Golden Earring is een instituut binnen de Nederlandse rock. Begonnen als Haags beatbandje (The Golden Earrings) begin jaren zestig, transformeerde de groep in de jaren zeventig tot een geoliede rockmachine, die als voorprogramma van The Who toerde en in 1974 een Amerikaanse top tien hit scoorde met Radar Love. Dat huzarenstukje herhaalde Golden Earring ( met ingekorte naam) nog eens met Twilight Zone (1982), maar door zich niet de Verenigde Staten te willen vestigen bleef een definitieve doorbraak uit. In de jaren negentig bewees de band opnieuw zich handig aan trends aan te kunnen passen, door aan te haken bij de akoestische Unplugged-rage die in gang was gezet door MTV. Het album The Naked Truth bracht Golden Earring in een geheel nieuw circuit: dat van de Nederlandse theaters. In het nieuwe millennium lijkt de tijd van singlehits definitief voorbij, al blijft de band een vaste waarde in het live circuit, met een optreden in het Rotterdamse Ahoy' als jaarlijks hoogtepunt.
meer
Herman Brood is de enige echte rockster die ons land ooit kende. Een man die buiten de wet leek te staan, alles deed wat God verboden had, en zo een rolmodel werd voor iedereen die zich in een keurslijf gestopt voelde. Herman Brood leerde het vak als pianist in bluesbands, waarvan Cuby & The Blizzards de bekendste was. Met zijn band The Wild Romance groeide hij eind jaren zeventig uit tot een heus tieneridool. Hij scoorde toen ook zijn belangrijkste hits: Saturday Night, Hot Shot, Never Be Clever en zijn lijflied Rock ’n Roll Junkie. Na een mislukt avontuur in Amerika en steeds terugkerende problemen met drugs namen zijn productiviteit en inspiratie snel af. Ook toen hij zijn muzikale relevantie al lang verloren was bleef hij veelvuldig in de media opduiken. Als schilder werd hij minstens zo populair als muzikant, al werd zijn werk door de kunstcritici nauwelijks op waarde geschat. Toen zijn gezondheid door zijn jarenlange verslaving snel achteruit ging, pleegde hij in 2001 zelfmoord door van het Amsterdamse Hilton hotel te springen. Zijn leven las als een jongensboek - en de boeken die zijn boezemvriend Bart Chabot over hem schreef hadden precies die charme – maar zijn macabere einde verraadde alsnog de werkelijke tragiek van zijn leven.
De hardrockgolf van de jaren tachtig is vooral een Amerikaanse aangelegenheid, maar het Nederlandse Vandenberg vormt een uitzondering. In 1983 scoort de groep rond gitarist Ad van den Berg en zanger Bert Heerink een hit met Burning Heart. De groep toert met Kiss en Ozzy Osbourne. Ad van den Berg duikt later op in Whitesnake en is tegenwoordig kunstschilder.
The Bintangs (Maleis voor de 'sterren') zijn een onvervalste cultfavoriet. Ondanks twee sterke hits (Ridin' On The L&N en Travellin' In The USA), juichrecensies, optredens in Amerika en Engeland, groeit de groep nooit uit tot een bovengrondse rockfavoriet. De band wordt al in 1961 opgericht in Beverwijk door de broers Frank en Arti Kraaijeveld, de enige twee contante factoren in een bezetting die vaak van samenstelling wisselt. Het geluid van The Bintangs is uniek binnen Nederland: gruizige rhythm & blues die soms naar (hard)rock neigt. Met de komst van Gerben en Maarten Ibelings (ook broers) van het jongere Bad To The Bone krijgt de groep in 2004 een uitstekende impuls om nog jaren onverdroten door te kunnen rocken.
