Gedurende de jaren zeventig waren The Eagles aan de winnende hand. Iedere nieuwe plaat deed het beter dan de vorige, singles hielden het zomers lang vol. Vanuit de voorhoede van de countryrockbeweging definieerden The Eagles de zogenaamde softrock en albumrock. Op hun meesterwerk Hotel California wisten ze effectief de decadentie van het gedrogeerde Los Angeles van de jaren zeventig te vangen, verpakt in pakkende hooks en makkelijk verteerbare melodieën. De bandleden gingen ieder hun weg in de vroege jaren tachtig, waarna Don Henley en Glen Frey succesvolle solocarrières begonnen. Ze hergroepeerden zich in de jaren negentig voor de onvermijdelijke, uiterst succesvolle reünietour.
De Californische popgroep The Beach Boys werd aan het begin van de jaren zestig opgericht door de broers Brian, Carl en Dennis Wilson, hun neef Mike Love en schoolvriend Al Jardine. Al snel was de muzikale formule duidelijk: een mix van rock-‘n-roll en de complexe samenzang van groepen als The Four Freshmen en de Hi-Lo’s, verpakt in liedjes waarin de geneugten van Californië (zon, strand en surfen) werden bezongen. In Brian Wilson had de groep de beschikking over een geniale songschrijver. Met de debuutsingle Surfin’ (1961) scoorden de Beach Boys een lokale hit aan de westkust. Met Surfin’ Safari (1962) en Surfin’ USA (1963) volgde een landelijke en later ook de internationale doorbraak. Ook tijdens de zogenaamde Britse popinvasie bleef de groep onder leiding van Brian, die met optreden was gestopt om zich fulltime met het opnameproces bezig te kunnen houden, de strijd aangaan met de groepen van overzee. Die competitiedrang met vooral The Beatles resulteerde in het album Pet Sounds (1966), dat nog steeds wordt beschouwd als een van de beste popplaten aller tijden. Tijdens het werken aan de opvolger Smile werd de druk op de labiele Brian, die zwaar experimenteerde met drugs, zo groot dat hij instortte. Hij werd nooit meer de oude. Hoewel hij op onregelmatige basis mee bleef werken aan de platen van de groep, ging het met de carrière van de Beach Boys sindsdien bergafwaarts. Dennis Wilson kampte met een zware alcoholische verslaving en verdronk in 1983. Carl Wilson overleed in 1998 aan kanker. De groep bleef in verschillende bezettingen al die jaren optreden in het Golden Oldies-circuit. Brian kampte decennialang met zware psychische problemen. Hij verraste hij aan het eind van de eeuw zijn fans met het prima soloalbum Imagination (1998) en door op wereldtournee te gaan met de groep The Wondermints, tijdens welke hij de beste liedjes van Pet Sounds en Smile vertolkte.
Queen belichaamde de glamrock van de jaren zeventig, door heavy riffs en complexe vocale harmonieën te combineren met een androgyn imago. De operastem van Freddie Mercury en de gitaar van Brian May werden daarbij eindeloos overgedubd om pompeuze rock te creëren, in de meest grootse zin van het woord. In de jaren tachtig ontpopte Queen zich als een band met een scherpe neus voor hits, die meer op keyboards leunden. Als live-act maakte de groep veel indruk, waaronder een legendarisch concert tijdens Live Aid in 1985.
Nadat Mercury in 1991 overleed aan de gevolgen van aids, trok het overgebleven trio zich een tijd terug. Tegen het einde van 2004 verenigden May en drummer Roger Taylor zich met zanger Paul Rodgers (Free/Bad Company). Later werkte het duo live ook met andere vocalisten.
Discogroep die van mid jaren zeventig tot mid jaren tachtig flink wat hits scoorde zoals Daddy Cool, Ma Baker en Sunny. Het genie achter deze groep was de Duitser Frank Farian (ook bekend van Minni Vanilli, La Bouche en No Mercy). In Nederland kreeg Boney M. ook veel aandacht dankzij de Arubaan Bobby Farrell die later in Amsterdam kwam wonen. Verschillende leden van Boney M. hebben na het uiteenvallen van de groep los van elkaar reünieconcerten gegeven.
Met zijn bleke huid, donkere zonnebril en onwerkelijke stem was Roy Orbison een van de onwaarschijnlijke helden van de rock-'n-roll. De Texaanse zanger brak met het simpele stramien dat die rock-'n-rollnummers kenmerkte. Het tekent het vakmanschap van Orbison dat die nummers, ondanks hun complexe structuur, prettig in het gehoor lagen. Orbison boekte aan het eind van de jaren zestig zijn grootste successen, maar na een aantal persoonlijke tragedies trok hij zich terug uit het publieke leven. De zanger werd eind jaren tachtig herontdekt, mede doordat hij in de supergroep The Traveling Wilburys speelde. De zanger stelde de hernieuwde aandacht op prijs, maar lang kon hij er niet van genieten. ‘The Big O’ overleed in 1988 op 52-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartstilstand.
Harry 'Bing' Crosby (1903-1977) is vooral bekend van de tijdloze kersthit White Christmas, die hij in 1942 opnam. Van de single en plaat waar het lied opstond verkocht Crosby een recordaantal van 100 miljoen exemplaren. Crosby was vooral populair in de jaren tussen 1930 en 1960. Hij was een vernieuwer die een nieuwe, relaxte, typisch Amerikaanse vocale stijl ontwikkelde (‘croonen’) en daarmee van grote invloed was op jongere zangers zoals Frank Sinatra en Dean Martin. Ook was Crosby een van de eerste artiesten die hun radioshows opnamen en daarmee zorgde hij voor een doorbraak in de radio- en opnametechniek. Naast zanger was Crosby ook geliefd als acteur. Zijn bekendste films zijn Going My Way (1944) en The Bells Of St. Mary (1945).