Chess. Voor Ike & Tina schreef hij de hit Shake A Tail Feather. Eerder, halverwege de jaren vijftig, had hij al rhythm & blues opgenomen: muziek voor volwassenen met dito (pikante) teksten. Aan het begin van de jaren tachtig raakte Williams langdurig aan lagerwal en was zelfs een tijd dakloos. Jon Spencer (van The Blues Explosion) pikte de zanger op uit de goot en er voltrok zich een opmerkelijke metamorfose. Gestoken in strakke maatpakken en met hulp van enkele prominente garagerockers (The Dirtbombs, The Sadies en het Groningse Green Hornet) toerde Williams weer succesvol door het Europese clubcircuit. Hij doet zijn oude bijnamen (Mr. Rhythm, The Black Godfather) weer alle eer aan.
(bron: wikipedia)Carl Lee Perkins (Tiptonville, 9 april 1932 – Jackson, 19 januari 1998) was een Amerikaans pionier in de rockabillymuziek, een combinatie van rhythm-and-blues en countrymuziek uitgebracht bij Sun Records in Memphis.
Geboren in Tiptonville, Tennessee, als zoon van een pachtboer, groeide Perkins op en raakte hij onder invloed van de zuidelijke gospelmuziek van zwarten die op de katoenvelden werkten. Toen hij zeven was, kreeg hij van zijn vader een, door hemzelf gemaakte, gitaar van een sigarenkist, een bezemsteel en binddraad.... meer
Buddy Holly - deels ideale schoonzoon, deels rockabillyrebel - was een van de meest vooruitstrevende en invloedrijke rockers uit de jaren vijftig, niet alleen in zijn solowerk maar ook als bandlid van The Crickets, het eerste werkelijk onafhankelijke popcombo. Aanvankelijk speelde Holly country, maar nadat hij voorprogramma's voor Bill Haley en Elvis Presley had verzorgd, veranderde zijn stijl in de richting van rock-'n-roll. Holly was opvallend productief in de late jaren vijftig. Hij schreef een groot aantal hits waaronder That'll Be The Day, Not Fade Away, Peggy Sue en Rave On. Deze opmerkelijke creatieve uitbarsting werd plots gestopt door zijn dood tijdens een afschuwelijk vliegtuigongeluk, waarbij ook Ritchie Valens en The Big Bopper omkwamen. Hoewel hij slechts 22 jaar oud werd, produceerde Holly een indrukwekkend oeuvre, dat vele artiesten inspireerde.
Bo Diddley wordt beschouwd als een van de grondleggers van de rock-’n-roll, met een geluid dat reeds op zijn allereerste single Bo Diddley (gebaseerd op het slaapliedje Hush Little Baby) zijn definitieve vorm had gevonden. Met zijn rechthoekige Gretschgitaar, een volumepedaal en wat maracas produceerde hij daarop een metaalachtige percussieve beat, die door volgers als The Rolling Stones (Mona, Not Fade Away), Buddy Holly (Not Fade Away) en The Band (Who Do You Love?) nadrukkelijk zou worden gekopieerd. Zoals zoveel rockers van het eerste uur wist hij geen aansluiting te vinden bij de trends die volgden en belandde in het 'golden oldies'-circuit. Het respect onder zijn collega’s bleef onverminderd groot. Zoals Tom Petty het uitdrukte: “Elvis is king, but Bo Diddley is daddy.“
Johnny Cash, de onvervalste ‘outlaw’ die liedjes zong alsof hij als cowboy aan het kampvuur zat, schreef in de jaren vijftig country- en rockabillygeschiedenis op het Sun-label. De ongepolijste en charismatische Cash werd aan het eind van de jaren zestig een superster in Amerika, compleet met een eigen tv-show en een glanshuwelijk met June Carter. In de jaren negentig bracht Cash zijn American Recordings albums uit, die juichend werden ontvangen. Op deze cd’s zong Cash een divers repertoire: van volksliedjes tot alternatieve rockcovers. Cash slaagde er in om een eigen unieke stijl te scheppen, een amalgaam van gospel, folk, rock en vooral country. Vier maanden nadat zijn vrouw overleed, stierf Cash op 12 september 2003. In 2005 bereikte Cash postuum een enorm publiek toen zijn leven werd verfilmd in Walk The Line.