Cuby & The Blizzards is een legendarische Drentse bluesband die halverwege de jaren zestig de Nederlandse muziekwereld verbijsterde met overweldigende live shows en prima plaatwerk. Opgericht door zanger Harry Muskee en gitarist Eelco Gelling groeide de band al snel uit tot de Nederlandse tegenhanger van John Mayall’s Bluesbreakers. Menig Nederlandse bluesmuzikant, onder wie de latere rockster Herman Brood, diende enige tijd bij de Blizzards, die op hun beurt de Amerikaanse bluesman Eddy Boyd en de Ierse rockzanger Van Morrison begeleidden tijdens hun Nederlandse tournees. Na vele bezettingswisselingen leek het halverwege de jaren zeventig definitief voorbij. Muskee bleef zich zonder veel succes profileren in bands als Red White ‘N Blue, Muskee Gang en Muskee. Pas in 1996 worden er weer optredens gedaan onder de naam Cuby & The Blizzards, maar die bezetting is in feite een samengestelde ‘superband’, met naast enkele oude Blizzards ook ex-leden uit andere grote Nederlandse bluesbands als Livin’ Blues, Flavium en Sweet ‘d Buster.
Van alle Haagse beatbands die opkomen in de jaren zestig is Q65 met voorsprong de ruigste. Niet alleen de muziek is wild en ongepolijst, ook hun losbandige groepsgedrag met veel drugsgebruik, spreekt tot de verbeelding. Al snel staan ze bekend als ‘de Nederlandse Pretty Things’. Achter de schermen houden talentvolle jonge producers als Hans van Hemert en Peter Koelewijn zich met de Haagse lefgozers bezig. De single The Life I Live (1966) is het hoogtepunt in het oeuvre van de groep. Het wordt niet voor niets decennia later door Muziekkrant OOR uitgeroepen tot ‘beste Nederlandse single ooit’. Met de stunt die de release van dit plaatje begeleidt (de band vaart zogenaamd met een rubberboot vanuit Engeland naar Nederland) haalt de Q de voorpagina’s van alle kranten. Door ruzies, dienstplicht en problemen met justitie valt de band in 1974 uit elkaar. Opvallend genoeg is het bassist Peter Vink die na de breuk als enige succesvol blijft, in groepen als Finch en The Boxx. Zanger Wim Bieler overlijdt in 2000 op 53-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartstilstand.
In het universum van de Nederpop nemen The Nits een unieke positie in. De Amsterdamse groep werd in 1974 opgericht door
Henk Hofstede en Alex Roelofs. Met Roelofs’ vervanger
Robert Jan Stips (ex-
Supersister) aan boord, brengen The Nits aan het begin van de jaren tachtig een aantal prima albums uit die ook internationaal aanslaan. Hoewel The Nits in het Engels zingen, laat de groep zich vaak inspireren door Nederlandse onderwerpen. Midden jaren negentig werkt de groep onder de naam Frits samen met cabaretier
Freek de Jonge.
In 1990 werd de naar Supermans vriendinnetje vernoemde band Loïs Lane een gouden toekomst toegedicht. De groep scoorde hits met nummers als Amsterdamned, It’s The First Time en Fortune Fairytales. Blikvangers van de groep zijn de zingende zussen Monique en Suzanne Klemann. Ook Prince viel voor de uitgekiende mix van soul, pop, disco en rock van Loïs Lane en nodigde de groep uit om het voorprogramma van zijn concerten te verzorgen. Vanaf 1996 deed de Loïs Lane het rustiger aan, al blijft de groep wel optredens geven. In 2013 keerde de groep verrassend terug met het album As One.
