De afzonderlijke leden van Bløf beginnen in Engelstalige rockbands. Bassist (en neerlandicus) Peter Slager probeert het ook in het Nederlands en met succes. De band treedt vaak op en de duizend exemplaren van het zelfuitgebrachte debuut verkopen snel uit. Aan De Kust groeit uit tot een alternatief volkslied in hun thuisprovincie Zeeland. Het album Helder (1998), en dan vooral de single Liefs Uit Londen, betekent de landelijke doorbraak voor de band. In 2001 komt drummer Chris Götte om bij een motorongeluk. Aangeslagen gaat Bløf door en wint in 2003 de Nederlandse Popprijs. De cd Umoja (2004), opgenomen met artiesten uit alle delen van de wereld, zorgt voor nieuwe impulsen in het herkenbare groepsgeluid van de band.
meer
De Counting Crows komen uit Californië. Spil van de groep is leadzanger Adam Duritz. Duritz zit aan het begin van zijn carrière geregeld met zichzelf in de knoop. Dat lijkt ook de belangrijkste inspiratie voor de teksten van het zestal. In 2003 duiken de Counting Crows voor het eerst op in de Nederlandse hitlijsten als ze Joni Mitchells Big Yellow Taxi in een eigentijds jasje steken. De echte doorbraak komt een jaar later wanneer Holiday In Spain – opgenomen met de Zeeuwse band Bløf – op nummer 1 komt in de top 40. Sindsdien is de band in Nederland een graag geziene podium-act.
Marco Borsato groeit in de jaren negentig uit tot de populairste zanger van Nederland. De Alkmaarse zanger werd bekend bij het grote publiek toen hij in 1990 de Soundmixshow won. Aanvankelijk zong Borsato vooral in het Italiaans, maar in 1994 scoorde hij een enorme hit met het Nederlandstalige Dromen Zijn Bedrog. Vanaf dat moment reeg de zanger de successen aaneen met Nederlandstalig werk. De zanger zong op het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander en Maxíma, scoorde een ongekende reeks nummer 1-hits en verkocht voetbalstadions uit. Daarnaast zet Borsato zich in voor War Child, een organisatie die kinderen uit oorlogsgebieden helpt.
Thomas Acda en Paul de Munnik leren elkaar in 1989 kennen op de Kleinkunstacademie in Amsterdam. Het duo richt zich op theater, maar wanneer hun debuut-cd met liedjes uit de voorstelling aanslaat, richt het duo zich op de muziek. Vanwege hun tweestemmige zang, herkenbare teksten en gewone-jongens-imago groeien ze al snel uit tot lievelingen van het Nederlandse publiek. De meezinger Niet Of Nooit Geweest (1998) wordt een grote hit. Daarnaast scoren Acda en De Munnik samen met Van Dik Hout onder de naam de Poema’s grote hits met Mijn Houten Hart en Zij Maakt Het Verschil.
In 2004 schuift het duo de akoestische aanpak opzij voor de wat stevigere rockopera Ren Lenny Ren. De drie albums die volgen gaan muzikaal eveneens meer de diepte in. De cd's blijven wel nog altijd gekoppeld aan een succesvol theaterprogramma. In 2014 besluiten Acda & de Munnik hun samenwerking te beëindigen, wat ze in 2015 overtuigend doen met een show in Carré.
Remco Veldhuis en Richard Kemper hebben een wel zeer opmerkelijke achtergrond voor een cabaretduo. Doordat ze allebei werkzaam waren in de vluchtige wereld van de reclame kijken ze op een andere manier naar de wereld dan hun collega's van de Kleinkunstacademie. Dat verraadt zich in hun thematiek en onderwerpkeuze. Muzikaal heeft het tweetal te kampen met de constante vergelijking met Acda & De Munnik, een stigma dat hen achtervolgt sinds hun eerste, uiterst succesvolle single Ik Wou Dat Ik Jou Was (2003).
Ontstaan uit de resten van de Amsterdamse groep Stampei, wist De Dijk tijdens de eerste Nederlandstalige golf begin jaren tachtig zijn eerste bekendheid te vergaren. Bloedend Hart was de eerste single waarop de rock-‘n-soul van de band tot volle wasdom kwam. De Amerikaans aandoende muziek kreeg een extra dimensie door de grootsteedse, romantische teksten van voorman Huub van der Lubbe. Tot de topgroepen hoorde De Dijk, dat zich vernoemde naar de beruchte Amsterdamse straat de Zeedijk, toen nog niet. Dat kwam pas jaren later, toen de groep zich door eindeloos op te treden een loyale aanhang had verworven, wat zich vertaalde in steeds betere verkoopcijfers voor de albums en de eerste echte top 40-hit in 1987 (Mag Het Licht Uit).
