Terug naar boven

Playlist+ Glam

Een glitterende Playlist+ als een spacetrip door vijf decennia glam. Let’s…get it on!

  1. Get it on T. Rex
  2. Drive-in Saturday David Bowie
  3. All the young dudes Mott The Hoople
  4. 2 HB Roxy Music
  5. The ballroom blitz The Sweet
  6. I'm a man Jobriath
  7. Sweet transvestite Richard O'Brien
  8. Antmusic Adam & The Ants
  9. 20th Century boy Placebo
  10. I don't feel like dancing Scissor Sisters
  11. Ooh la la Goldfrapp
  12. I believe in a thing called love The Darkness
  13. Boys wanna be her Peaches [CA]
  14. Sigourney weaver John Grant
  15. Zitti e buoni Måneskin
  16. Nothing matters The Last Dinner Party
lees meer
Met het aanbreken van de jaren 70 is het hippietijdperk van de jaren 60 voorbij. Popmuziek is nu ‘volwassen’ en wordt gedomineerd door complexe progrock, pompeuze hardrock en ingetogen singer-songwriters. Glam brengt de opwinding terug van vroege rock ‘n-roll met artiesten die de alledaagse grauwheid van zich afwerpen. Het grijpt als mode terug naar de Hollywood glamour van de jaren 20 en 30 en verbindt dit aan buitenissige en glitterende sciencefiction en de seksuele vrijheid van de hippies.

Glam verwijst ook naar de decadentie en het dandyisme van Oscar Wilde en J.-K Huysmans uit de late 19e eeuw, met het idee dat je jezelf boven de natuur kunt verheffen: Met een stel laarzen met plateauzolen kun je jezelf groter maken dan je werkelijk bent en met de juiste make up, kleding en manieren kun je een man of vrouw of allebei zijn. Maar je kunt jezelf ook tot een ster of alien transformeren. Met die ‘larger than life’-instelling en veel opwindende muziek schudt glam de muziek- en modewereld begin jaren 70 op om nooit meer echt weg te gaan. Riemen vast voor een glitterende Playlist+ als een spacetrip door vijf decennia glam. Let’s…get it on!

Get It OnT. Rex
Een optreden in 1971 van T. Rex op het Britse popprogramma Top of the Pops wordt wel gezien als de officiële aanvang van het glam- of glamrocktijdperk. Het tienerpubliek pikt voor de buis de opwinding op van de primaire en seksueel beladen rock ’n-roll van T. Rex en raakt massaal verliefd op zanger en gitarist Marc Bolan, in satijnen pak en met glitter in zijn engelachtige lange krullen. T. Rex begon eind jaren 60 als het folkduo Tyrannosaurus Rex dat in 1970 nog op het Kralingse popfestival speelde. In Engeland wordt Bolan in zijn nieuwe, androgyne incarnatie een superster met hits als Hot Love, Children Of The Revolution en Get It On.

Drive-In SaturdayDavid Bowie
Ook de jonge Brit David Bowie begint als folk-artiest en is zowel een vriend als rivaal van Bolan. Zijn alter-ego Ziggy Stardust van zijn doorbraakalbum The Rise and Fall of Ziggy Stardust And The Spiders From Mars (1972) is een pure glam-creatie; androgyne, ongrijpbaar en een superster tijdens de naderende ondergang van de wereld. Opvolger Aladdin Sane (1973) is Bowie’s meest expliciete glam-album vol decadente teksten, seks (onder andere met een cover van The Rolling Stones’ Let’s Spend The Night Together) en dampende rock. Inspiratie voor het album vond hij tijdens zijn eerste tournee door Amerika. Met zijn voortdurende gedaantewisselingen is Bowie een glam-icoon bij uitstek.

All The Young DudesMott The Hoople
Het Britse Mott The Hoople wordt opgericht in 1969. Door uitblijvend succes besluiten zij er medio 1972 mee op te houden. Wanneer David Bowie hier lucht van krijgt, moedigt hij de band aan om dat vooral niet te doen en biedt hij zijn nummer All The Young Dudes aan. Bowie produceert vervolgens ook het gelijknamige album in 1972. All The Young Dudes wordt niet alleen de signature song en de Britse doorbraak voor Mott The Hoople, de bijtende ballad met associatieve tekst (onder andere T. Rex wordt genamedropped) over jong zijn wordt ook wel gezien het ultieme glamrocknummer.

