Dufay werd geboren in Beersel, iets ten zuiden van Brussel, in 1397. Hij was waarschijnlijk een bastaardzoon van moeder Marie Du Fayt en een anoniem gebleven priester. Dit bepaald niet ideale nest weerhield hem gelukkig niet van een succesvolle carrière. Al vanaf zijn 12e werd hij opgemerkt als een getalenteerde jongen en kreeg onder meer muziekles van Richard Loqueville. Vanaf dat moment ging het snel, ondanks het feit dat hij niet van adel was én geen universitaire opleiding had gehad.
In zijn werkzame leven pendelde hij behoorlijk druk heen en weer, vooral tussen Noord-Frankrijk en het gebied tussen Zuid-Oost Frankrijk en Noord-Italië. Belangrijke plaatsen waar hij verbleef waren Rimini, Savoy, Florence, en vooral Cambrai (Kamerijk). Over zijn werkgevers kon hij niet klagen, dat waren adellijke families (Rimini, Savoye), een hertog (Bourgondië), een kardinaal (Bologna) en zelfs pausen (Rome, Florence). Maar de meeste jaren bracht hij door in Kamerijk, waar hij ook stierf. Hij was een belangrijke figuur in de kathedraal, natuurlijk in muzikaal maar ook in kerkelijk opzicht. Hoe belangrijk hij was blijkt uit bezoeken van beroemde collega’s als Johannes Ockeghem en Loyset Compère.
Dufay componeerde in vrijwel alle genres die in zijn tijd gebruikelijk waren, van chansons en motetten tot omvangrijke missen. In al deze genres was zijn muzikale stijl eigenlijk verrassend consistent, ook over de decennia heen. Het eerste dat opvalt zijn de prachtige, sierlijke melodieën, die het makkelijkst te horen zijn in de chansons. Daar horen we ook de ritmische vindingrijkheid. In de motetten en missen ligt Dufays kracht in het behoud van die verleidelijke melodieën in toch behoorlijk ingewikkelde structuren.
Dat Dufay al in zijn eigen tijd bewonderd werd blijkt onder meer uit de vele bewerkingen van zijn muziek, vaak voor luit maar ook voor kleine instrumentale bezettingen.
1. Salve flos
Musica Nova Ensemble
2. Gaude virgo (Arr.)
Lautten Compagney o.l.v. Wolfgang Katschner
3. Puisque vous estez campieur
Blue Heron o.l.v. Scott Metcalfe
4. Missa Puisque: Sanctus
Binchois Consort o.l.v. Andrew Kirkman
5. Ave regina caelorum (Arr.)
Lautten Compagney o.l.v. Wolfgang Katschner
6. Missa Ave regina: Agnus Dei
Cantica Symphonia o.l.v. Kees Boeke
7. Vergene bella
Lena Susanne Norin (alt), Randall Cook (vedel), Susanne Ansorg (vedel)
8. Or me veult bien (Arr.)
Blondel (ensemble)
9. Dona i ardenti
Cantica Symphonia o.l.v. Giuseppe Maletto
10. Missa Se la face: Kyrie
Cantica Symphonia o.l.v. Giuseppe Maletto
11. Veni, creator spiritus (Arr.)
Capella de la Torre o.l.v. Katharina Bäuml
12. Missa Sancti Jacobi: In omnem terram
Cappella Pratensis o.l.v. Rebecca Stewart
13. Vasilissa ergo gaude
Huelgas Ensemble o.l.v. Paul Van Nevel