Veel mensen kennen de muziek van Puccini van de televisie. Reclamemakers maken gretig gebruik van zijn opera-aria’s, zoals Nessun Dorma. Sommigen zullen een opera van Puccini in het theater gezien hebben, want ze worden vaak opgevoerd. La Bohème, Tosca en Madama Butterfly behoren tot de meest opgevoerde opera’s ter wereld.
Hoe komt het dat deze opera’s na ruim een eeuw nog steeds een groot publiek kunnen ontroeren? Waarom zijn ze zo inspirerend? De film Moulin Rouge! is gebaseerd op La Bohème, de musical Miss Saigon op Madama Butterfly.
In deze playlist kun je een aantal van Puccini’s mooiste melodieën beluisteren, maar we willen ook laten horen hoe geraffineerd Puccini in zijn beste opera’s het publiek meeneemt op een emotionele reis, waarbij hij de gevoelens zo goed weet te bespelen dat de toeschouwer aan het eind van de opera onthutst achterblijft, zelfs in tranen.
Meer dan mooie melodieën
Omdat Puccini zijn leven vooral wijdde aan opera’s en hij daarin zo succesvol was, werd hij lange tijd niet serieus genomen door veel muziekcritici. Het beeld werd geschetst van een commerciële componist die zich over zou geven aan goedkoop effectbejag en niet veel meer kon dan mooie melodieën schrijven. Niets is minder waar.
Puccini kwam uit een familie van componisten die al generaties lang de kerkmuziek verzorgde in de Italiaanse stad Lucca. Hij was goed opgeleid, interesseerde zich voor andere (vernieuwende) componisten uit zijn tijd en nam van hen over wat hij kon gebruiken. Hij was geen veelschrijver, maar componeerde met een duidelijke visie die hij fel kon verdedigen. Om in zijn opera’s de juiste couleur locale (lokale kleur) te treffen deed hij gedegen onderzoek naar de muziek in Rome (Tosca) en Japan (Madama Butterfly).
Nog belangrijker was zijn goed ontwikkelde talent om in muziek de juiste emotionele ondertoon te vinden en psychische spanning op te bouwen. Want bovenal lijkt Puccini zijn publiek mee te willen nemen op een emotionele reis. Eerst is het leven op zijn mooist (Ah, de liefde). Maar de droom wordt bruut verstoord en dreigt te veranderen in een nachtmerrie. De hoofdpersonen leven tussen hoop en wanhoop… totdat de wrede waarheid hen meedogenloos in het gezicht slaat en alleen de wanhoop regeert.
Tijdloze thematiek
Ze zijn niet voor niets wanhopig, de personages uit La Bohème, Tosca en Madama Butterfly. We herkennen hun strijd. Het is verschrikkelijk om mee te maken, hoe een gruwelijke ziekte een jonge vrouw in de bloei van haar leven wegrukt (La Bohème). Hoe een jong meisje - dat moedig probeert haar bestaan te verbeteren - ten onder gaat aan seksuele uitbuiting (Madama Butterfly). Hoe in een tijd van oorlog onschuldige mensen zonder enige vorm van proces overgeleverd zijn aan sadisten (Tosca). Dit zijn geen gedateerde onderwerpen. We kunnen ons nog steeds prima verplaatsen in de hoofdpersonen. De thematiek is tijdloos, helaas. Het leven is onrechtvaardig. Puccini weet een gevoelige snaar te raken bij zijn publiek. Dat is het geraffineerde.
Spanningsboog
Voor alle duidelijkheid: Puccini deed dit niet alleen. Hij werkte samen met twee uitstekende tekstschrijvers en theatermensen. Luigi Illica bedacht het plot. Hij was verantwoordelijk voor de grote lijn van het verhaal. Giuseppe Giacosa zorgde voor de poëtische kant van de tekst. Puccini bemoeide zich ondertussen met alles. Dat schijnt nogal eens tot ruzies geleid te hebben, maar uiteindelijk was het de moeite waard. Drie meesterlijke opera’s op rij: La Bohème (1896), Tosca (1900) en Madama Butterfly (1904). De samenwerking hield op met de dood van Giacosa in 1906.
Illica en Giacosa creëerden de basis waarop Puccini zijn muziek kon structureren in een effectieve spanningsboog. De omgeving wordt beschreven (couleur locale), de situatie uiteengezet. Zorgvuldig opgebouwde spanning leidt tot dramatische hoogtepunten. De spanning neemt af om vervolgens weer extra toe te nemen. De emoties zijn heftig, soms zo heftig dat je als luisteraar naar rust snakt. Die krijg je dan ook, in de vorm van een mooie lyrische melodie. Daar werd over nagedacht. Even rust, totdat het onheil zich weer aankondigt. Niets mocht de dramatische voortgang te lang ophouden.
Turandot (Puccini): Nessun dorma - Luciano Pavarotti
Gianni Schicchi (Puccini): O mio babbino caro - Felicia Weathers
Twee van Puccini’s bekendste aria’s, zodat iedereen weet over wie we het hebben. Nessun Dorma werd bekend door de wereldkampioenschappen voetbal van 1990 in de versie gezongen door Luciano Pavarotti. De aria O Mio Babbino Caro (O mijn lieve pappie) komt uit Puccini’s enige komische opera Gianni Schicchi.