2 HBRoxy Music
Zanger Bryan Ferry heeft een kunstacademieachtergrond en vindt zijn gelijken in onder andere toetsenist en geluidstovenaar Brian Eno en de klassiek getrainde rietblazer Andy MacKay. Als Roxy Music mixen zij glam met artrock, waarbij jaren 50 pop wordt verbonden aan elektronische soundscapes, pop art, retrofuturisme en rock. Ferry’s poetische teksten zitten vol verwijzingen naar culturele en mythologische figuren, van Nijinsky tot Zarathustra. 2 HB is een ode aan de jaren 40 speelfilm Cassablanca. De titel laat zich lezen als ‘To Humphrey Bogart’ (de hoofrolspeler) maar 2 HB is ook de dikte van een tekenpotlood.

Ballroom BlitzThe Sweet
Anno 1973 worden de hitparades gedomineerd door glam- en glitterrock. Verantwoordelijk hiervoor is vooral het Brits-Australische schrijversduo Nicky Chinn en Mike Chapman. Zij schrijven hits die worden gedomineerd door stampende beats, voor onder andere Mud, Suzi Quatro en The Sweet. De laatste groep uit Londen bestaat al sinds 1968 wanneer zij in 1971 in de armen vallen van Chinn en Chapman. Megahits als Poppa Joe, Blockbuster en vooral Ballroom Blitz zijn het gevolg. Wanneer The Sweet (net als Mud) denkt het ook zonder Chinn en Chapman aan te kunnen, taant hun succes snel. Chinn en Chapman blijven een hitfabriek tot in de jaren 80, met nummers voor onder andere Blondie, Exile en Tina Turner.

I’m A ManJobriath
In Amerika sluiten onder andere Iggy Pop en Lou Reed - beiden opnieuw geholpen door de onvermoeibare David Bowie – zich aan bij de glamrock. Een grote toekomst lijkt weggelegd voor de flamboyante Jobriath. Het mag echter niet zo zijn, hoewel zijn naamloze debuutalbum uit 1973 met de tijd uitgroeit tot een glam-klassieker. Naast de getalenteerde zanger en songwriter die hij is, houdt Jobriath van glamour en buitenissige verkleedpartijen. Dankzij een voorschot van platenmaatschappij Elektra zorgt zijn gehaaide manager Jerry Brandt voor een enorme overexposure in de media, die maakt dat het publiek al Jobriath-moe is nog voor zijn debuut verschijnt. Daarnaast speelt Jobriath niet met gender zoals zijn Britse collega’s, maar is hij uitgesproken in zijn homoseksualiteit. Hij is de eerste artiest die dat doet, maar de wereld is er nog niet klaar voor.

Sweet TransvestiteRocky Horror Picture Show (Original Soundtrack)
De sfeer is die van een jaren 50 horror en sciencefiction b-film. Op een stormachtige nacht krijgen jongverloofden Brad en Janet een lekke band en bellen ze aan voor hulp bij een kasteel. Daar maakt het ongerepte paar kennis met het hedonistisch feestvolk van eigenaar Dr. Frank-N-Furter (Tim Curry), een buitenaardse travestiet die in zijn lab werkt aan het schapen en tot leven brengen van zijn ideale minnaar Rocky. De uitbundig gestileerde musicalfilm Rocky Horror Picture Show, naar de podiumversie van Richard O'Brien, is in 1975 een humorvolle sublimatie van alles waar glam voor staat. O, en (spoiler alert:) Rocky valt voor Janet.

Antmusic - Adam & The Ants
Na de punk - die vooral de grauwe tijdsgeest van de late jaren 70 weerspiegelt – maakt glam een comeback via bands als Japan en Spandau Ballet en de Britse clubcultuur New Romantic met Steve Strange (Visage) als boegbeeld en volgelingen als Boy George en Marilyn. Het Britse Adam & The Ants brengt daarbij in 1980 ook het opwindende ritme en de primaire rock ‘n-roll van glamrock terug op het album Kings Of The Wild Frontier. Daarbij dost de door Adam Ant voorgestane groep zich uit als een troep verwijfde en hedonistische piraten (Johnny Depp maakte hier beslist notities voor zijn rol als Jack Sparrow).

20th Century Boy - Placebo
In de film Velvet Goldmine (Todd Haynes, 1998) volg je aan de hand van een non-lineaire vertelstructuur glamrockster Brian Slade (Jonathan Rhys Meyers) die zijn eigen moord in scene zet omdat hij niet met zijn bekendheid om kan gaan. De door Christian Bale gespeelde journalist Arthur Stuart - een fan van Brian Slade - gaat in de jaren 80 op onderzoek uit. Slade wordt gepresenteerd als een biseksueel en androgyn figuur, waarvoor regisseur Haynes inspiratie haalde bij David Bowie, Jobriath, Bryan Ferry en Marc Bolan. Voor de soundtrack maakte Placebo een cover van T-Rex’ 20th Century Boy.

