In 1976 vonden de Ramones vrijwel eigenhandig de punkrock uit en leerden hun trucs aan The Sex Pistols en The Clash. Ze combineerden een voorliefde voor popmelodieën uit de jaren zestig met een voorkeur voor korte, snelle en luide songs en een dik en ronkend gitaargeluid. Als onderdeel van de vroege scene rond de club CBGB ontwierpen zij een sjabloon voor de vele generaties punkbands die zouden volgen. Ondanks een paar bezettingswisselingen gedurende hun actieve jaren, weken zij zelden af van hun minimalistische muzikale visie en rockten zij voort tot 1996. Hoewel zanger Joey en bassist/songwriter Dee Dee stierven in 2001 en 2002, en gitarist Johnny twee jaar later overleed, overleefden The Ramones de meeste bands die zij aanvankelijk hadden geïnspireerd.
meer
Glamrockgroep, muzikaal ergens halverwege de Rolling Stones en de Sex Pistols. Tijdens hun liveshows dosten de bandleden zich uit als verlopen travestieten. Naast het podium leefde groep minstens zo onstuimig met als dieptepunt de fatale overdosis van drummer Billy Murcia. De groep bestond maar vijf jaar, maar schreef met hun titelloze debuutalbum (uit 1973) wel een rockklassieker. De muziek van ‘The Dolls’ bleek van grote invloed op de New Yorkse punkbeweging van de late jaren zeventig. Van alle Dolls bleek zanger David Johansen het meest succesvol. In 2004 kwamen de nog levende oprichters van de groep bij elkaar voor een reünie.
Alice Cooper (geboren als Vincent Furnier, 4 februari 1948) werd in de jaren zeventig beroemd met een mix van hardrock en horrortheater. Met zijn uitzinnige imago en podiumact vond deze bizarre entertainer zo ongeveer in zijn eentje het genre van de ‘shock rock’ uit. Het leverde hem veel beroemde opvolgers (
Marilyn Manson,
Rob Zombie) op. Aan het einde van de jaren zeventig was Cooper een beroemdheid en was hij te zien in een aantal speelfilms. Tot in de 21ste eeuw bleef hij acteren en zingen, wat zijn status als muzikale icoon alleen maar verstevigde.
Genesis was een van de eerste progressieve rockbands. In navolging van The Beatles zochten ze in de late jaren zestig het muzikale avontuur waarbij ze bewezen over een goed gevoel voor georkestreerde, melodramatische pop te beschikken. Al snel groeiden ze uit tot leveranciers van ambitieuze artrock met een klassiek tintje. Nadat de flamboyante, theatrale zanger Peter Gabriel de groep verliet (aanvankelijk opgevolgd door gitarist Steve Hackett), groeide de band geleidelijk naar een toegankelijker repertoire toe, met zingende drummer Phil Collins aan het roer. In de jaren tachtig werd Genesis een niet te stoppen hitmachine. Tussen de bedrijven door ontsproten uit de band de solocarrières van twee megarocksterren, Gabriel en Collins. De band gooide er in 1997 het bijltje bij neer - na het vertrek van Collins - maar hergroepeerde zich een decennium later voor een grootschalige wereldtournee.
Met haar bandnaam ('The Motor City Five' ) eerde The MC5 haar woonplaats Detroit. De groep werd eind jaren zestig in die fabriekstad opgericht. Van meet af aan viel het vijftal op door hun harde op rock'n'roll en rhythm & blues gebaseerde geluid. De opruiende teksten ('kick out the jams, motherfuckers!') sloten goed bij de tijdsgeest van roerige jaren zestig. Het bestaan van de band was kort (vijf jaar) en niet bijster succesvol, maar het elementaire geluid van MC 5 was vanaf de jaren zeventig van grote invloed op veel punk- en garagerockgroepen. Gitarist Wayne Kramer boekte ook solo bescheiden successen.
Led Zeppelin verrees uit de as van de Britse bluesrockband The Yardbirds, en schoot aan het begin van de jaren zeventig rechtstreeks de stratosfeer in. Gedreven door een zucht naar drank en genot en met keiharde op blues gebaseerde riffs, groeiden ze uit tot een van de grootste bands van hun tijd. Hun intense muzikale zoektochten definieerden mede het hardrockgeluid, waarbij hun voorliefde voor folkballades hun ongrijpbaarheid als rockgoden alleen maar vergrootte. De groep gooide het bijltje erbij neer na de dood van drummer John Bonham in 1980. De overgebleven leden Robert Plant, Jimmy Page en John Paul Jones gingen (veelal) op eigen houtje verder op muzikaal avontuur.
