Hoewel hij nooit echt commercieel doorbrak wordt de uit Louisiana afkomstige singer/songwriter en gitarist Tony Joe White in de muzikantenwereld en door liefhebbers van bluesrock bestempeld als de ‘King of Swamp Rock’. Zijn songs werden vooral bekend in versies van anderen, in de late jaren zestig en vroege jaren zeventig, zoals Willie And Laura Mae Jones door Dusty Springfield en Polk Salad Annie door Elvis Presley. Met zijn luie, donkerfluwelen stemgeluid en rootsy gitaarspel bleef hij zelf een artiest die vooral bewonderd wordt door collega’s en die Lucinda Williams, Eric Clapton, Joe Cocker en Bonnie Riatt tot zijn fans mag rekenen.
Als er één man symbool kan staan voor de ontwikkeling van de blues, dan is dat Muddy Waters wel. Waters werd in 1913 als McKinley Morganfield geboren op het platteland van Mississippi. Daar speelde hij akoestische blues die in 1941 werd vastgelegd door Alan Lomax, de bekende verzamelaar van volksmuziek. In 1943 vertrok Waters naar Chicago waar hij een belangrijke rol speelde bij het ‘electrificeren’ van de blues. Aan zijn hand groeide de blues uit luid verstrekte stadmuziek. Waters bekendste nummers (Hoochie Coochie Man, Mannish Boy) werden door veel bekende artiesten gecoverd zoals The Rolling Stones en de Allman Brothers Band. Waters overleed in 1983. Zijn zoon Big Bill Morganfield zette het vak voort.
(bron: wikipedia)Riley Ben King (Itta Bena, 16 september 1925 – Las Vegas, 14 mei 2015), beter bekend als B.B. King, was een Amerikaanse bluesgitarist en singer-songwriter. Op 15 december 2006 ontving B.B. King de hoogste burgeronderscheiding, de Presidential Medal of Freedom. B.B King wordt gezien als een van de grootste bluesartiesten aller tijden. Het muziekblad Rolling Stone plaatste King op de derde plaats in een lijst van de honderd beste gitaristen.
Zijn bekendste hit is zijn cover van "The Thrill Is... meer
In zijn korte leven wist de Texaanse gitarist Stevie Ray Vaughan grote indruk te maken. Geïnspireerd door zijn broer Jimmy Vaughan pakte Stevie al op jonge leeftijd de gitaar op. Hij maakte zijn school niet af en speelde in een groot aantal bandjes. Eén van die bandjes ontwikkelde zich tot Double Trouble, zijn latere vaste begeleidingsband. SRV, zoals hij liefkozend door zijn fans werd genoemd, wist invloeden uit blues en rock samen te smeden tot een origineel geluid. Daarmee werd hij in de jaren tachtig de belangrijkste gitarist van zijn generatie. Helaas kon Vaughan niet lang genieten van de roem. Hij overleed op 27 augustus 1990 tijdens een helikoptercrash.
Net als veel andere muzikanten uit de bluesscene van Chicago werd gitarist Buddy Guy (echte naam: George Guy) niet in die stad geboren, maar op het zuidelijke platteland (Louisiana). In 1957, amper twintig jaar, besloot hij zijn geluk in het noorden te beproeven. Van 1959 tot 1967 werkte Guy vooral als sessiegitarist bij het beroemde Chess-label. Ook speelde hij in de begeleidingsgroep van Muddy Waters. Pas als zestiger zou Guy ook als solo-artiest succes smaken wanneer bekende gitaristen als Eric Clapton, Jeff Beck en Stevie Ray Vaughan en hem regelmatig als inspiratiebron aanhalen. De eerste twee doen ook mee op het album Damn Right, I’ve Got The Blues (1991) waarmee Guy ook een Grammy wint.
Ryland Peter (Ry) Cooder (Los Angeles, 15 maart 1947) is een Amerikaans gitarist en producer.
Ry Cooder kreeg al op jonge leeftijd les van bluesman Reverend Gary Davis. Midden jaren zestig richtte hij de vooruitstrevende bluesrockgroep Rising Sons op, waar onder anderen Taj Mahal deel van uitmaakte. Toen deze groep uiteenviel, werd hij een prominente sessiemuzikant en deelde hij de studio met praktisch iedereen, van Captain Beefheart tot Randy Newman.
Hij werkte in de late jaren zestig met de Rolling Stones en werd zelfs even gezien als een potentiële opvolger voor Brian Jones. Gedurende zijn carrière maakte hij een aantal albums die zich laten beluisteren als spitsvondige studies van onder andere folk, blues, country en zelfs Hawaïaanse muziek.
In de late jaren negentig initieerde hij de Buena Vista Social Club, een project waarin Cubaanse musicerende veteranen samenkwamen en wereldwijd succes boekten met hun muziek via albums, concerten en een documentaire speelfilm.
Met zijn ruw fluwelen, laconieke stemgeluid, rudimentaire gitaarspel en stemmige songs was J.J. Cale in de jaren zeventig de belangrijkste architect van een geluid wat later benoemd zou worden als de Tulsa sound, naar zijn thuishaven in Oklahoma. Zijn laid back mix van country, blues en rock ‘n’ roll was van grote invloed op Eric Clapton, die meer dan eens hits behaalde met Cale's songs. Velen, van de Britse rockers Gomez tot de Amerikaanse jamband Widespread Panic, zijn schatplichtig aan Cale maar weten zelden het niveau te halen van de solo-albums van deze bescheiden legende. Helaas verschijnen deze nog maar sporadisch en lijkt hij vandaag de dag al van een prepensioen te genieten.