Earth & Fire wordt eind jaren zestig opgericht in het Haagse voorstadje Voorburg. De basis wordt gevormd door de broers Chris (gitaar) en Gerard Koerts (toetsen) maar pas met de komst van zangeres Jerney Kaagman is de succesbezetting een feit. Mede door het prominente gebruik van de mellotron heeft de muziek van Earth & Fire symfonische trekjes, al zijn de singles stuk voor stuk slim gecomponeerde popsongs. Begin jaren zeventig breidt het succes zich langzaam uit naar andere Europese landen, vooral Duitsland. Opmerkelijk is dat de pakkende singles vergezeld gaan van pretentieuze albums, geheel volgens de mode van die tijd. Halverwege de jaren zeventig lijkt de hoogtijperiode voorbij, maar dan scoort de band in 1979 alsnog de grootste hit uit zijn loopbaan: Weekend. Het blijkt een laatste oprisping, drie jaar later gaat de groep uit elkaar. Kaagman werpt zich jaren later op als vertegenwoordiger van muziekmakend Nederland, en wordt voorzitter van de muzikantenvakbond BV Pop. Later wordt ze bij een jeugdig publiek bekend als stoïcijns jurylid van de talentenjacht Idols.
Alquin was in de jaren zeventig één van de best gewaardeerde groepen van Nederland. De progrock van de groep wordt ook in Engeland gehoord en de Delftse groep neemt het album The Mountain Queen (1973) op met de producer van Deep Purple. Toch blijft een internationale doorbraak uit en eind jaren zeventig valt de groep uit elkaar. Een reünie in 1995 smaakt naar meer en de oude kernleden Dick Franssen (toetsen), Ferdinand Bakker (gitaar) en Job Tarenskeen (drums) treffen elkaar vaker om opnieuw muziek te maken. Met als resultaat de succesvolle comebackalbums Blue Planet (2005) en Sailors And Sinners (2009).
Fatal Flowers was eind jaren tachtig het paradepaardje van de Amsterdamse gitaarrockscene. In 1987 brak de groep door naar een groter publiek: ze ontvingen een Edison Award en een optreden op Pinkpop. De albums Johnny D Is Back! (1988) en Pleasure Ground (1989) worden in het buitenland opgenomen, maar de definitieve doorbraak blijft uit en groep valt in 1990 uit elkaar. Frontman Richard Janssen gaat verder in Shine en solo onder de naam ReX.
Ontstaan uit de resten van de Amsterdamse groep Stampei, wist De Dijk tijdens de eerste Nederlandstalige golf begin jaren tachtig zijn eerste bekendheid te vergaren. Bloedend Hart was de eerste single waarop de rock-‘n-soul van de band tot volle wasdom kwam. De Amerikaans aandoende muziek kreeg een extra dimensie door de grootsteedse, romantische teksten van voorman Huub van der Lubbe. Tot de topgroepen hoorde De Dijk, dat zich vernoemde naar de beruchte Amsterdamse straat de Zeedijk, toen nog niet. Dat kwam pas jaren later, toen de groep zich door eindeloos op te treden een loyale aanhang had verworven, wat zich vertaalde in steeds betere verkoopcijfers voor de albums en de eerste echte top 40-hit in 1987 (Mag Het Licht Uit).
Samen met The Scene behoorde De Dijk tot de voorlopers van de tweede Nederlandstalige golf in de jaren negentig. Maar ook veel van de grote namen uit die tijd (Volumia!, De Kast) wist De Dijk uiteindelijk te overleven. Door regelmatig een ‘sabbatical’ in te lassen wist de band te voorkomen dat hij in een sleur terecht kwam. In 2006 vierde de band zijn 25-jarig jubileum met de gevleugelde woorden: We Beginnen Pas.
Kayak was in de jaren zeventig het vlaggenschip van de Nederlands progrock. De groep rond toetsenist Ton Scherpenzeel werd in 1968 opgericht in Hilversum. Het werk van de band sloot aan bij dat van Engelse groepen als Yes en Genesis. Net als die laatste groep schoof Kayak ook steeds meer op van pure prog naar een meer op pop georiënteerd geluid. Starlight Dancer (1978) en Phantom Of The Night (1979) zijn de commerciële hoogtepunten van de band. In 1982 valt de groep uit elkaar maar acht jaar komt de groep weer bij elkaar voor een reünie. Dat bevalt zo goed dat Kayak weer besluit platen te maken. In 2005 verschijnt de rockopera Nostradamus: Fate Of Man.