Velen zullen het ermee eens zijn dat er zonder Chuck Berry geen rock-'n-roll was geweest. Berry’s debuutsingle Maybellene (1955) was een energieke tophit. Aan het einde van de jaren vijftig volgden al snel meer hits. Berry stopte met veel succes boogie en blues in de rockmuziek. Zijn stijl beïnvloedde toekomstige grote namen als The Beatles en The Rolling Stones (om er slechts een paar te noemen). Met zijn karakteristieke ‘duck walk’ bewees hij tot de meest originele entertainers van de rock te behoren.
De enige echte wildeman van de rock'n-roll had minstens zo veel te danken aan worstelaar en enfant terrible Gorgeous George als aan Elvis Presley. Hij speelde niet zozeer rock-'n-roll, hij speelde Jerry Lee Lewis. Deze heftige honkytonkpianist en zanger is zo'n zeldzame ster wiens talent minstens zo groot is als zijn ego. Hij was een van de eersten die bewezen dat de piano het op kon nemen tegen de gitaar als belangrijkste rock-'n-rollinstrument. Samen met Elvis, Roy Orbison, Johnny Cash en Carl Perkins vormde hij halverwege de jaren vijftig de stal van Sun Records, een club artiesten die voor altijd het gezicht van de populaire muziek zou veranderen.
Midden jaren vijftig was Little Richard de schrik van braaf Amerika. Met zijn bezeten pianospel, suikerspinkapsel en extreem luide stem groeide deze rock-'n-rollpionier uit tot een ware jeugdheld. Richard Penniman werd in 1932 geboren in Macon (Georgia) als derde in een gezin van twaalf. Armoede en racisme waren schering en inslag tijdens zijn jeugd. De kerk, en dan vooral de extatische gospelmuziek, boden uitkomst voor de excentrieke maar talentvolle Richard. Zijn hits uit de jaren vijftig (Tutti Frutti, Good Golly Miss Molly, Long Tall Sally) blijven tijdloze klassiekers. Little Richard had grote invloed op de generatie rocksterren na hem. John Lennon, Jimi Hendrix, James Brown en The Rolling Stones droegen hem op handen. Vanaf de jaren zeventig nam zijn populariteit af. Later in zijn loopbaan zwoer Richard de popmuziek meerdere keren af om gospels te gaan zingen.
Buddy Holly - deels ideale schoonzoon, deels rockabillyrebel - was een van de meest vooruitstrevende en invloedrijke rockers uit de jaren vijftig, niet alleen in zijn solowerk maar ook als bandlid van The Crickets, het eerste werkelijk onafhankelijke popcombo. Aanvankelijk speelde Holly country, maar nadat hij voorprogramma's voor Bill Haley en Elvis Presley had verzorgd, veranderde zijn stijl in de richting van rock-'n-roll. Holly was opvallend productief in de late jaren vijftig. Hij schreef een groot aantal hits waaronder That'll Be The Day, Not Fade Away, Peggy Sue en Rave On. Deze opmerkelijke creatieve uitbarsting werd plots gestopt door zijn dood tijdens een afschuwelijk vliegtuigongeluk, waarbij ook Ritchie Valens en The Big Bopper omkwamen. Hoewel hij slechts 22 jaar oud werd, produceerde Holly een indrukwekkend oeuvre, dat vele artiesten inspireerde.
(bron: wikipedia)Robert Thomas Velline (Fargo (North Dakota), 30 april 1943 - Rogers (Minnesota), 24 oktober 2016), bekend als Bobby Vee, was een Amerikaans zanger en acteur.
