De vroegste mechanische muziekinstrumenten zijn voor de allerrijksten. Deze elite gebruikt apparaten als de serinette (of vogelorgel) om hun vele zangvogels mooi te leren zingen.
De pianola (1895) maakte het mogelijk om een klavier zelf te laten spelen. De toetsen werden automatisch ingedrukt. Zo kon de pianola dienen als instructie voor een pianist, maar ook als oerversie van de radio.
In een tijd zonder radio, tv en geluidsdragers trekken straatorgels veel bekijks. De harmonipan, een klein Duits draaiorgel, veroverde de hele wereld. De muziek stond op houten cilinders kwam naar buiten via blaaspijpjes.
Bij grote straatorgels staat de muziek op een draaiorgelboek: een strook karton waarin gaten zijn geponst. Het boek bedient via de luchtstroom door de gaten de registers, het slagwerk en de pijpen van het orgel.
Vooral in de jaren 50 zwermen Vlamingen massaal naar prachtige balzalen om te dansen op het geluid van de prachtige Decap-orgels. Guido Belcanto zingt in 2014 mee met het Decap-orgel.
Ook de bescheiden speeldoos wordt herontdekt door bekende muzikanten. Björk opent de shows van haar Vespertine-tournee met een solo-optreden op een speciaal voor haar gebouwde speeldoos.