I Don’t Feel Like Dancing - Scissor Sisters
In 2000 wordt de groep Scissor Sisters opgericht vanuit het gay-uitgaansleven in New York. De groep bestaat uit een aantal excentrieke figuren waaronder zanger Jake Shears en zangeres Ana Matronic. De muziek van de band is minstens zo extravagant en combineert elementen van onder meer disco, elektronica, glam en pop rock. Op hun titelloze debuut (2004) staat een discoversie van het nummer Comfortably Numb van Pink Floyd, waarvoor de groep een Grammy nominatie ontvangt. Hun grootste hit scoren ze in 2006 met I Don’t Feel Like Dancing, een uitbundig pop- en glamrocknummer waar onder meer John Elton aan meeschreef. Ondanks de titel is het bij uitstek gemaakt om op te dansen.

Ooh La La - Goldfrapp
Het Britse duo Goldfrapp heeft zich gedurende hun oeuvre door verscheidene genres heen gewurmd. Op hun derde album Supernature (2005) voegen ze elementen van glamrock toe aan hun mix van electro- en synthpop. Frontvrouw Alison Goldfrapp beschreef het album als een glam-mix waarin Berlijn, New York en Somerset samenkomen. Voor het openingsnummer Oh La La liet het duo zich inspireren door T-Rex.

I Believed In A Thing Called Love - The Darkness
De Britse formatie The Darkness wordt in 2003 in een klap razend populair met hun hit I Believed In A Thing Called Love. De groep combineert 70s hardrock a la Deep Purple en Led Zeppelin met invloeden uit glamrock. Ook qua outfits grijpt de groep terug naar het verleden, zo was frontman Justin Hawkins razend enthousiast over de terugkeer van spandex pakjes die de bandleden maar al te graag dragen. In 2023 viert de groep het twintigjarige jubileum van hun debuutalbum Permission to Land en spelen zij in de Melkweg een uitbundige show.

Boys Wanna Be Her - Peaches
Bij glam hoort het doorbreken van genderrollen en de belichting van seksualiteit. De Canadese Peaches (Merrill Nisker) is biseksueel en speelt in haar muziek vaak met thema’s als gender en seks. Zo laat ze de grens tussen man- en vrouwzijn vervagen en slaat ze met haar teksten vaak een expliciete weg in. Ze profileert zich zo als een sterke vrouw die comfortabel is in haar eigen lichaam. Het nummer Boys Wanna Be Her speelt ook op venijnige wijze met de kenmerkende thema’s uit Peaches’ oeuvre.

Sigourney Weaver - John Grant
Als je aan glamrock denkt, denk je misschien ook aan camp. En laat John Grant nou niet vies zijn van een goede dosis camp. Dat hoor je ook terug in zijn muziek. Met de nodige bombast verwerkt hij disco, orkestrale muziek, new wave en glamrock in zijn nummers. In zijn muziek behandelt hij tevens persoonlijke onderwerpen zoals zijn seksualiteit en mentale gezondheid, die hij relativeert met humor en uitbundigheid. Zijn debuutalbum Queen of Denmark (2010) lijkt zo uit de jaren 70 geteleporteerd en haalt herinneringen op aan onder meer The Carpenters.

Zitti E Buoni - Måneskin
In 2022 wint de Italiaanse band Måneskin het Eurovisie Songfestival met het nummer Zitti E Buoni. Hun glamrock act levert hen veel stemmen op en zorgt voor een revival van het genre bij een jong publiek. Frontman Damiano David ziet eruit als een echte glamrockster, uitgedost met make-up en vol sensuele bewegingen glijdt hij over het podium. Met Måneskin krijg je er ook gratis diva gedrag bij, zo kwam de band niet opdagen tijdens de laatste repetitie van het songfestival, maar dat mag de pret niet drukken. In korte tijd groeit de groep uit Rome uit tot een band met headlinerstatus die onder meer in 2024 het hoofdpodium van Rock Werchter en Pinkpop mag afsluiten.

Nothing Matters - The Last Dinner Party
The Last Dinner Party is de meest recent opgerichte act in deze lijst. In 2021 ziet de Britse groep het levenslicht. Abigail Morris, Lizzie Mayland, Emily Roberts, Georgia Davies en Aurora Nishevci baseren de bandnaam (in eerste instantie The Dinner Party) op het idee van een losbandig feest waar op hedonistische wijze wordt gegeten. In 2024 brengt de groep hun debuut Prelude to Ecstasy uit. Deze is geïnspireerd op de muziek van onder meer Kate Bush en David Bowie en brengt stijlen als artrock, baroque pop en glamrock samen.

Samenstelling en tekst:
Mark Ritsema (introductie, T. Rex t/m Adam and The Ants)
Jasper van Quekelberghe (Placebo t/m Last Dinner Party)
Vormgeving – Judith de Rond