Americana (of roots) is de verzamelnaam voor alle muziek die de blanke Amerikaanse volksmuziek van begin vorige eeuw als inspiratiebron heeft. Het muzikale idioom van americana ligt dicht tegen country en folk aan. Country is in de regel iets commerciëler dan americana, dat zijn oorsprong heeft in de ‘outlaw country’ van de jaren zeventig als Johnny Cash en Willie Nelson zich afzetten tegen het gladde countrygeluid dat in Nashville wordt gemaakt. In americana is het schrijven van eigen materiaal een pre en daarin onderscheidt het zich van folk. Vernieuwing staat in de rootswereld vaak gelijk aan het opnieuw interpreteren van de stijl van de grondleggers. Moderne invloeden worden daarbij maar mondjesmaat toegepast. De zogenaamde ‘alternative country’-artiesten beschouwen zichzelf als deel van een lange traditie en het respect voor de iconen van het genre is groot.
Een big band is een groot jazzensemble (minimaal tien musici), meestal bestaande uit een ritmesectie (drums, bas, piano en gitaar), kopersectie (trombones en trompetten) en een rietsectie (saxofoons). Big band muziek wordt meestal geassocieerd met het swing-tijdperk, dat daarom ook wel de ‘big band era’ wordt genoemd. Er zijn echter ook vele big bands te noemen die andere jazzstijlen spelen, bijvoorbeeld bebop (Dizzy Gillespie), cool jazz (Shorty Rogers), hard bop (Gerald Wilson), free jazz (Sun Ra) en jazzrock (Maynard Ferguson).