Terug naar boven

Playlist Epidemieën

Hoe zullen toekomstige generaties de muziek van onze tijd ervaren die wordt gedomineerd door het coronavirus? Misschien krijgen we een indruk wanneer we stil staan bij muzikale voorbeelden uit de jaren van de pest en de Spaanse griep.

  1. Plourez, dames B.32 Guillaume de Machaut
  2. Quis numerare queat Jacob Obrecht
  3. Stella caeli Walter Lambe
  4. The 1919 influenza blues Essie Jenkins
  5. Histoire du soldat, 1919 deel I Igor Stravinski
  6. Suite voor orkest, op.33b, "Liefde voor drie sinaasappelen" ; Mars Sergej Prokofjev
  7. The star spangled banner Sergej Rachmaninov
  8. Concert voor piano en orkest nr.1, op.1 in fis kl.t. ; Allegro vivace Sergej Rachmaninov
  9. Koning Roger, op.46 deel XIX Karol Szymanowski
  10. Sonate voor piano, fluit, klarinet en hobo, op.47 deel IV Darius Milhaud
  11. Songs of farewell nr.1-6 deel V Hubert Parry
  12. Magnificat voor koor [8 st.], op.164 Charles Villiers Stanford
lees meer
De huidige COVID-19 pandemie is een wereldwijde crisis waarvan iedereen de consequenties voelt. Ook voor de cultuursector, de podiumkunsten, de film en de muziek zijn de gevolgen groot. Pandemieën leggen grote delen van het leven stil, zoals we inmiddels allemaal weten. Desondanks lieten rampspoed en oorlog hun sporen na in de muziek. Hoe zullen toekomstige generaties de muziek van onze tijd ervaren? Misschien krijgen we een indruk wanneer we stil staan bij muzikale voorbeelden uit de jaren van de pest en de Spaanse griep.

De zwarte dood in de Renaissance
De pest, beter bekend als de zwarte dood, leverde de wereld een van de dodelijkste pandemieën op die we ooit hebben meegemaakt. In de 6e en 7e eeuw brak de ziekte voor het eerst uit, en zorgde vermoedelijk al voor een halvering van de Europese bevolking. Hetzelfde gebeurde in de 14e eeuw, toen de pest opnieuw opkwam en tussen 1347 en 1351 zo’n 30 tot 60 procent van de Europese bevolking ten dode opschreef. Daarna zouden er niet meer zulke enorme sterfcijfers voorkomen, maar tot aan de 19e eeuw zouden er nog wel uitbraken zijn in grote steden zoals Sevilla, Londen en Wenen. In de 14e eeuw gaf men de schuld van de epidemie aan de samenstand van drie planeten aan de sterrenhemel in 1345. Dat een gebrekkige hygiëne de hoofdoorzaak was drong pas in de 19e eeuw door.

Plourez, Dames van Machaut - Marc Mauillon, Pierre Hamon
Guillaume de Machaut (ca. 1300-1377) woonde sinds 1340 in Reims, en was daar kanunnik van de kathedraal. Hij behoorde tot de gelukkigen die het hoogtepunt van de epidemie overleefden. Hij noemde de opkomst van de pest wel in zijn lange gedichten, maar wijdde er voor zover bekend geen composities aan. Toen hij in de winter van 1361-1362 zelf ziek was (maar niet aan de pest leed) leverde dit waarschijnlijk wel de inspiratie tot zijn ballade Plourez, dames.

Quis Numerare van Obrecht – Capilla Flamenca
Jacob Obrecht (1457/8-1505) stierf aan de pest, in Ferrara, in de zomer van 1505, toen er een lokale uitbraak van de ziekte was. Quis numerare is waarschijnlijk een van Obrechts laatste composities. In de tekst is nog niets van zijn aankomende ziekte te merken: het stuk gaat over slechte oorlogsdaden en de noodzaak om vergiffenis te vragen. Hier hoort u echter een instrumentale versie.

Stella Caeli van Lambe – The Sixteen
Aan het einde van de 15e eeuw was er ook een lokale uitbraak van de pest in Engeland. De componist Walter Lambe (ca.1450-1504) ging begin 1479 aan de slag bij het koor van St. George’s Chapel in Windsor. Diezelfde zomer stierven er meerdere leden van het koor, inclusief een van de leidinggevenden, Thomas Gossyp. In Lambe’s compositie Stella caeli wordt er in de tekst gesmeekt om verlossing van de pest, en het stuk is dan ook ongetwijfeld geschreven in die periode.

De Spaanse griep
In de jaren 1918-1919 woedde de Spaanse griep. De schattingen over het aantal slachtoffers lopen erg uiteen. Wereldwijd waren er zeker 50 miljoen doden te betreuren, waaronder zo’n 675.000 Amerikanen. Vooral jonge mensen werden getroffen, waaronder drie nog zeer jonge musici van het Philadelphia Orchestra. Toch had de Spaanse griep minder effect op het Amerikaanse concertleven dan de corona crisis van nu.