Manon Lescaut (Puccini): Ah! non v’avvicinate!... No! Pazzo son - Jonas Kaufmann
Voor deze scène werkte Puccini voor het eerst samen met Luigi Illica. Het is een mooi voorbeeld van hoe Puccini in korte tijd enorme spanning weet op te bouwen. De uitbarsting van de tenor is er een van pure wanhoop. Zijn grote liefde Manon is naar Amerika verbannen. Een poging om haar te bevrijden voordat ze ingescheept wordt is mislukt. Hij gooit zijn wapen op de grond en smeekt de kapitein om met haar mee te mogen: ‘Kijk, gek ben ik. Kijk, hoe ik huil en smeek…’. Hij mag mee. De scène eindigt hoopvol.
La bohème (Puccini): Sono andati, fingeva di dormire… Madonna benedetta - Anna Netrebko, Rolando Villazón e.a.
Dit is de sterfscène van Mimi aan het eind van La Bohème. Haar lange gevecht met tuberculose is ten einde. Ze is omgeven door haar geliefde en vrienden, die nog proberen om een dokter in te schakelen. Als het grote drama zich voltrekt, gebeurt dat heel rustig. Niemand heeft het in eerste instantie door. Ze zijn net even afgeleid. Het is een meesterlijke zet van de makers. Als de waarheid doordringt bij Mimi’s geliefde, zwijgt zelfs het orkest. Zijn vrienden weten het al. ‘Waarom kijken jullie zo naar mij?’, zegt hij, hij zingt niet. Pas daarna valt het orkest vol in.
Tosca (Puccini): Tre sbirri, una carozza - Dmitri Hvorostovski
Deze scène, nota bene in een kerk, kondigt het onheil aan dat een einde zal maken aan het geluk van de geliefden Mario en Tosca. De sadistische chef van de geheime politie Scarpia stelt tot zijn genoegen vast dat hij een manier heeft gevonden om een politiek vluchteling te vangen en tegelijk de mooie Tosca in handen te krijgen. Maar hij is een ‘goede katholiek’. Als hij beseft dat de kerkgangers op het punt staan het Te Deum aan te heffen, zingt hij: ‘Tosca, je doet mij God vergeten’ om vervolgens uit volle borst mee te zingen.
Tosca (Puccini): Prelude akte 3… E lucevan le stelle - Placido Domingo
Voor zijn opera Tosca deed Puccini grondig onderzoek naar de omgevingsgeluiden in Rome. Hij wilde weten wat Mario zou horen als gevangene in de Engelenburcht op de ochtend van zijn executie. Wat was de hoogte van de kerkklokken die hij hoorde? Hij verwerkte de kerkklokken in de muziek en componeerde een herderslied in Rooms dialect. Een mooi staaltje couleur locale. De prelude opent de derde akte. In zijn mooie aria E Lucevan Le Stelle (En de sterren schenen) herinnert Mario zich een nacht met zijn geliefde. Hij wil niet sterven en hangt wanhopig aan het leven. Zo zijn Puccini’s helden. ‘We may say that while the ground-bass of Verdi’s operas is a battle cry, of Puccini’s it is a mating call’, schreef Puccini-biograaf Mosco Carner.
Madama Butterfly (Puccini): Una nave di guerra… Tutti i fiori - Hei-Kyung Hong & Jennifer Larmore
Madama Butterfly (Puccini): Coro a bocca chiusa - Wiener Staatsopernchor & Wiener Philharmoniker olv Herbert von Karajan
‘Juist op het moment dat iedereen zei: huil en wanhoop… Mijn liefde overwint! Mijn liefde, mijn geloof overwint geheel! Hij komt terug en houdt van mij!’, zingt Butterfly op het hoogtepunt in deze scène. Het publiek weet beter. HIj komt niet terug naar haar. Maar Butterfly’s hoop brengt de opera eindelijk even in rustiger vaarwater na een tot dan emotioneel verlopen tweede akte. In het mooie Bloemenduet strooit Butterfly met haar bediende overal bloemen rond om haar lief te verwelkomen. Tijdens het Coro A Bocca Chiusa, een koor zonder woorden, wacht ze geduldig zijn komst af. Het publiek kan zich in die tijd opmaken voor een verbijsterende derde akte.
La fanciulla del West (Puccini): Ch’ella mi creda libera - José Cura
Weer een mooie tenoraria. Deze komt uit een van Puccini’s latere opera’s die hij componeerde voor het operatheater in New York.
Turandot (Puccini): Tanto amore - Barbara Hendricks e.a.
Puccini stierf voordat hij zijn sprookjesachtige opera Turandot kon voltooien. Hij worstelde met het einde. Dit is het laatste stuk in de opera van zijn hand. De jonge slavin Liù weigert de naam van haar heer (Kalaf) te verklappen, ook als een beul erbij gehaald wordt om haar te martelen. Wat geeft haar de kracht, vraagt de ijskoude prinses Turandot. Het is liefde, zegt Liù. Voor zijn geluk, ook al verliest ze alles, zelfs de onmogelijke hoop, zal ze alle pijn verdragen. Kort daarna weet ze een mes te grijpen en zichzelf te doden. Kalaf is ontzet. Zijn oude, blinde vader wil het niet geloven en vervloekt uiteindelijk iedereen.
Samenstelling en tekst - Corien Pull
Vormgeving – Judith de Rond