Hoewel veel popmuziek betiteld kan worden als dansmuziek, heeft dance als genre specifiek betrekking op grotendeels elektronische muziek die speciaal bedoeld is om de dansvloer vol te krijgen en die zich richt op de bijbehorende clubcultuur. Die cultuur ontstond in de discotheken van de jaren zestig en kreeg in het daaropvolgende decennium een eigen soundtrack met de komst van de discomuziek. Als genre-aanduiding werd de term dance pas gemeengoed in de jaren tachtig, toen house zijn intrede deed. In de jaren negentig was dance synoniem met eurodance, de elektronische top-40 muziek die te poppy was om door te gaan voor house. Eurodance-artiesten als 2 Unlimited, Haddaway en Snap goten invloeden uit rap en house in een goed verkopend popjasje.
Het Franstalige lied, ook wel ‘chanson’ genoemd. Tekst is minstens zo belangrijk als de muziek en ontbloot de Franse ziel: romantisch, impuslief en een tikkeltje nostalgisch. Het huidige chanson ontstond aan het begin van de twintigste eeuw uit oudere liedvormen waarvan sommigen teruggaan tot de middeleeuwen. Iconen die het chanson kleur geven, zijn de fragiele
Edith Piaf, de besnorde
George Brassens, de Armeense immigrantenzoon
Charles Aznavour en de Belg
Jacques Brel.
Johnny Hallyday mengt het chanson met rock-‘n-roll terwijl beroepsprovocateur
Serge Gainsbourg zijn chansons volstopt met pikante teksten en invloeden uit beat, rock en reggae. In Nederland beleeft het chanson zijn hoogtepunt in de jaren zeventig wanneer mooie mannen als
Julien Clerc,
Joe Dassin en
Dave zomerhits scoren met vlotte ‘pop-chansons’.
De kora is een 21-snarige harp die voornamelijk door griots in het westen van Afrika bespeeld wordt. Griots (soms ook: juri) zijn dichters, historici en troubadours. De griot-traditie vindt zijn oorsprong in de veertiende eeuw, toen een groot aantal West-Afrikaanse landen verenigd waren in het Malinese Rijk. Volgens de overlevering was de eerste griot een raadsman van de koning. Tegenwoordig zingen griots legendes en lofzangen en zorgen er op die manier voor dat de tradities van het Mande-volk overgeleverd worden aan volgende generaties. In Gambia, Guinea, Mali, Senegal en Guinea-Bissau komen griots voor. Omdat ze alleen onderling trouwen vormen ze een soort aparte kaste. Hun stamboom leidt direct terug naar de eerste griots uit het Malinese Rijk. Tijdens hun vertellingen begeleiden ze zichzelf op de kora, een instrument dat nog het best vergeleken kan worden met een harp of een luit. De klankkast wordt gemaakt van een grote kalebas. Een van de bekendste koraspelers van dit moment is Grammy-winnaar Toumani Diabate.
Een groep van West-Afrikaanse muziekstijlen, die voortkomen uit de griottraditie. Net als de Mande/Mandingo-taalgroep, die zo'n tien West-Afrikaanse landen beslaat, kun je ook spreken van een Mandingo muziekstijlen groep. Voornaamste landen zijn Guinee, Senegal en Mali. In mindere mate ook delen van Mauretanie, Ivoorkust, Sierra Leone, Burkina Faso en Liberia. De basis van het genre ligt bij de griots, Afrikaanse minstrelen en verhalenvertellers, die zichzelf begeleiden op de kora, een Afrikaanse harp. Toen de de elektrische gitaar de functie van de kora overnam en de zangers microfoons gingen gebruiken was de mandingobeat een feit. Mory Kante, Salif Keita en Ali Farka Toure zijn enkele bekende artiesten die laten zien dat moderne muziek en tradities uitstekend samengaan.
World fusion is de mengvorm van jazz en wereldmuziek en/of volksmelodieën. Te denken valt aan de combinatie van jazz met Afrikaans (bijv. Manu Dibango), jazz met Indiase muziek (bijv. Shakti en Trilok Gurtu) en jazz met muziek uit het Midden-Oosten (bijv. Rabih Abou-Khalil). Onder world fusion valt ook de folk jazz, waarin volksmelodieën het uitgangspunt vormen voor improvisaties, bijvoorbeeld in het werk van Jan Garbarek. Apart onderscheiden stijlen binnen de world fusion zijn latin jazz en bossa nova/brazilian jazz.