“Vóór Elvis was er niets”, sprak John Lennon ooit. Een overdreven stelling, maar Elvis Presleys plotselinge beroemdheid, halverwege de jaren vijftig, ontketende een muzikale en sociale revolutie waarvan de impact nog altijd wordt gevoeld. De charmante jongeman uit Tupelo, Mississippi werd ontdekt door labelbaas Sam Phillips van Sun Records. Phillips nam de jonge zanger onder zijn hoede, wat resulteerde in de eerste single That’s All Right (Mama). De rest van het verhaal is goed vastgelegd. Elvis veroverde de hitlijsten en won later ook het bioscooppubliek voor zich. Presley was een ware ‘king’ en zijn unieke mix van country, pop en rhythm & blues was de hoeksteen van de rock-'n-roll.
Antoine ‘Fats’ Domino werd in 1928 geboren in New Orleans en het geluid van die stad klinkt door in het werk van de zanger/pianist. Domino was een van de pioniers van de rock-'n-roll, maar zijn muzikale palet was veel breder dan rock-'n-roll alleen. Vooral in de jaren vijftig en zestig was hij populair en scoorde hij hits met Blueberry Hill (1957), My Girl Josephine (1960), Jambalaya (1962) en There Goes My Heart Again (1963). Wanneer de orkaan Katrina in 2005 over zijn woonplaats raast, is de zanger een aantal dagen vermist. Fats overleeft de ramp, maar verliest wel de helft van zijn 23 gouden platen.
De Californische popgroep The Beach Boys werd aan het begin van de jaren zestig opgericht door de broers Brian, Carl en Dennis Wilson, hun neef Mike Love en schoolvriend Al Jardine. Al snel was de muzikale formule duidelijk: een mix van rock-‘n-roll en de complexe samenzang van groepen als The Four Freshmen en de Hi-Lo’s, verpakt in liedjes waarin de geneugten van Californië (zon, strand en surfen) werden bezongen. In Brian Wilson had de groep de beschikking over een geniale songschrijver. Met de debuutsingle Surfin’ (1961) scoorden de Beach Boys een lokale hit aan de westkust. Met Surfin’ Safari (1962) en Surfin’ USA (1963) volgde een landelijke en later ook de internationale doorbraak. Ook tijdens de zogenaamde Britse popinvasie bleef de groep onder leiding van Brian, die met optreden was gestopt om zich fulltime met het opnameproces bezig te kunnen houden, de strijd aangaan met de groepen van overzee. Die competitiedrang met vooral The Beatles resulteerde in het album Pet Sounds (1966), dat nog steeds wordt beschouwd als een van de beste popplaten aller tijden. Tijdens het werken aan de opvolger Smile werd de druk op de labiele Brian, die zwaar experimenteerde met drugs, zo groot dat hij instortte. Hij werd nooit meer de oude. Hoewel hij op onregelmatige basis mee bleef werken aan de platen van de groep, ging het met de carrière van de Beach Boys sindsdien bergafwaarts. Dennis Wilson kampte met een zware alcoholische verslaving en verdronk in 1983. Carl Wilson overleed in 1998 aan kanker. De groep bleef in verschillende bezettingen al die jaren optreden in het Golden Oldies-circuit. Brian kampte decennialang met zware psychische problemen. Hij verraste hij aan het eind van de eeuw zijn fans met het prima soloalbum Imagination (1998) en door op wereldtournee te gaan met de groep The Wondermints, tijdens welke hij de beste liedjes van Pet Sounds en Smile vertolkte.
Geen enkele band heeft ooit dezelfde impact gehad als deze vier jongens uit Liverpool. The Beatles veranderden de popmuziek en cultuur voor altijd, in een tijdsbestek van acht jaar en met meer dan een dozijn albums. Ze waren de onbetwiste aanvoerders van de Britse Invasie van de jaren zestig en hervormden tijdens hun korte bestaan de rock-‘n-roll. Naast hun fantastische muzikale productiviteit en ongekende, wereldwijde sterrendom waren
John,
Paul,
George en
Ringo verantwoordelijk voor menige – grote en kleine - revolutie in de popmuziek: het schrijven van eigen songmateriaal, het uitbreiden van studiomogelijkheden, het maken van films bij hun muziek, het afdrukken van songteksten op albumhoezen - allemaal zaken die vandaag de dag heel gewoon lijken. Hoewel The Beatles werden ontbonden in 1970, is hun artistieke nalatenschap voor altijd opgenomen in het wereldwijde muzieklexicon.
The Rolling Stones begonnen begin jaren zestig als een van de vele groepen uit de Britse blues/rhythm and blues-scene. Ze wisten al snel grote bekendheid te krijgen, met een perfecte combinatie van hitsingles en mediagenieke schandalen. In de jaren zeventig was
Keith Richards uitgegroeid tot een bonafide gitaarheld en was
Mick Jagger een onwaarschijnlijk sekssymbool. De wereld werd een podium voor The Stones en muzikaal bleven zij paden bewandelen tussen blues, rock en wat hen dan ook op de volgende hoek mocht opwachten, zoals reggae, funk of disco. Ondanks aanslagen van de steeds veranderende mode, soloalbums of gewoonweg het toenemen van de leeftijd wisten zij gedurende alle decennia te volharden en uit te groeien tot een eerbiedwaardig instituut, dat weigert zijn titel neer te leggen van “De Beste Rock ‘n’ Rollband Van De Wereld”.
