Pop als zelfstandig genre binnen de popmuziek is eigenlijk een kunstmatige categorie. Het omvat alles wat buiten de andere popsoorten valt, maar bezit daarmee toch min of meer eigen kenmerken. In pop ligt de nadruk op het liedje. Compositie, melodie en productie zijn belangrijker dan stijl en inhoud. Pop ligt goed in het gehoor en spreekt idealiter een massapubliek aan. Onder haar beoefenaars treffen we dan ook veel hitmakers aan, uiteenlopend van The Beatles tot Michael Jackson, en van Simon & Garfunkel tot de Spice Girls.
De term ‘avantgarde’ stamt uit het leger. Het is een benaming voor de troepen, die als eersten onbekend terrein verkennen. De term duikt ook op in de kunst en geldt zowel in jazz als klassieke muziek als benaming voor de meest gedurfde stijlen. In popmuziek spotten avantgarde-artiesten met de wetten van popliedjes. Hoewel een avantgarde-componist het liefst zonder regels werkt, zijn afwijkende ritmes en toonsoorten in zijn muziek eerder regel dan uitzondering. De jaren zestig waren een gouden tijd voor de avantgarde. Veel rockbands improviseren er op los. Artiesten als Frank Zappa, Captain Beefheart en Soft Machine stoeiden met free jazz en atonale muziek. Avantgardisten pikken ook als eerste nieuwe instrumenten (synthesizers) en technieken (cut-up, sampling) op.
Gesyncopeerde, strak gespeelde dansmuziek, eind jaren zestig voortgekomen uit een samengaan van eerdere zwarte muziekvormen als jazz, rhythm & blues en soul. Het ritme, vastgelegd in de groove, en met een hoofdrol voor de basgitaar, is allesoverheersend. James Brown wordt vaak aangewezen als een van de eerste soulartiesten die de groove een prominente rol gaf. Bands als Parliament en Sly & The Family Stone werkten deze stijl verder uit. Naast ritmische kenmerken deelt funk ook het gebruik van bijzondere akkoorden met de jazz. Funk had grote invloed op hiphop en r&b, maar ook bij rockartiesten zoals de Red Hot Chili Peppers en Living Colour hoor je duidelijke funkinvloeden terug.