Samen met The Scene behoorde De Dijk tot de voorlopers van de tweede Nederlandstalige golf in de jaren negentig. Maar ook veel van de grote namen uit die tijd (Volumia!, De Kast) wist De Dijk uiteindelijk te overleven. Door regelmatig een ‘sabbatical’ in te lassen wist de band te voorkomen dat hij in een sleur terecht kwam. In 2006 vierde de band zijn 25-jarig jubileum met de gevleugelde woorden: We Beginnen Pas.
Samen met zijn schoolvriend Lennaert Nijgh was Boudewijn de Groot verantwoordelijk voor de beste Nederlandstalige luisterliedjes van de jaren zestig. Nijgh schreef de teksten, De Groot componeerde de muziek en zong. In het nummer Welterusten Mijnheer De President toonden Nijgh en De Groot zich het Nederlandse antwoord op de Amerikaanse protestgeneratie onder aanvoering van Bob Dylan. Excelleren deden ze vooral in poëtische, fraai gearrangeerde liedjes als Verdronken Vlinder en Testament. Na de succesvolle beginperiode raakten de twee gebrouilleerd. In de decennia erna stond de carrière van De Groot in het teken van twijfel, richtingloosheid en onrust. Pas aan het einde van de jaren negentig herpakte hij zichzelf met nieuw materiaal en succesvolle tournees. Zijn populariteit bleek onveranderd groot. Zijn lied Avond veroverde in 2005 de eerste plaats in de Top 100 Aller Tijden.
Rob de Nijs breekt begin jaren zestig door met zijn band The Lords. Ze scoren in 1963 een grote hit met Ritme Van De Regen. Begin jaren zeventig werkt de zanger samen met Lennaert Nijgh, de vaste tekstschrijver van Boudewijn de Groot. De Nijs bewijst zich elk decennium opnieuw te kunnen uitvinden met een nieuw imago. Het vredeslied Alles Wat Ademt is een grote hit in 1986, maar het duurt tot 1996 voordat De Nijs zijn eerste nummer 1-hit scoort met de aanstekelijke meezinger Banger Hart.
De Nijmeegse troubadour Frank Boeijen scoort eind jaren tachtig, op het hoogtepunt van de eerste Nederlandstalige golf, met zijn Frank Boeijen Groep een reeks puike hits, die zich onderscheidden door een poëtische inslag en een hoog maatschappelijk bewustzijn. Vooral Zwart Wit (over de gewelddadige dood van Kerwin Duinmeijer) en Kronenburg Park (over prostitutie) snijden voor popmuziek ongebruikelijke onderwerpen aan, en behoren tot de absolute klassiekers van de Nederpop. Na het uiteengaan van zijn band ontwikkelt Boeijen zich langzaam verder als soloartiest, en wordt een graag geziene gast in de Nederlandse theaters. Zijn profiel dreigt dan wat te verbleken. Zijn invloed op de Nederpop is onomstreden, zo drukte hij onmiskenbaar een stempel op het werk van een groep als Bløf.
(bron: wikipedia)Hendrik Otto (Henk) Westbroek (Zuilen, 27 februari 1952) is een Nederlands zanger, liedjesschrijver, muziekproducent, radio- en televisiepresentator en politicus. Hij was tevens enkele jaren vicevoorzitter in het bestuur van Buma/Stemra.
Westbroek werd geboren in Zuilen en volgde de hbs, studeerde in 1976 af in de algemene sociologie en werkte in de jaren 70 als socioloog bij het Nederlands Instituut voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek (NISSO). Hij werd in 1977 lid van de in dat jaar opgerichte Nederlandse filmkeuring voor jeugdigen en... meer
(bron: wikipedia)Huub van der Lubbe (Amsterdam, 3 april 1953) is een Nederlands acteur, dichter en zanger van de popgroep De Dijk.