The Doors gingen in tegen de lieflijke aard van flower power van de jaren zestig. Ze namen een non-conformistisch kijkje in de onderbuik van de Amerikaanse psyche, als het trippende en meer mystieke West Coast equivalent van The Velvet Underground. De duistere en surrealistische poëzie van
Jim Morrison gaf de op blues geschoeide rock van de band een intellectueel karakter, terwijl hij met zijn wilde podiumgedrag als een medicijnman het publiek wist te hypnotiseren. Vanaf hun debuutsingle Light My Fire tot en met latere platen als Riders On The Storm bleven The Doors intrigeren, ook toen hun songs dat niet meer deden. Een neergang die vooral te wijten was aan Morrison en zijn wispelturige persoonlijkheid. Uiteindelijk haalde zijn ruige levensstijl hem in. Hij stierf in Parijs toen hij nog maar 27 was, een erfenis nalatend die talloze jongere muzikanten zou inspireren.
The Who denderde midden jaren zestig met jeugdige arrogantie de popwereld binnen. Ook toen het Londense kwartet zich later waagde aan rockopera's als Tommy en Quadrophenia bleef die vurigheid een kenmerk van de groep. De molenwiekende gitarist Pete Townshend en Keith Moons bovenmenselijke drumspel waren de meest in het oor springende kenmerken van The Who's rockgeluid. In combinatie met de intrigerende baslijnen van John Entwistle en Roger Daltreys oerschreeuw schiep de groep een uniek geluid. De groepsleden hervonden elkaar op onregelmatige basis, ook nadat Moon in 1978 overleed aan de gevolgen van een alcoholvergiftiging. In 2006 brachten Daltrey en Townshend Endless Wire uit, het eerste The Who-album in 25 jaar, een wapenfeit waar nog maar weinigen op hadden durven hopen.
Midden jaren vijftig was Little Richard de schrik van braaf Amerika. Met zijn bezeten pianospel, suikerspinkapsel en extreem luide stem groeide deze rock-'n-rollpionier uit tot een ware jeugdheld. Richard Penniman werd in 1932 geboren in Macon (Georgia) als derde in een gezin van twaalf. Armoede en racisme waren schering en inslag tijdens zijn jeugd. De kerk, en dan vooral de extatische gospelmuziek, boden uitkomst voor de excentrieke maar talentvolle Richard. Zijn hits uit de jaren vijftig (Tutti Frutti, Good Golly Miss Molly, Long Tall Sally) blijven tijdloze klassiekers. Little Richard had grote invloed op de generatie rocksterren na hem. John Lennon, Jimi Hendrix, James Brown en The Rolling Stones droegen hem op handen. Vanaf de jaren zeventig nam zijn populariteit af. Later in zijn loopbaan zwoer Richard de popmuziek meerdere keren af om gospels te gaan zingen.
Rock-‘n-roll mag dan het stigma van rebelse tienermuziek hebben, veel van die vroege rockers waren keurige jongens. Don en Phil Everly leerden het vak van countryzanger van hun vader, alvorens met zijn tweeën hun geluk te beproeven in de opkomende rock-‘n-roll. De feilloze samenklank van hun bloedverwante stemmen bracht een element uit de familietraditie van de countrymuziek in de rock-'n-roll. Het resultaat was muziek die generatiekloven wist te overbruggen; het duo wist een ongelofelijke reeks hits op zijn naam te schrijven. Hun invloed is terug te vinden in iedere popband met harmonieuze samenzang, van The Beatles tot en met Simon & Garfunkel. Door persoonlijke problemen groeiden de broers echter uit elkaar en na een knetterende ruzie op het podium in 1973 maakten de twee jarenlang geen platen meer. De comeback in 1984, met een nieuwe tophit van de hand van hun fan Paul McCartney, On The Wings Of A Nightingale, duurde maar even, al snel werd de hernieuwde muzikale samenwerking weer stopgezet. Maar toen was hun plek in de muziekhistorie al lang en breed veiliggesteld. Phil Everly overleed op 3 januari 2014 op 74-jarige leeftijd.
De enige echte wildeman van de rock'n-roll had minstens zo veel te danken aan worstelaar en enfant terrible Gorgeous George als aan Elvis Presley. Hij speelde niet zozeer rock-'n-roll, hij speelde Jerry Lee Lewis. Deze heftige honkytonkpianist en zanger is zo'n zeldzame ster wiens talent minstens zo groot is als zijn ego. Hij was een van de eersten die bewezen dat de piano het op kon nemen tegen de gitaar als belangrijkste rock-'n-rollinstrument. Samen met Elvis, Roy Orbison, Johnny Cash en Carl Perkins vormde hij halverwege de jaren vijftig de stal van Sun Records, een club artiesten die voor altijd het gezicht van de populaire muziek zou veranderen.