In de VS heerste een gevoel van optimisme, zo kort na de Eerste Wereldoorlog. De pandemie werd als een tijdelijk ongemak gezien. Fonografen van Edison werden verkocht met de tekst: ‘You can attend concerts of grand opera, light opera, sacred music or the fine old songs without running any risk of contracting influenza.’

The 1919 Influenza Blues – Essie Jenkins
Onder invloed van de pandemie werden diverse songs gepubliceerd (bladmuziek), met titels als The influenza blues, Spanish flu blues en The microbe. Vreemd genoeg waren er nauwelijks uitingen van muzikaal rouwbeklag, de Sonate van Milhaud (zie verder) uitgezonderd.

L’Histoire Du Soldat (opening) van Stravinski – Jean Cocteau (spreekstem)
In 1918 was Stravinski op tournee met zijn kleinschalige Zwitserse productie L’histoire du soldat. De productie strandde echter voor ze goed en wel begonnen was, omdat leden van het team door de Spaanse griep werden getroffen. In 1919 werd de componist zelf ziek. Ondanks de ziekte en andere bezwarende omstandigheden werkte hij aan een concertsuite van De vuurvogel.

Mars uit De Liefde Voor Drie Sinaasappelen van Prokofjev – Antal Dorati (dirigent)
Prokofjevs tournee door de VS in 1918 kon niet doorgaan vanwege de pandemie. Wat hem deed opmerken: ‘Eerst de bolsjewieken ontvluchten, om vervolgens te sterven aan de Spaanse griep! Hoe cynisch!’ Prokofjev werd echter niet ziek. Hij bleef zo’n twee jaar in de VS, en componeerde er zijn opera De liefde voor drie sinaasappelen.

The Star-Spangled Banner, bewerkt en gespeeld door Rachmaninov
Ook Rachmaninov was de Russische revolutie ontvlucht. Hij was echter nog maar net in de VS aangekomen, of hij en zijn gezinsleden werden door de Spaanse griep getroffen. Rachmaninov negeerde echter het doktersadvies om in bed te blijven. Hij had namelijk een reeks concerten voor de boeg. Het eerste concert opende hij met een eigen bewerking van The Star-Spangled Banner, als eerbetoon aan zijn nieuwe thuisland.

De Wonderbaarlijke Mandarijn (slot van de suite) van Bartók – Neeme Järvi (dirigent)
Eind 1918, begin 1919 lag Bartók meer dan 20 dagen plat, waarbij hij zich alleen met briefjes verstaanbaar kon maken. Het werk aan zijn ballet De Wonderbaarlijke Mandarijn kwam daardoor lange tijd stil te liggen. Het erotische gegeven van dit ballet was overigens zo scandaleus dat het in Boedapest niet opgevoerd zou worden.

Roxana’s aria uit King Roger - Simon Rattle (dirigent)
Szymanowski verbleef aan de Zwarte Zee toen koortsvisioenen hem overvielen. De slapeloze ‘Spaanse’ nachten inspireerden hem tot een Siciliaans drama, Koning Roger genaamd. Het verhaal van deze opera speelt zich af aan het hof van een middeleeuwse Siciliaanse koning. De rust wordt verstoord door een herder, die van een mysterieuze god spreekt. Gaandeweg wordt de rationele houding van de koning ondermijnd door de verleidelijke decadentie van de herder.

Slotdeel uit Sonate op.47 van Milhaud – Pahud, Meyer & Le Sage
In Rio de Janeiro was Milhaud getuige van de wagens met lijken die naar de massagraven werden gevoerd. Met deze beelden voor ogen componeerde hij zijn Sonate voor fluit, klarinet, hobo en piano op.47. Het werk eindigt met een treurmars, ‘Douloureux’.

At The Round Earth’s Imagined Corners (Songs of Farewell) van Parry – The Choir of Westminster Abbey
Talloze Britse, Amerikaanse en Canadese militairen hadden het virus meegenomen naar Zuid-Engeland, waar het zich onder de Britse bevolking verspreidde. Hubert Parry, componist van het immer populaire Jerusalem, leed al aan een infectie toen hij ook nog door de griep werd getroffen. De componist overleed op 7 oktober 1918, 70 jaar oud. Zijn zwanenzang waren de Songs of Farewell. Het gaat om zes beschouwende koorstukken met uiteenlopende bezettingen en texturen.

Magnificat op.164 van Stanford – The Choir of Westminster Abbey
Stanfords feestelijke Magnificat op.164 (1918) kreeg een droevig motto mee. Stanford componeerde het werk als zoenoffer voor zijn collega Parry, met wie hij in onmin was geraakt. Parry echter overleed aan de Spaanse griep, nog voordat het Magnificat gepubliceerd was. Vandaar dat Stanford het werk opdroeg aan Parry’s nagedachtenis.

Samenstelling en tekst: Hans Jacobi en Thomas Op de Coul
Vormgeving: Judith de Rond
Illustratie: CDC via Unsplash