Bobby Velline, die in 1959 de artiestennaam Bobby Vee aannam, kwam uit een muzikaal gezin van Noorse en Finse herkomst. Vader Sidney Velline was kok van beroep, maar speelde ook viool en piano. Zijn zoons Bill en Sidney Jr. richtten een bandje op, dat ze The Shadows noemden. Met Bill Velline als zanger werd het... meer
De Californische popgroep The Beach Boys werd aan het begin van de jaren zestig opgericht door de broers Brian, Carl en Dennis Wilson, hun neef Mike Love en schoolvriend Al Jardine. Al snel was de muzikale formule duidelijk: een mix van rock-‘n-roll en de complexe samenzang van groepen als The Four Freshmen en de Hi-Lo’s, verpakt in liedjes waarin de geneugten van Californië (zon, strand en surfen) werden bezongen. In Brian Wilson had de groep de beschikking over een geniale songschrijver. Met de debuutsingle Surfin’ (1961) scoorden de Beach Boys een lokale hit aan de westkust. Met Surfin’ Safari (1962) en Surfin’ USA (1963) volgde een landelijke en later ook de internationale doorbraak. Ook tijdens de zogenaamde Britse popinvasie bleef de groep onder leiding van Brian, die met optreden was gestopt om zich fulltime met het opnameproces bezig te kunnen houden, de strijd aangaan met de groepen van overzee. Die competitiedrang met vooral The Beatles resulteerde in het album Pet Sounds (1966), dat nog steeds wordt beschouwd als een van de beste popplaten aller tijden. Tijdens het werken aan de opvolger Smile werd de druk op de labiele Brian, die zwaar experimenteerde met drugs, zo groot dat hij instortte. Hij werd nooit meer de oude. Hoewel hij op onregelmatige basis mee bleef werken aan de platen van de groep, ging het met de carrière van de Beach Boys sindsdien bergafwaarts. Dennis Wilson kampte met een zware alcoholische verslaving en verdronk in 1983. Carl Wilson overleed in 1998 aan kanker. De groep bleef in verschillende bezettingen al die jaren optreden in het Golden Oldies-circuit. Brian kampte decennialang met zware psychische problemen. Hij verraste hij aan het eind van de eeuw zijn fans met het prima soloalbum Imagination (1998) en door op wereldtournee te gaan met de groep The Wondermints, tijdens welke hij de beste liedjes van Pet Sounds en Smile vertolkte.
(bron: wikipedia)Carl Lee Perkins (Tiptonville, 9 april 1932 – Jackson, 19 januari 1998) was een Amerikaans pionier in de rockabillymuziek, een combinatie van rhythm-and-blues en countrymuziek uitgebracht bij Sun Records in Memphis.
Geboren in Tiptonville, Tennessee, als zoon van een pachtboer, groeide Perkins op en raakte hij onder invloed van de zuidelijke gospelmuziek van zwarten die op de katoenvelden werkten. Toen hij zeven was, kreeg hij van zijn vader een, door hemzelf gemaakte, gitaar van een sigarenkist, een bezemsteel en binddraad.... meer
Rock-‘n-roll mag dan het stigma van rebelse tienermuziek hebben, veel van die vroege rockers waren keurige jongens. Don en Phil Everly leerden het vak van countryzanger van hun vader, alvorens met zijn tweeën hun geluk te beproeven in de opkomende rock-‘n-roll. De feilloze samenklank van hun bloedverwante stemmen bracht een element uit de familietraditie van de countrymuziek in de rock-'n-roll. Het resultaat was muziek die generatiekloven wist te overbruggen; het duo wist een ongelofelijke reeks hits op zijn naam te schrijven. Hun invloed is terug te vinden in iedere popband met harmonieuze samenzang, van The Beatles tot en met Simon & Garfunkel. Door persoonlijke problemen groeiden de broers echter uit elkaar en na een knetterende ruzie op het podium in 1973 maakten de twee jarenlang geen platen meer. De comeback in 1984, met een nieuwe tophit van de hand van hun fan Paul McCartney, On The Wings Of A Nightingale, duurde maar even, al snel werd de hernieuwde muzikale samenwerking weer stopgezet. Maar toen was hun plek in de muziekhistorie al lang en breed veiliggesteld. Phil Everly overleed op 3 januari 2014 op 74-jarige leeftijd.
Antoine ‘Fats’ Domino werd in 1928 geboren in New Orleans en het geluid van die stad klinkt door in het werk van de zanger/pianist. Domino was een van de pioniers van de rock-'n-roll, maar zijn muzikale palet was veel breder dan rock-'n-roll alleen. Vooral in de jaren vijftig en zestig was hij populair en scoorde hij hits met Blueberry Hill (1957), My Girl Josephine (1960), Jambalaya (1962) en There Goes My Heart Again (1963). Wanneer de orkaan Katrina in 2005 over zijn woonplaats raast, is de zanger een aantal dagen vermist. Fats overleeft de ramp, maar verliest wel de helft van zijn 23 gouden platen.