Toetsenist Herbie Hancock werd op 10 april 1940 geboren in Chicago. In zijn grillige carrière verkende hij vele stijlen, waaronder elektrische en akoestische jazz, blues, gospel, funk en zelfs moderne klassieke muziek. Als een van de eerste jazzmusici wist hij optimaal te profiteren van technologische ontwikkelingen. Zo experimenteerde hij al vroeg met revolutionaire instrumenten als de Fender Rhodes, de Hohner-clavinet en de eerste synthesizers. In de loop van zijn carrière speelde Hancock met ontelbare grote namen van de jazz, zoals Donald Byrd, Miles Davis, George Benson, Wynton Marsalis en Michael Brecker. Ondanks een eenmalig hitparadesucces in 1983 - met de eerste electric boogie-single Rockit - is Hancock altijd een ongrijpbaar artiest gebleven, die zich zowel met pop, jazz als wereldmuziek bezighoudt.
Deze vroeg gestorven zangeres blijft ook na haar dood dé vertolkster van de bossa nova, de zwoele jazzvariant uit Brazilië. De in Porto Alegre geboren zangeres had vanwege haar geringe lengte en opvliegende temperament de bijnaam ‘Pepertje’. Ze werkte onvermoeibaar aan een indrukwekkend oeuvre. Een van haar artistieke hoogtepunten is het album Elis & Tom, dat ze in 1974 opnam met Antonio Carlos Jobim. Acht jaar na dat album overleed Regina al op 36-jarige leeftijd aan een overdosis. Haar dochter Maria Rita is ook bekend als zangeres.
“The incredibly lovely sound of Stan Getz”. Wel wat zelfingenomen om zoiets van jezelf te zeggen, maar Stan Getz had wel gelijk. Vrijwel geen enkele andere saxofonist kon zo’n lyrisch geluid halen uit zijn tenor. Met dat geluid en zijn vloeiende lijnen was Getz veel te horen op bossa nova-cd’s en zelfs enkele smooth fusion albums. Daardoor zou je haast vergeten dat hij een geweldig improvisator was in een stijl die het midden hield tussen cool jazz en hard bop. Getz (1927) maakte eind jaren veertig indruk als frontman van de Four Brothers, de beroemde saxofoonsectie van het orkest van Woody Herman. Daarna begon hij kleine groepen te leiden met onder meer Jimmy Raney en Horace Silver. Zijn grootste succes, commercieel gezien, scoorde hij in een Braziliaans getinte samenwerking met gitarist Charlie Byrd en de bossa nova-hits Desafinado en The Girl From Ipanema.
Gitarist Pat Metheny werd geboren in 1954 te Kansas City. Op achtjarige leeftijd begon hij met het spelen van trompet, maar toen hij twaalf was besloot hij over te gaan op gitaar. Al op zijn vijftiende deed hij ervaring op door samen met de belangrijkste jazzmuzikanten uit zijn woonplaats op te treden. In 1975 verscheen zijn eerste cd, Bright Size Life. Methenys meesterschap en veelzijdigheid als gitarist maakten hem niet alleen tot een geliefd artiest, maar ook een gewild docent. Al op zijn achttiende gaf hij les aan de Universiteit van Miami, op zijn negentiende aan Berklee; op beide universiteiten was hij de jongste docent ooit. Daarnaast gaf hij onder meer workshops aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 1977 vormde hij de Pat Metheny Group, waarvan toetsenist Lyle Mays de enige is die sinds de eerste bezetting is gebleven. Methenys solowerk, met zijn trio en met de Group heeft hem talloze onderscheidingen als Grammys opgeleverd en in 2003 kreeg hij de Bird Award voor Special Appriciation. (IV)
Tom Jobim was misschien de uitvinder van de bossa nova, naar João Gilberto gaf deze Braziliaanse muziekstijl zijn definitieve stem. De jonge dandy Gilberto zong zo delicaat, dat het soms meer leek op fluisteren. Ook zijn spel op de akoestische gitaar was afgewogen. Gilberto speelde nooit een noot te veel. Zijn debuutalbum Chega De Saudade (1959) geldt nog steeds al onberispelijke bossanovaklassieker. Gilberto speelde ook de definitieve versie van Jobims The Girl From Ipanema in, al maakte de onvaste stem van zijn toenmalige vrouw Astrud het nummer een hit. Gilberto verbleef ook lange tijd in de Verenigde Staten. Vanaf de jaren zeventig leidt de zanger/gitarist een teruggetrokken bestaan en laat hij nog maar sporadisch van zich horen, dit in tegenstelling tot zijn dochter Bebel Gilberto. Zij blies rond het jaar 2000 de bossa nova overtuigend nieuw leven in.
Pianist Oscar Peterson (Canada, 1925) was een van jazzartiesten met de meeste opgenomen albums. Aan het begin van zijn carrière ging hij een samenwerking aan met producer Norman Granz en sinds de jaren vijftig was hij een van de steunpilaren van Granz’ labels (Verve en Pablo). Peterson werkte hoofdzakelijk in triobezettingen met afwisselend gitaar & bas of bas & drums, maar deed ook solo-optredens en concerten met grotere groepen en een volledig orkest. Hij beschikte over een fabuleuze techniek waarmee hij altijd krachtige swingende muziek wist te produceren in een unieke eigen stijl die het midden hield tussen swing en bop.
Trompettist John Birks “Dizzy” Gillespie was een van de grondleggers van de bebop. Gillespie (1937, Cheraw, South Carolina) speelde trompet in bigbands van achtereenvolgens Teddy Hill en Cab Calloway. In nachtelijke jamsessies in Minton's Playhouse in New York overschreed hij samen met gelijkgestemden als saxofonist Charlie Parker, pianist Thelonious Monk en drummer Kenny Clarke de grenzen van de swing door te experimenteren met harmonische vernieuwingen, complexe thema’s, hoge tempo’s en verrassende ritmische accenten. Gillespie, tegelijkertijd de leidende theoreticus en grootste entertainer van de bebop, leidde eigen combo’s en een bebopbigband. Hij voegde meer en meer Afro-Cubaanse elementen toe aan de bebop en werd zo een wegbereider voor de latin jazz. Zijn karakteristieke verschijning met schuin omhoog gebogen trompet en enorm uitpuilende wangen deden haast vergeten dat hij een virtuoos trompettist was.
De manier waarop Jean ‘Toots’ Thielemans (1922-2016) en zijn harmonica onderdeel zijn geworden van de Nederlandse cultuur, doet haast vergeten dat hij toch echt uit België komt. Toots is in alle vormen van de Nederlandse media aanwezig, van het thema van de tv-serie
Baantjer tot de soundtrack van de film
Turks Fruit en gastoptredens bij tal van Nederlandse populaire artiesten. De reden voor zijn wereldwijde beroemdheid is simpel: Thielemans was de beste harmonicaspeler ter wereld. Vlak na de oorlog vertrok Toots naar de Verenigde Staten waar hij speelde met bijna alle grootheden uit de jazz. Onder meer
Benny Goodman,
Miles Davis,
Charlie Parker en
Stevie Wonder deden graag een beroep op Thielemans. Toch was het niet het eerste en enige instrument wat hij speelde; zo begon hij op driejarige leeftijd (!) met de accordeon en speelde op latere leeftijd gitaar. Toch is het de harmonica die hem uiteindelijk zijn faam heeft bezorgd en de lijst met gastoptredens waarbij hij zijn stijl mag demonstreren is onnoemlijk groot. In 1995 kreeg hij de Bird Award.