In 1981 formeerden Van der Lubbe, broer Hans, Jan Robijns, Arthur Ebeling en Christan Muiser de band "Big Shot and his Rocking Guns". In 1985 verscheen van deze band een lp onder dezelfde naam vol met Engelstalige rock-'n-rollnummers, deels zelf geschreven, deels covers. In 1996 traden ze nog eenmaal op in Amsterdam. Tegelijkertijd begonnen Huub en Hans samen met Pim... meer
Als Daniël Lohues begin jaren negentig de Drentstalige rockband Skik opricht, heeft hij net een avontuur met de Utrechtse band The Charlies achter de rug. De heimwee die hij ervaart in de Randstad verwerkt hij in het liedje Noar Huus, zijn eerste in het Drentse streekdialect. Vanaf dat moment heeft hij de smaak te pakken en levert het ene na het andere liedje af voor zijn nieuwe Drentstalige rocktrio Skik, waarvan ook drummer Marlen Davers en bassist Maarten van der Helm deel uitmaken. De eerste Skik-plaat verschijnt op het kleine Silvox-label maar wordt al snel opgemerkt door Polydor, die het landelijk uitbrengt. Dan gaat het snel met Skik, dat in 1998 met het vrolijke harmonicaliedje Op Fietse, afkomstig van het tweede album Niks Is Zoas ’t Lek, een landelijke hit scoort. De optredens van het trio worden verlevendigd door de droogkomische aankondigingen van Lohues. De daaropvolgende jaren treedt de band veel op, waarbij alle grote festivals worden aangedaan. Maar de platen die volgen borduren te veel door op dezelfde formule, en ook de komst van vierde bandlid Marco Geerdink geeft de band niet de frisse impuls die het nodig heeft. In 2003 wordt de band ‘in de ijskast gezet’, waarna Lohues een solocarrière begint. Van Skik wordt sindsdien niets meer vernomen.
Als de culturele ambassadeurs van Limburg struinen de bandleden van Rowwen Hèze, dat zich vernoemde naar een plaatselijke zonderling, sinds jaar en dag de Nederlandse feesttenten af. Aanvankelijk geïnspireerd door de tex-mex muziek van Flaco Jimenez en Los Lobos begint de band, die afkomstig is uit het dorpje America, begin jaren negentig met het schrijven van liedjes in het plaatselijke dialect die onverwacht goed aanslaan bij het publiek. Zanger en voorman Jack Poels ontpopt zich al snel als een getalenteerd liedjesschrijver die zowel met carnavalsrepertoire als meer zelfbespiegelend materiaal uit de voeten kan. De andere blikvanger is accordeonist Tren van Enckevort, die als producer Stevie Ann ontdekt. ' Los Limbos' , zoals de groep liefkozend wordt genoemd, geldt inmiddels als een vaste waarde in de Nederlandse muziekwereld, en laat zich met niets vergelijken.
Het is niet veel bands gegeven door te breken met hun allereerste single. Het lukte Van Dik Hout, rockband uit Den Helder met Nederlandstalige teksten, in 1994 wel. Met het liedje Stil In Mij, afkomstig van het titelloze debuutalbum, vestigde de band zich in één klap aan de top van de Nederpop. Nog steeds scoort het nummer hoog als er weer een verkiezing van ‘beste Nederlandse single ooit’ wordt gehouden. Ook latere albums haalden stuk voor stuk respectabele noteringen, maar een vergelijkbare hit werd niet meer gescoord. Rond de millenniumwisseling werkte de band nauw samen met cabaretduo Acda & De Munnik als De Poema’s. Ondanks dat dit samenwerkingsverband twee grote hits scoorde (Mijn Houten Hart, Zij Maakt Het Verschil) gingen de wegen na de verzamelaar Best Of De Poema’s (2003) uit elkaar. Eind 2013 vierde Van Dik Hout met een tournee het twintigjarig bestaan.
Trijntje Oosterhuis dook schijnbaar uit het niets op toen ze in 1996 tijdens de opening van de Amsterdam ArenA voor 50.000 bezoekers het door John Ewbank geschreven De Zee zong. De zangeres zong echter al sinds eind jaren tachtig met haar broer Tjeerd in Total Touch. Die groep brak in 1997 door met Somebody Else’s Lover, dat een uitgekiende mix van r&b, soul en pop liet horen. In 2001 viel de groep uit elkaar en ging Trijntje werken aan een soloalbum waarvoor haar broer overigens nog een groot deel van de songs componeerde. Haar titelloze debuutalbum verscheen in 2003. Een jaar later tekende de zangeres een contract bij het prestigieuze jazzlabel Blue Note. Strange Fruit, waarop Trijntje onder meer materiaal van Billie Holliday zong, werd een groot succes. Een samenwerking met Burt Bacharach kreeg een platina randje toen er van het album The Look Of Love 70.000 exemplaren werden verkocht.