(bron: wikipedia)Alton Glenn Miller (Clarinda (Iowa), 1 maart 1904 – Het Kanaal, 15 december 1944) was een Amerikaanse jazztrombonist, bigbandleider en arrangeur toen de swing populair was.Miller werd beroepsmusicus tijdens de jaren twintig en speelde onder meer bij de orkesten...
meer
Ornette Coleman (Forth Worth, Texas, 1930) was eind jaren vijftig een van de belangrijkste vernieuwers in de jazz. Aanvankelijk speelde hij tenor- en altsaxofoon in rhythm & bluesbands in het zuiden van de VS. Hij was daarbij altijd op zoek naar een andere benadering van melodie en akkoordenschema, iets wat hem lang niet altijd in dank werd afgenomen. In 1958, inmiddels verhuisd naar Los Angeles, kreeg hij echter de kans om een eigen album op te nemen. Dat werd Something Else! waarop de jazzwereld voor het eerst kennis maakte met zijn bijzondere improvisatiestijl: een combinatie van nieuw en oud met een stevige basis in de blues maar niet gebonden aan akkoordenschema's, tonaliteit of een regelmatige tel. Met het album Free Jazz uit 1960 kreeg zijn stijl ook een naam. Het publiek raakte inmiddels wat meer gewend aan het genre en Coleman kreeg meer optredens. Samen met vaste compaan Don Cherry maakte hij enkele Europese tournees. Coleman was inmiddels ook trompet en viool gaan spelen. Eind jaren zeventig richtte hij zich op (free) funk met de band Prime Time. Coleman schreef een boek over de achterliggende theorie van zijn vrije benadering, getiteld Harmolodics, dat door vrijwel niemand wordt begrepen. (HB)
Weinig muzikanten hebben de ontwikkeling van de muziek wezenlijk kunnen veranderen, Miles Davis deed het maar liefst meerdere malen. Davis, een vroege leerling van Charlie Parker, creëerde een sober, onderkoelde muzikale aanpak die het toppunt van cool werd. Zijn fantastische albums in de jaren vijftig maakten een ster van hem. In het daaropvolgende decennium verkende hij de grenzen van de jazz voor kleine combo’s, alvorens hij zich zonder enig schuldgevoel (en voor sommigen was dat onvergeeflijk) waagde aan jazzrock. Na een korte pauze, keerde hij in de jaren tachtig terug met een mix van pop en compacte, stekelige funk. De compromisloze trouw aan zijn eigen muze maakte een held maar ook een raadsel van hem. Hoe dan ook was hij één van de meest aantrekkelijke en invloedrijke figuren van de Amerikaanse muziek.
György Ligeti geldt als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de na-oorlogse avant-garde, naast Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, Luciano Berio en Iannis Xenakis. Hoewel de science-fiction-klassieker 2001: A Space Odyssey vooral de bekendheid van Strauss' Also sprach Zarathustra heeft bevorderd, is de meest indrukwekkende muziek van de film toch afkomstig van Ligeti (Atmosphères, Lux aeterna en het Requiem). Ligeti's sombere klanken konden ook voor vrolijker zaken worden aangewend: in zijn obscene en doodsverachtende opera 'Le Grand Macabre' zou hij op hilarische wijze de spot drijven met de griezeleffecten van de experimentele muziek. Ligeti's maniakale experimenten overschreden vaak de menselijke maat (denk aan de extreem virtuoze Etudes voor piano). Misschien was zijn meest consequente stuk wel de louter mechanische Poème Symphonique voor 100 langs elkaar heen tikkende metronooms. Naar verluidt werd de in Hilversum gemaakte opname van de première (1963) meteen in het archief weggestopt met de aantekening: verboden uit te zenden! (HJ)